De Formule-1 een sport? Vergeet het maar. Nu zelfs over een beursgang wordt gesproken, is het in de eerste plaats een miljardenbedrijf geworden. Wat valt daarvan te leren?
1. De wereld is één.
Toen Bernie Ecclestone 53 jaar geleden bij de Formule-1 in dienst kwam, was het nog een redelijk Europese aangelegenheid met auto’s zonder logo’s en een Thaise prins en een Spaanse markies onder de coureurs. Nu zijn er races op alle continenten. Die trekken gemiddeld ruim 120 miljoen kijkers per race, verdeeld over 187 landen. Dat maakt het ook voor sponsoren interessant: er is vrijwel geen goedkopere manier om wereldwijd zoveel miljoenen mensen te bereiken. Ecclestone speelt het ook slim: de beursgang waarover gesproken wordt, en die zijn Formula One Group op zo’n 7,5 miljard euro zou waarderen, zou hij het liefst in Singapore doen. Dat zou meteen het hele continent Azië voor de sport winnen.
2. Wees onmisbaar.
Advies dat natuurlijk niet voor iedereen makkelijk is op te volgen. Maar de nu 81-jarige Ecclestone beheerst het tot in de puntjes. Dreigen Ferrari en Red Bull een eigen klasse op te zetten? Ecclestone weet het te voorkomen door ze net wat meer uit de prijzenpot te geven. Hij weet ook dat zijn bedrijf waarschijnlijk de enige is die zulke races op zo’n schaal voor elkaar krijgt. Steden en landen staan in de rij voor een eigen Grand Prix. Door de kalender tot 20 races beperkt te houden, kan de prijs bovendien flink worden opgevoerd: Formula One krijgt zodoende gemiddeld 31 miljoen euro van een land, dat vervolgens zelf alles mag organiseren.
3. Zie overal kansen.
Een spannend schouwspel is het misschien niet: auto’s die achter elkaar aan rijden. Maar de Formula One Group weet het wel maximaal uit te buiten. Het bedrijf is niet alleen officieel organisator en promotor, maar beheert ook al jarenlang slim alle tv-rechten, op een wijze die de Premier League later heeft gekopieerd. Dat levert een jaaromzet op van 1,17 miljard euro, die tot 2016 nog eens moet verdubbelen. En dat voor een bedrijf van krap 200 werknemers. Het geheim, aldus Ecclestone zelf, is ‘snel denken’. Iets wat voormalig FIA-baas Max Mosley ooit verleidde tot de opmerking: “Als hij achter je een draaideur ingaat, komt hij er voor je weer uit.”
>> Dit artikel komt uit MT Magazine. Abonnement?