Het schiet maar niet op met die vrouwen in de top. Misschien komt dat doordat we slecht rekenen: we nemen consequent te weinig vrouwen aan om de streefcijfers te halen, blijkt nu uit onderzoek.
Welkom bij de Teleac-cursus rekenen met personeelscijfers. Vandaag gaan we even testen of u wel realistisch rekent met het aantal vrouwen dat u moet aannemen om uiteindelijk meer vrouwen in de top van uw bedrijf te krijgen. Even een testje: als een bedrijf 300 managers heeft, van wie 10 procent vrouw, en jaarlijks wordt gemiddeld 10 procent van de managers vervangen: hoeveel procent van de nieuwe managers moet dan vrouw zijn om na verloop van tijd op een gelijke man-vrouwverhouding in de top uit te komen?
Dat is een hersenkraker, maar stel dat je binnen 8 jaar naar dat evenwicht wil. Dan moet om dit te halen jaarlijks 90 procent van de nieuwe managers vrouw zijn.* Inderdaad, nogal een hoog aandeel, dat in de praktijk waarschijnlijk bij geen enkel bedrijf wordt gehaald.
Trage doorstroming vrouwen
Zat u er ook zo naast met uw inschatting? Dat is niet vreemd, de meeste mensen schatten dit soort streefcijfers te laag in, blijkt uit onderzoek van Inge Bleijenbergh, onderzoeker bedrijfswetenschappen aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Samen met haar collega's en een onderzoeker van de Universiteit Tilburg onderzocht ze de inschatting van aanstellingspercentages onder de eigen medewerkers en studenten. 168 studenten met het vak HRM kregen het rekenvoorbeeld voorgelegd: 64 procent maakte een te lage inschatting van de benodigde aantallen. Dat studenten die over enkele jaren werkzaam zijn in het personeelsbeleid, de streefcijfers voor het aantal aan te nemen vrouwen zo onderschatten, vindt Bleijenbergh slecht nieuws.
De test is ook voorgelegd aan medewerkers die over het aannamebeleid gaan. "Ik heb deze resultaten gepresenteerd aan beleidsmedewerkers van alle universiteiten. Een aantal mensen zat heel beduusd te kijken en was geschokt. Ze gaven toe dat ze dit effect in de praktijk zelf vaak tegenkomen."
Optimistische afspraken
Bleijenbergh kwam op de idee voor het onderzoek toen ze de doorstroming van vrouwen in de top van universiteiten aan het doorrekenen was. "Het viel me op dat het zoveel trager gaat dan ik zelf van te voren dacht. Toen bedacht ik dat misschien wel meer mensen onderschatten wat er voor nodig is om bepaalde streefcijfers te halen." De deelnemers aan het onderzoek werd een rekenvoorbeeld gegeven. Tweederde van de deelnemers kwam met streefcijfers die zo laag waren, dat de gewenste man-vrouw verhouding heel laat of misschien zelfs nooit bereikt zou kunnen worden.
Dit soort misschattingen heeft gevolgen voor de snelheid waarmee streefcijfers gehaald kunnen worden. In de meeste bedrijven zijn er geen keiharde quota voor het aantal vrouwen, maar meer dan 200 bedrijven hebben wel het Charter Talent naar de Top ondertekend, waarin ze afspreken dat ze streven naar meer diversiteit. Die afspraken zijn weliswaar bescheidener en daardoor realistischer dan het rekenvoorbeeld. Maar zegt Bleijenbergh, "veel bedrijven realiseren zich onvoldoende welke inspanning nodig is en hoeveel vrouwen ze in werkelijkheid moeten aannemen om ook die bescheiden streefcijfers te halen".
Aan te nemen percentages vrouwen versus tijdsduur
Uitstroom wordt vergeten
Een ambitieus aanstellingspercentage wil overigens niet zeggen dat het resultaat ook wordt gehaald. De uitstroom wordt vaak vergeten in de berekening. "Men berekent alleen hoeveel vrouwen er bijkomen en vergeet het aantal vrouwen dat vertrekt. En dat worden er logischerwijs steeds meer naarmate er meer vrouwen worden aangenomen. "Als het aantal vrouwen in de organisatie is toegenomen neemt die afspiegeling ook toe in de uitstroom. De nettogroei neemt af. Hoe dichter bij het doel, des te trager de toename."
Bovendien blijven sommige personeelsleden tientallen jaren in dienst, waardoor ze pas veel later dan na 5 jaar worden vervangen. "Personeelsbeleid is geen voorraadbeheer, waarbij je de spullen waar je het liefst van af wilt, het eerst verkoopt. Je kunt niet zeggen: vervang mannen door vrouwen, dat schiet het snelst op."
Quotum
Hoewel de discussie over een quotum nogal beladen is, bewijst het onderzoek van Bleijenberg wel hoe nuttig quota kunnen zijn als hulpmiddel om te berekenen wanneer je als bedrijf eindelijk de gewenste man-vrouw verdeling hebt. De onderzoekster kreeg onverwacht veel reacties van de deelnemers aan het onderzoek over dit onderwerp. "Ook mensen die bovengemiddeld geïnformeerd zijn over personeelsbeleid, moet je blijven uitleggen dat een quotum een tijdelijke maatregel is, dat je kijkt naar kwaliteit én sekse in plaats van kwaliteit óf sekse."
Conclusie: wie zich als hoofd van een onderneming nog steeds verbaast over het feit dat er zo weinig vrouwelijke managers rondlopen in het bedrijf, doet er wellicht goed aan de streefcijfers nog even goed na te rekenen.
*Toelichting
Iin het voorbeeld zijn er 270 mannelijke managers. Bij een aanstellingspercentage van 90 procent moeten van de 30 nieuw aan te nemen managers er ieder jaar 27 vrouw zijn. Maar als ieder jaar 30 managers vertrekken (10 procent), stroomt daarvan een evenredig percentage mannen en vrouwen uit. In het eerste jaar stroomt gemiddeld 10 procent vrouwen uit, dus gaan er 3 vrouwen en 27 mannen weg. Dat betekent dat er per saldo 24 vrouwen bijkomen.
Jaar 2: percentage vrouw 18 procent. Uitstroom: 5,4. Toename per saldo: 21,6. Totaal: 75,6
Jaar 3: percentage vrouw 25 procent. Uitstroom: 7,5. Toename per saldo: 19,5. Totaal: 95,1
Jaar 4: percentage vrouw 32 procent. Uitstroom: 9,6. Toename per saldo: 17,4. Totaal: 109,5
Jaar 5: percentage vrouw 38 procent. Uitstroom: 11,4. Toename per saldo: 15,6. Totaal: 125,1
Jaar 6: percentage vrouw 43 procent. Uitstroom: 12,9. Toename per saldo: 14.1. Totaal: 139,1
Jaar 7: percentage vrouw 47 procent. Uitstroom: 14.1. Toename per saldo: 12,9. Totaal: 152
Pas in het zevende jaar wordt dus de 50 procentsgrens gepasseerd en is het streefcijfer gehaald.
Lees ook:
- It's not yet a woman's world
-
Meedoen met de grote jongens
Meer vrouw, meer productiviteit - Diversiteit rukt gestaag op
- It's not the economy but the women, stupid!