Als het MKB geld aan elkaar gaat lenen, is de economische impasse te doorbreken, stelt econoom Riens Meijer.
Riens Meijer noemt zichzelf 'toekomst- en veranderingseconoom'. Hij heeft zich gespecialiseerd in 'de werkelijke oorzaken' van de kredietcrisis, en spreekt ook graag over de malaise in de politiek en over de noodzaak van structurele verbeteringen in Nederland. Gevraagd naar een bijdrage over 'De Nieuwe Realiteit', zegt hij dan ook gretig ja. Volgens hem heeft die nieuwe realiteit namelijk niet zozeer te maken met een kredietcrisis die maar niet voorbij wil gaan, maar vooral met de overgang van het industriële tijdperk naar het kennis- en innovatietijdperk. 'Die overgang is uniek', zegt hij, 'en leidt door een verminderde vraag naar producten en diensten ook tot een onontkoombare hoge werkloosheid, die niets te maken heeft met de kredietcrisis.'
Twee onverenigbare opdrachten
De oorzaak van de crisis, zegt Meijer, is dat de banken na hun redding twee 'totaal onverenigbare opdrachten' van de overheid hebben meegekregen. Enerzijds moesten ze herkapitaliseren, om een eigen failliet te voorkomen, en moesten ze dus geld in kas houden. Anderzijds vraagt de samenleving aan ze dat ze wel kredieten blijven verstrekken, omdat anders de economie niet op gang komt. 'Als de banken dan ook nog eens hun te hoge leverage–ratio willen of moeten verlagen, dan betekent dit dat zij vanwege inkrimpen van hun eigen activa nóg minder geld uitlenen aan bedrijven en particulieren. Als de banken vervolgens gaan zitten wachten tot de waarderingen zich herstellen, komt de economie tot stilstand. Aldus is gebeurd', blikt Meijer terug.
Krediet als zuurstof
De uitweg, denkt hij, zit niet bij de banken, maar bij het midden- en kleinbedrijf. Dat is immers de ruggengraat van onze economie. 'En daarom is het MKB ook dé motor om onze economie weer in beweging te krijgen en te houden. Krediet voor het MKB is als zuurstof voor de mens. Daarom moet het MKB uit de wurggreep van de banken komen', stelt Meijer. Hoe dat kan, is te zien in Zwitserland, zegt hij. Bankenland bij uitstek, maar ook de uitvinder van een kredietverleningsysteem dat WIR wordt genoemd.
4 miljard Frank
Deze WIR (Wirtschaftsring Genossenschaft, later de WIR-bank) werd in 1934 opgericht door enkele MKB-ondernemers om ervoor te zorgen dat kleine en middelgrote bedrijven konden blijven handelen tijdens de economische crisis. Via het WIR–systeem kunnen bedrijven in Zwitserland onderling handel drijven en elkaar betalen in WIR, Zwitserse Frank of een combinatie van beide. Momenteel heeft het WIR-systeem circa 60.000 deelnemers. De WIR-bank heeft 7 vestigingen plus een agentschap in Zwitserland. Eind 2011 bedroeg het balanstotaal 3,9 miljard Zwitserse Frank. In 2011 maakte de WIR-bank een winst van bijna 12 miljoen Zwitserse Frank/WIR (1 WIR komt in waarde overeen met 1 Zwitserse Frank). Een voorbeeld voor Nederland, denkt Meijer.
Nieuw tijdperk
Maar 'omgaan met de nieuwe realiteit' betekent meer dan alleen de kredietverlening aan het MKB weer op gang krijgen, begrijpt Meijer. 'Vele leidinggevenden denken dat zij na de kredietcrisis op basis van hun bestaande kennis en inzichten op de oude voet kunnen doorgaan. Ten onrechte! Een nieuwe mentaliteit en aanpak zijn essentieel om in het huidige kennis- en innovatietijdperk te kunnen slagen', zegt hij. Meijer heeft het over een 'fundamentele verandering die we nu meemaken'. 'Een vergelijkbare omwenteling in de westerse wereld vond voor het laatst 165 jaar geleden plaats, toen we van het Landbouwtijdperk overgingen naar het Industriële Tijdperk.'
