Van alle nieuwe toetreders tot de Europese Unie is Polen de lieveling van de westerse investeerders. Problemen zijn er ook: de economie is ingezakt, de werkloosheid hoog en de bureaucratie verstikkend. Maar dat gaat Brussel straks allemaal oplossen. Toch?
Alexandra Konarska zocht één medewerker voor haar congresbureau European Conferences United (ECU) in Krakau, Polen. Ze eiste een universitaire opleiding en een goede beheersing van een moderne vreemde taal. De advertentie die Konarska zette was klein, de reactie groot: 350 gegadigden. “En meer dan tachtig procent van die schrijvers was absoluut gekwalificeerd,” zegt Konarska, die kantoor houdt op de bovenste verdieping van een pand in de oude binnenstad van Krakau. Alexandra Konarska (32, Nederlandse) is getrouwd met een Pool en woont al bijna twaalf jaar in het voormalige Oostblokland.
Jan Pieter Brinkman zoekt geregeld nieuwe medewerkers voor zijn salarisadministratie.
Brinkman is prezes zarzadu, zoiets als managing director van de Poolse vestiging van het Nederlandse hang- en sluitwerkbedrijf AXA-MAG nabij Katowice. En ook bij hem komen telkens tussen de twee- en driehonderd brieven binnen. De meeste schrijvers hebben een universitaire opleiding. “Mijn hele administratie bestaat inmiddels uit kunsthistorici, natuurkundigen en psychologen,” lacht Brinkman. Wanneer hij een productiemedewerker zoekt, zijn de reacties vaak schrijnend. “Dan staan huilende moeders met hun zonen op de stoep, dat gaat je aan het hart. Soms denk ik dan wel eens, ach geef ze toch een baantje, die paar honderd zloty's kunnen er ook nog wel vanaf. Maar daar kun je natuurlijk niet aan beginnen.” Jan Pieter Brinkman is 34 jaar. Hij is gehuwd met een Poolse en woont al acht jaar in het land.
Ook Dick Bank, prezes zarzadu van de Poolse tak van de afvalverwerker Van Gansewinkel, heeft niet te klagen over personeelstekorten. Advertenties hoeft Bank in elk geval niet te zetten. Wekelijks lopen mensen binnen om naar werk te informeren, hoewel ze daar weinig kans op maken. Want het verloop onder de 125 werknemers van Van Gansewinkel is vrijwel nihil. Ook Dick Bank (38) is gehuwd met een Poolse. Het is vier jaar geleden dat hij uit Nederland vertrok.
Keuterboeren
Polen kampt met een werkloosheid van tegen de twintig procent. Toch maakt Polen geen sombere indruk. Op straat merk je relatief weinig van de werkloosheid, hooguit wat veel jonge mannen die op een doordeweekse dag met hun kinderen in de speeltuin zitten. En hoge werkloosheid of niet, wie Polen tien jaar geleden voor het laatst bezocht, kent het land niet meer terug. Miljoenen liters verf en stuc-cement hebben de centra van grote steden als Warschau, Poznan, Wroclaw en Krakau opgefrist. De straten zijn vers geteerd en vestigingen van buitenlandse winkelketens als Tesco en Carrefour staan aan alle uitvalswegen. De jonge generatie Polen spreekt Engels alsof het land nooit door de Russen werd bezet. De politieke situatie in het land is stabiel. Bovendien zijn president Krasniewski en de centrum-linkse regering van premier Leslek Miller warme voorstanders van toetreding tot de Europese Unie. Ook de kwaliteit van het onderwijs is hoog. Zowel van internationaal gerenommeerde universiteiten als de Jagiellonksi in Krakau of de Universiteit van Warschau, als van de duizenden technische opleidingen.
Daardoor hebben de werkgevers hun personeel voor het uitzoeken. Dat is behalve hoog opgeleid, ook bereid om ver onder zijn niveau te werken – voor een karig salaris. Met name om die reden is Polen de lieveling van de buitenlandse investeerders in het voormalige Oostblok. Bovendien is de immense markt van bijna veertig miljoen mensen net zo groot als die van de overige acht toetreders samen. Hoewel het in Polen nu vooral nog om de goedkope productie gaat, zal het land een aantrekkelijke afzetmarkt zijn als de koopkracht ooit echt toeneemt. En dan heeft Polen ook nog eens een bijzonder interessante oostgrens: de Baltische staten, Kaliningrad, Wit-Rusland en vooral de Oekraïne, de markten van de komende decennia. Inmiddels hebben westerse ondernemers meer dan zestig miljard euro in Polen gestoken. Met vijftien miljard euro komt Nederland op de vierde plaats.
