Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Robert Snijder (40)

Bedrijf DonQi Wat kleine windturbines Opgericht 2008 Ambitie Duurzaamheid in Nederland behouden

Kleine windmolens voor thuisgebruik krijgen veel kritiek. Producenten zouden de energieopbrengsten te rooskleurig voorspiegelen en sommige turbines zouden nauwelijks energie opwekken. Robert Snijder vecht tegen dit slechte imago, onder de toepasselijke naam DonQi, afgeleide van Don Quichot. Hij heeft een sterk wapen, want de éénhuis-windturbines die hij in de markt zet, hebben een veel hogere prijs-prestatieverhouding dan hun voorgangers. Binnen tien jaar kun je de aanschaf terugverdienen; daarna haal je geld binnen met het apparaat.

 

Snijder en zijn compagnon Kasper van der Heijden ontwikkelden hun windmolen in samenwerking met het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium en de TU Delft. Dankzij een vormgevingstraject van zeven maanden beschikt de DonQi Urban Windmill – “een soort kast van één bij twee meter op je dak” – over belangrijke features die aan ouderwetse turbines ontbraken en die hem ook in bebouwde omgevingen optimaal laat werken. Zo zit er een windversneller in, een generator die opgewekte hoogspanning meteen omzet in netspanning en een omvormer die turbulente wind uit verschillende richtingen opvangt. Bovendien is het ding bijna geruisloos – maximaal 1 à 2 decibel boven omgevingsgeluid-, zit er een demper op tegen trillingen en is het apparaat beveiligd tegen storm en afbraak van wieken.

 

Dat de DonQi revolutionair is, blijkt uit de aanvragen die Snijder krijgt. “Die komen uit de gekste plaatsen, van Noord-Korea tot Ghana en Chili, niet te geloven”, lacht hij. “Deze markt staat nog heel erg in de kinderschoenen. Voor de grote turbines worden nog elke dag innovaties bedacht, maar er is weinig techniek voor de kleine turbines. Dat is voor ons een grote uitdaging. Voorheen waren er bijvoorbeeld geen omvormers voor windenergie, alleen omgebouwde zonneomvormers die slecht werken met wind. Wij hebben alles zelf moeten ontwikkelen.”

 

Met succes, want het ontwikkeltraject à 160.000 euro heeft DonQi een interessant rendement opgeleverd. Je moet 5500 euro neertellen voor het apparaat, de installatie en de bouwvergunning, maar dan kun je wel zo’n dertig procent van je stroomrekening besparen. Aan de kust en op de Waddeneilanden kan dat zelfs tot 75 procent oplopen. “We zijn wel eerlijk naar mensen toe. Als je ten oosten van de lijn Utrecht-Zwolle-Emmen woont, moet je de DonQi niet zozeer aanschaffen voor de besparing”, geeft Snijder toe. “Dan moet je vooral een statement willen maken, want daar is simpelweg minder wind.”

 

Als de kosten er volgens planning in tien jaar uit zijn, kun je nog zeker vijf tot tien jaar geld verdienen met de DonQi, want volgens de solderingsregel krijgen kleinverbruikers hetzelfde bedrag per kilowattuur terug als ze ervoor betalen, inclusief btw en milieubelasting. “Dat is interessant, want de energierekening stijgt elk jaar sterker dan de inflatie, nu al zo’n 7,5 procent elk jaar. En dat is waarschijnlijk nog maar het absolute minimum, want we verbruiken nu wereldwijd 95 miljoen barrels olie per jaar, maar de voorspelling is dat China in 2020 alleen al 80 miljoen barrels nodig heeft.”

 

Oorspronkelijk is de Urban Windmill in de markt gezet voor consumenten, maar de vraag blijkt vooral te komen van scholen, gemeenten en bedrijven, waaronder woningbouwcorporaties en projectontwikkelaars. “Voor hen is het grootste nadeel van de turbine – de zichtbaarheid – meteen het grootste voordeel. Zij schaffen er één aan om een statement te maken, naar de organisatie of hun klanten.”

 

Met behulp van venture capitalist StartGreen, SenterNovem en het ontwikkelbedrijf Rotterdam wil Snijder dit jaar duizend windturbines verkopen in Nederland en volgend jaar nog eens 2.500 in Nederland plus een paar duizend in het buitenland. Snijder is al aan de slag in Spanje en Portugal, en in Ierland wordt voorzichtig gestart. “Daarna zijn we van plan naar Engeland, Frankrijk, Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika te gaan. Met name die laatste twee landen zijn interessant, want ze hebben veel wind en grote netwerkproblemen, terwijl het toch geciviliseerde landen zijn. Daar valt voor ons veel te halen.” De markt ligt in elk geval nog helemaal open voor DonQi: in Nederland kunnen naar verwachting 50.000 turbines worden afgezet, en alleen al in Engeland en Duitsland 1 miljoen.

 

Doel van DonQi is om uiteindelijk vier of vijf rendabele vormen van decentrale energieopwekking aan te bieden, zoals warmtepompen en zonnecellen. “Oorspronkelijk wilden we dat al meteen doen”, zegt Snijder. “Maar we worden zo in de markt van windenergie gezogen dat het daar voorlopig nog maar even bij houden.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

 

Tekst: Karin Husslage