Niet alle managementdeskundigen van naam komen uit de Verenigde Staten. Een aantal Nederlandse wetenschappers en consultants wist door te dringen tot de internationale top. Acht poldergoeroes op een rij.
Nederlander en managementgoeroe, op het eerste gehoor klinkt het als een onwaarschijnlijke combinatie. Wie goeroe zegt denkt aan Henry Mintzberg, C.K. Prahalad of Peter Senge. Vergeleken met deze kanonnen zijn veel van de deskundigen die het vaderlandse lezingencircuit bevolken typische local heroes. De een heeft het gezag niet om op internationaal niveau serieus te worden genomen, de ander ontbreekt het aan de ambitie. Vroeger hadden we de socioloog Geert Hofstede en de econoom Jan Tinbergen om trots op te zijn. Hofstedes boek over cultuurverschillen is nog steeds verplichte kost bij Harvard. Nobelprijswinnaar Tinbergen wordt nog geregeld geciteerd als het om modellen van vraag en aanbod gaat. Is het na hen stil geworden wat betreft de Nederlandse inbreng in het mondiale debat? Toch niet helemaal.
Wie de buitenlandse managementbladen bijhoudt, aankondigingen van internationale congressen bij de post vindt of de aanbiedingen van de grote uitgeversconcerns uitvlooit, komt verrassend vaak een Nederlandse naam tegen. De laatste jaren weer steeds vaker, lijkt het wel. Arie de Geus is natuurlijk de bekendste. Goeroe-watcher René ten Bos noemt de gepensioneerde Shell-directeur zonder aarzelen de enige echte, omdat hij twee keer met een artikel in de Harvard Business Review heeft gestaan: “Dan tel je pas echt mee.” De Geus staat echter niet alleen. Zeven mannen houden hem gezelschap: managementpsycholoog Manfred Kets de Vries, cultuuronderzoeker Fons Trompenaars, marktleiderspecialist Fred Wiersema, macro-econoom Eduard Bomhoff, managementstrateeg Henk Volberda, e-commercekenner Cor Molenaar en marketingman Jay Curry. Goeroes zullen ze zichzelf niet gauw noemen. Aan hun invloed op ondernemers en managers over de hele wereld doet dat echter niets af.
Arie de Geus
De grand old man van de Nederlandse managementdeskundigen was tot zijn pensionering in 1989 directeur bij Shell. Het prestigieuze Harvard Business Review accepteerde tot twee keer toe een artikel van zijn hand: in 1988 Planning as learning en in 1997 The living company. Een uitgewerkte versie van dat tweede stuk verscheen later onder dezelfde titel in boekvorm bij de Harvard Business School Press en werd vervolgens terugvertaald als De levende onderneming. De Geus maakt een scherp onderscheid tussen bedrijven die het louter en alleen te doen is om de aandeelhouderswaarde, en bedrijven die streven naar continuïteit op langere termijn door een duurzaam samenwerkingsverband van álle stakeholders te creëren. Werkelijk succesvolle bedrijven verstaan de kunst om als organisatie te leren en beschouwen ook hun besluitvormingsproces als een leertraject. De Geus is nog steeds adviseur van de Wereldbank, het ministerie van Verkeer en Waterstaat en tientallen bedrijven over de hele wereld.
Manfred Kets de Vries
Management en psychoanalyse, op het grensvlak van die twee disciplines heeft Manfred F.R. Kets de Vries zijn niche uitgebeiteld. Zijn inzichten past hij toe op thema's als leiderschap, stress, loopbaanontwikkeling, ondernemerschap, familiebedrijven, en organisatieverandering. Begin jaren zeventig promoveerde hij aan de Harvard Business School. Sindsdien is hij in het buitenland blijven werken. Niet alleen als hoogleraar (aanvankelijk aan de Canadese McGill University, vervolgens Harvard en uiteindelijk aan de Franse business school Insead) maar ook als praktiserend psychoanalyticus. Hij staat bekend als een uitmuntend docent en productief schrijver. Zijn boeken verschijnen eerst in het Engels bij gerenommeerde uitgeverijen als Jossey-Bass en Wiley, en worden vervolgens in het Nederlands vertaald. Onlangs publiceerde hij nog The leadership mystique (Leiderschap ontraadseld), een voor zijn doen zeer praktisch boek over de stijl van de leider. Kets de Vries treedt ook op als adviseur in strategisch human resources management voor bedrijven als AAB, Aegon, Nokia en Volvo.
Fons Trompenaars
De globetrotter onder de Nederlandse goeroes. Trompenaars reist de hele wereld af om seminars te geven over het managen van culturele diversiteit in organisaties. Hij vestigde in 1994 zijn naam met het boek Riding the waves of culture, waarin hij samen met Charles Hampden-Turner een model ontwikkelde om op zeven dimensies culturele verschillen te analyseren. Sindsdien publiceert hij om de twee, drie jaar in Amerika een boek dat steevast een bestseller wordt. Aan al zijn werk ligt de overtuiging ten grondslag dat culturele diversiteit niet alleen een geweldige uitdaging is, maar op termijn ook een kritieke succesfactor voor internationaal opererende managers. Wie de cultuurkloof weet te overbruggen, kan daar een beslissend concurrentievoordeel mee behalen. Trompenaars weet uit de praktijk waar hij over praat en heeft daar ook nog eens een wetenschappelijk onderbouwd verhaal bij. Hij werkte voor Shell in negen verschillende landen en deed onderzoek aan drie universiteiten, waaronder de prestigieuze Wharton School. Behalve managing director van Trompenaars Hampden-Turner is hij ook docent bij het internationale MBA-programma van de Erasmus Universiteit.