Afval
Tot de naar schatting zeshonderd Nederlandse bedrijven die in Polen actief zijn, hoort ook de Brabantse afvalverwerker Van Gansewinkel. Een van de vestigingen van Van Gansewinkel ligt aan de rand van de stad Wroclaw. Vuilniswagens staan keurig in het gelid. In de hallen rondom lassen arbeiders vuilniscontainers en verzamelbakken voor PET-flessen in elkaar. Verderop krijgen oude Poolse containers van het bedrijf Trans Former, een van de Poolse bedrijven die door Van Gansewinkel werden overgenomen een nieuw kleurtje.
Vijf vestigingen telt Van Gansewinkel-Polen op dit moment en die liggen allen in het zuiden van het land. Dat is niet alleen de meest drukbevolkte en geïndustrialiseerde streek, maar ook de belangrijke handels-as van Berlijn via de Poolse steden Wroclaw en Katowice naar Lvov en Kiev in de Oekraïne. De vraag dringt zich dan ook op of de volgende stap van Van Gansewinkel richting Oekraïne gaat. Dick Bank antwoordt ontwijkend. Vooralsnog is er in Polen genoeg te doen. Ook hier is de markt nog allerminst verdeeld.
Van Gansewinkel zette in 1996 de eerste stappen op de Poolse markt. En die waren niet succesvol. Met name omdat het Poolse bedrijf waarmee Van Gansewinkel een joint venture sloot niet integer handelde. Drie jaar later pakte de afvalverwerker het anders aan. Geen joint ventures meer, maar overnames of volledig zelfstandig opstarten van vestigingen. Directeur Bank is tevreden over de verrichtingen van zijn bedrijf. Maandelijks haalt hij nu zo'n 5000 ton afval op. Dat is redelijk, maar grote omzetten worden zo nog niet gemaakt. Want de Polen geven veel te weinig geld uit aan het verwijderen van afval. En dat heeft weer alles te maken met het feit dat er maar amper wetgeving is die de afvalstromen milieuvriendelijk kanaliseert. Bijvoorbeeld door gescheiden aanleveren van afval verplicht te stellen. Of het storten tegen te gaan, zoals in West-Europa gebeurd. “Hier gaat álles nog naar de stortplaatsen, dat zijn ecologische tijdbommen,” zegt Dick Bank. Het heil zal waarschijnlijk uit Brussel komen, wanneer na de uitbreiding strenge milieuwetgeving wordt afgedwongen. Dan komt hergebruik, recycling, en afvalverbranding om energie op te wekken in het vizier. En wordt het voor afvalverwerkers interessant. Om dán te profiteren, moet je vandaag investeren.
Dat ligt anders bij de producent van hang- en sluitwerk AXA uit Veenendaal. AXA koos zes jaar geleden voor Polen om de hoge kwaliteit van de technische opleidingen én de lage loonkosten. Inmiddels vindt in Katowice een groot deel van haar productie plaats. Prezes Jan Pieter Brinkman schat dat AXA nu 50 tot 75 procent op haar loonkosten bespaart. Want veel van het werk is mechanisch handwerk en dat is bij de technisch zeer kundige Polen in uitstekende handen. “Ik sta er nog steeds verbaasd van hoe vaardig ze hier zijn. Technische problemen waar zich in Nederland een half dozijn projectbureaus over buigen, worden hier gewoon op de werkvloer opgelost.” Brinkman voelt zich bijzonder senang in de oude sovjetsatelliet. “Het is zo'n fantastisch land. Alleen al wat betreft natuurschoon. De zee in het noorden, de vele bossen, de lange zomers en het skiën in de winter. Prachtige steden als Gdansk en Krakau, het voor Nederlanders goedkope leven, de gastvrijheid van de mensen en dat alles op maar een dag rijden van Nederland.”
Gestapo
Echt gemakkelijk voor buitenlandse ondernemers is Polen echter niet. “In dit land lijkt iedereen te koop,” zegt Dick Bank van Van Gansewinkel. “Hier kun je alles via twee routes regelen. De snelle en de formele. De snelle betekent 'schuiven', de formele is wachten. Wanneer we een gloednieuwe wagen naar Polen brengen, zal hij vier dagen aan de grens moeten wachten om op veiligheid te worden gecontroleerd. Alsof een wagen die in Nederland door alle keuringen komt, niet aan de Poolse eisen zou voldoen. Bedrijven die de chauffeur met zijn wagen die vier dagen willen besparen, zullen een envelopje met inhoud onder tafel naar de grensautoriteit laten gaan.” En dan is er natuurlijk de erfenis van het Sovjetsysteem: de verstikkende, alomtegenwoordige bureaucratie. “Sta je uren voor een loket om het een of andere formulier af te laten stempelen, gaat het loket plots dicht. Klaar voor vandaag. Heb je het formulier eenmaal ingeleverd, blijkt bijlage C te ontbreken. Sta je een dag later met formulier én bijlage C weer bij de desbetreffende ambtenaar, moet er ook nog document H bij. En geloof maar niet dat je vriendelijk wordt behandeld. Afblaffen en snauwen is vanzelfsprekend. Áls men al tijd voor je wil nemen.”
