De banken voelen als eerste de gevolgen van de lage stand van de lange rente. ING Groep meldde gisteren dat de winst afvlakt, doordat het verschil tussen de korte en lange rente steeds kleiner wordt.
Gistermorgen was er even sprake van de zeldzame ’omgekeerde rentecurve’. Daarbij komt de lange rente onder het niveau van de korte rente. Het rendement op de toonaangevende tienjarige Duitse staatsobligatie noteerde 3,72 procent, terwijl het rendement op de tweejarige obligaties 3,73 procent bedroeg.
“Het krimpende margeverschil tussen korte en lange rente is slecht nieuws voor alle banken,” zegt topman Michel Tilmant van ING Groep, dat gisteren cijfers over het derde kwartaal publiceerde. Banken verdienen een belangrijk deel van hun geld door kapitaal voor steeds korte perioden aan te trekken en dit lang uit te zetten.
Bij de bankdivisie van ING werd de winst uit nieuwe activiteiten tenietgedaan door het afvlakken van de rentecurve. Beleggers delen de zorgen van ING-topman Tilmant en zetten het aandeel 4,8 procent lager. Bank-verzekeraar Fortis (-1,7 procent) en verzekeraar Aegon (-2,2 procent), die beide gisteren ook cijfers publiceerden, werden mee naar beneden getrokken.
Voor de economie heeft de omgekeerde rentecurve een onheilspellender karakter. In het verleden ging die vaak vooraf aan een recessie. De laatste keer dat de rentecurve in Europa keerde, was in augustus 2000, vlak voor het knappen van de internetzeepbel.
(Het Financieele Dagblad)