Fred Wiersema
In de Verenigde Staten zijn er meer mensen die Fred Wiersema kennen dan in zijn geboorteland. De Groninger dankt zijn faam aan een bestseller die hij in 1995 samen met Michael Treacy schreef, The discipline of market leaders. Nadat hij in Rotterdam economie had gestudeerd, verliet hij in 1972 Nederland om aan de universiteit van Lancaster (UK) een masters in marketing te doen. Hij werkte vijf jaar op een Amerikaanse vestiging van het reclamebureau J. Walter Thompson, promoveerde aan de Harvard Business School en werd docent aan Simmons College in Boston. In die tijd ontwikkelde hij een eigen adviespraktijk op het gebied van marktleiderschap. Dat leidde tot een joint venture met de strategieconsultants van Diamond Cluster. Dit jaar publiceerde Wiersema bij het gerenommeerde The Free Press zijn vijfde boek, The new market leaders. Daarin gaat hij voor verschillende sectoren van de economie na wat de absolute topondernemingen onderscheidt van bedrijven die 'gewoon' goed zijn. De verschijning van het boek gaf een nieuwe impuls aan Wiersema's toch al voorspoedige carrière in het mondiale circuit van congressen en consultancy.
Eduard Bomhoff
Het Nederlandse publiek kent prof. dr. Eduard Bomhoff vooral uit de columns over economie en politiek die hij sinds 1989 elke week schrijft voor NRC Handelsblad. Wereldwijd geniet de van oorsprong Rotterdamse macro-econoom groot aanzien vanwege zijn talrijke boeken en artikelen, die behalve van een solide wetenschappelijke basis ook blijk geven van een brede maatschappelijke belangstelling. Dat maakt Bomhoff tot een graag geziene gast op internationale congressen en seminars voor beleidsmakers en beslissers bij overheden en ondernemingen. Hij was gasthoogleraar in Singapore, Berlijn, Kiel, Moskou en Leuven, en werkte als adviseur voor het Internationaal Monetair Fonds en de Bank of Japan. Tegenwoordig heeft hij zijn thuisbasis aan de Universiteit Nyenrode, waar hij het economisch onderzoeksinstituut Nyfer leidt. Daarnaast is hij lid van de Conference of Business Economists in de Verenigde Staten en werkt hij mee aan de publicaties van de Bank Credit Analyst Group in Montréal.
Henk Volberda
Nederlandse wetenschappers doen het goed op het internationale podium. Iemand die daar ook een plek begint te veroveren, is de jonge Rotterdamse hoogleraar Henk W. Volberda. Zijn specialisme is flexibiliteit van organisaties. Hij promoveerde op een onderzoek naar de manier waarop bedrijven omgaan met veranderingen in hun omgeving. Flexibiliteit is natuurlijk hét antwoord op turbulentie. Maar wat kun je doen als je aan het hoofd staat van een organisatie die niet flexibel genoeg is? Die vraag werkte hij uit in het boek waarmee hij zichzelf in één klap op de lijst van toonaangevende auteurs plaatste: Building the flexible firm. Het werd uitgegeven door het academische Oxford University Press, maar vond al gauw zijn weg naar de internationale praktijk. De hartelijke aanbevelingen van de beroemde Igor Ansoff, die in 1965 met Corporate Strategy de theoretische basis legde voor strategische planning in het bedrijfsleven, zullen daar niet vreemd aan zijn geweest. Volberda werd gastdocent aan de Wharton School en aan de business school van de City University in Londen. Dit jaar publiceerde hij de bundel Rethinking Strategy, die inmiddels geldt als een onmisbaar overzicht van de discussie over ondernemingsstrategie.
Cor Molenaar
De 'Direct marketing man' van het jaar 1994 legt zich helemaal toe op de combinatie van marketing, informatietechnologie en organisatiekunde. Die drie disciplines vormen ook de basis voor zijn bloeiende adviespraktijk op het gebied van e-commerce en customer relationship management. Hij heeft een eigen bureau, eXQuo, en is daarnaast hoogleraar e-marketing aan de Erasmus Universiteit. Met zijn zestien boeken, waarvan een deel in het Engels, heeft hij bewezen een vaardig en aansprekend auteur te zijn. Zijn Interactive marketing uit 1995 wordt nog steeds goed verkocht, wat hem een goede ingang verschaft voor het lezingencircuit in binnen- en buitenland. Als dit najaar zijn nieuwste boek in Londen verschijnt bij Financial Times, zal hij het daar nog drukker mee krijgen. The future of marketing belooft verplichte kost te worden voor marketeers die in het post-internet tijdperk op zoek zijn naar praktische strategieën.
Jay Curry
Hij is geboren en getogen in New York, maar sinds hij zich in 1972 in Amsterdam vestigde om daar een filiaal op te zetten voor het pr- en marketingbureau van Young & Rubicam is Jay Curry zó met Nederland vergroeid geraakt dat hij best in dit overzicht mag staan. Hij werkte nog een aantal jaren voor VNU, waar hij zich bezighield met elektronische uitgaven, maar werd in 1983 zelfstandig adviseur op het gebied van direct marketing. Als antwoord op de scepsis waarop hij vaak stuitte bij topmanagers, ontwikkelde Curry het praktische concept van customer relationship marketing. Daaromheen bouwde hij zijn bureau MSP Associates op, dat onder meer werkt voor Xerox, DHL, Kimberley-Clark, ING Bank en Philips. Zijn status als goeroe dankt hij aan zijn eerste boek, Customer marketing, dat behalve in het Engels ook verscheen in het Nederlands, Frans, Duits, Italiaans en Portugees. Latere titels als Know your customers en Customer marketing: how to increase the profitability of your customer base bevestigden dat Curry op het internationale podium geen eendagsvlieg was, maar een blijver.