Jan Pieter Brinkman van AXA heeft met name last van de Poolse belastingdienst, 'de Gestapo' zoals hij ze betitelt. Die moet je vooral niet vergelijken met de 'leuker kunnen wij het niet maken wel gemakkelijker'-variant in Nederland. Brinkman: “Hier komen twee zwaar aftandse dames langs. Ze hijsen hun enorme borsten op tafel, halen een papier tevoorschijn dat hen het recht verschaft om een volle maand in het bedrijf te verblijven en willen alleen met de prezes spreken. Hoe keurig je het ook geregeld hebt, na twee weken onderzoek komen ze met de meest idiote problemen op de proppen. Zó idioot, dat je gek wordt als je er met een serieuze blik naar kijkt. Inmiddels heb ik geleerd dat ze alleen naar kantoor terugmogen als ze hun superieuren de nodige 'malversaties' kunnen laten zien en de boetes overhandigen die ze daarvoor hebben geïnd.” Volgens Brinkman weten de dames zelf ook wel dat de door hen opgespoorde 'problemen' kant nog wal raken, maar dat doet er niet toe. Ben je belasting-inspecteur, dan kom je overtredingen tegen en leg je boetes op.
Net als Bank denkt ook Brinkman dat de toetreding van Polen tot de EU aan deze wantoestanden een einde zal maken. “Geen gedonder meer met de douane, dat zou voor ons een zegen zijn. Net als een eerlijke, transparante belastingdienst, conform EU-regels. Wanneer Polen dan ook nog toetreedt tot de monetaire unie en de zloty vervangen wordt door de euro, kunnen we ook ons financiële beleid veel beter sturen. Want nu zwabbert de verhouding tussen de euro en de zloty doorlopend.”
De Poolse bureaucratie, de ondoorzichtige wetgeving en de corruptie zijn niet de enige problemen waar Nederlandse ondernemers tegenaan lopen. Er is nog een probleem, dat overigens in alle voormalige sovjetsatellieten speelt: het ontbreekt veel Polen aan gevoel voor de markt. Onder de communisten ontbrak immers een markt waarop naar de gunst van de consument werd gedongen. Er werd volgens plan geproduceerd en de consument had dan ook maar één keuze: neem het product of laat het liggen. Marketing en reclame waren volstrekt onbekende verschijnselen. “Tot halverwege de jaren '90 had zelfs nog niemand van een term als direct marketing gehoord,” zegt Alexandra Konarska, mede-eigenaar van het congresbureau ECU. Konarska studeerde nog toen zij in 1994 met een Nederlandse medestudent een direct-marketing bedrijfje opzette. “Poolse bedrijven hadden wel een adressenlijst in de la liggen, maar niemand had een idee wat je met zo'n lijst allemaal kon doen. Al helemaal niemand stond er bij stil dat je je lijst ook te gelde kon maken door hem te verkopen aan een nieuwkomer.” Toen ze in 1997 een conferentie organiseerde over de meest primaire onderwerpen uit de marketing (wat is telemarketing, wat is direct mail), trok ze al meteen tweehonderd deelnemers. Inmiddels constateert ze dat Polen 'ontzettend snel leert'. Symbolisch voor dat snelle groeiproces is een conferentie die ze afgelopen zomer organiseerde met de titel 'The end of the take it or leave it era.'
Konarska relativeert de problemen met de Poolse bureaucratie die Bank en Brinkman schetsen. Zij woont dan ook al twaalf jaar in Polen en lijkt er aan gewend. Zeker, ook zij weet van de bureaucratische logheid die bijvoorbeeld het verstrekken van werkvergunningen tot drie maanden kan laten duren. Maar ze weet ook dat het bijvoorbeeld in Krakau één specifieke ambtenaar is die alles traineert: “een figuur van rond de zestig, echt nog zo'n type van de oude stempel, die gewoon geen zin heeft in al die nieuwlichterij.” Veel belangrijker dan deze problemen acht Konarska de verworvenheden van de afgelopen dertien jaar. De enorme stap van een socialistische planeconomie naar het kapitalistisch liberalisme. Van een land vol staatsbedrijven waarin termen als management en marketing nog volstrekt onbekend waren, naar een moderne markteconomie. Volgens Konarska verschilt Polen steeds minder van het westen.