Historische fout
Hij vreest dat in Nederland hetzelfde gebeurt als toen. 'Historici hebben erop gewezen dat Nederland tijdens de Industriële Revolutie een achterhoedepositie innam. De ontdekkingen en innovaties die na 1850 de wereld veranderden, ontstonden buiten Nederland en werden hier relatief langzaam en op kleine schaal ingevoerd. Die fout dreigt Nederland weer te maken en dat is gezien het veel hogere tempo waarin alles tegenwoordig plaatsvindt een veel ernstiger zaak.'
Hoge werkloosheid
Meijer wil niet al te doemdenkerig overkomen, maar voorspelt wel een hoge werkloosheid de komende jaren, door outsourcing, robotisering en 'selfsourcing': de trend dat consumenten met behulp van intelligente software steeds meer handelingen verrichten die voorheen door serviceverleners werden gedaan. Dat kan een groot voordeel zijn voor bedrijven, maar leidt anderzijds ook tot minder behoefte aan arbeid.
Nieuwe werkzaamheden
Lastig, maar 'de manier waarop mensen productief zijn heeft al eerder in de geschiedenis zeer grote veranderingen ondergaan', zegt Meijer. Ook tijdens de agrarische en industriële revolutie verdween immers tot dan toe gebruikelijk werk, 'terwijl er nieuwe werkzaamheden voor terugkwamen, waarvoor nieuwe vaardigheden nodig waren. Het nettoresultaat kwam overeen met de hoopvolle vooruitgangsgedachte, en ging samen met een economische groei waardoor het besteedbare inkomen sterk steeg en tegelijk het aantal uren werk sterk afnam, dat nodig was om in de primaire behoefte te voorzien.'
Daling van de vraag
Meijer verwijst naar een recente studie van Joseph Stiglitz naar de grote depressie in de vorige eeuw, waarbij de enorme daling aan werkgelegenheid in de agrarische sector gepaard ging met een vergelijkbare daling van de vraag, die een veel grotere rol speelde bij het ontstaan van de depressie dan tot nu toe verondersteld. Joseph Stiglitz stelt dat we ons gezien het huidige verlies aan banen moeten instellen op zo'n nieuwe overgangsfase. 'Nieuwe banen moeten dus worden geschapen', concludeert 'veranderingseconoom' Meijer.
Feyenoord-stadion
Hij denkt daarbij niet meteen aan de grote werkgelegenheidprojecten, zoals we die in de jaren 30 kenden, toen het Amsterdamse Bos en de Bosbaan zijn aangelegd en het Feyenoord-stadion is gebouwd. 'Deze projecten pasten bij de toenmalige economie. In het huidige tijdperk van een op kennis en innovatie georiënteerde economie is een andere aanpak gewenst. Denk aan het vervroegen van kennisintensieve projecten waarvan de uitvoering reeds was gepland of een veelheid aan projecten die zijn gericht op duurzaamheid.'
Niet in Den Haag
Dat hoeft niet allemaal in (politiek) Den Haag bedacht en opgezet te worden. Integendeel, zegt hij. 'Decentrale initiatieven zijn wenselijker dan een centraal vastgestelde agenda.' Makkelijk zal het niet, maar wel noodzakelijk. 'We moeten nu de kans grijpen om slagvaardig de juiste projecten aan te pakken en kunnen ons daarmee een gunstige toekomstige uitgangspositie verwerven.'
Dit is de zevende aflevering in een serie over De Nieuwe Realiteit, een thema dat ook in de huidige printeditie van Management Team centraal staat. Op de hoogte blijven? Neem een abonnement.
Eerder in deze serie?
-
Jacqueline Zuidweg: 'Nederland is lui geworden'
- Daan Roosegaarde: 'Crisis doet beroep op creativiteit'
- Jaap Boonstra: 'Leiderschap is meervoud geworden'
-
Govert Derix: 'Het oude denken kraakt in zijn voegen'
- Koen Slippens: 'We moeten er agressiever in'
- Jan Rotmans: 'Ik begin eigen universiteit'