Ontwerpers hebben als enige geleerd overal over na te denken, zegt Piet Hein Eek. Daarom moeten ze in de Raden van Bestuur zitten.
Ieder groot bedrijf zou een ontwerper in de raad van bestuur moeten opnemen. Dat zei Piet Hein Eek (inderdaad: ontwerper) vorige week tijdens Sprout Challengerday. 'Het zijn de enige mensen die geleerd hebben overal over na te denken. Als designer doe je alles zelf, van begin tot eind. Ook Steve Jobs was een generalist pur sang.' Eek, die groot werd met zijn meubels van sloophout, vertelde tijdens het event verder voornamelijk over de marketing van zijn bedrijf en producten. Een bloemlezing:
Over zijn doorbraak:
'We kregen uit hele wereld aanvragen. Toen stond ik voor de keus: ik kan energie in het vermarkten stoppen of weer nieuwe dingen gaan maken. Daarop heb ik 6 jaar lang niks met sloophout gedaan. We hoefden ook niks aan de verkoop doen. Ik zei altijd: we maken een kleine serie, maar het materiaal is héél moeilijk te krijgen. Wat we in feite deden: als we weer eens geld nodig hadden, belden we die mensen en maakten we een paar kasten.'
Over marketing via de woonbladen:
'Wij waren de enigen die altijd iets nieuws hadden en woonbladen hadden altijd inhoud nodig. Van ons kregen ze heel veel redactionele inhoud, helemaal voor niets. Ik heb wel eens 17 bladzijden geteld. Daar betaalden wij niets voor. Op een gegeven moment gingen ze me bellen: je zou toch advertenties afnemen? Ik antwoordde: daar vergis je je in. Wij maken nieuwe dingen, advertenties heb je alleen nodig als je een product hebt dat je in aantallen wilt verkopen.'
Over nieuwe dingen maken:
'Wat wij leuk vinden – nieuwe dingen maken – vinden mensen soms best eng. Zo belde ik een zaak in de Warmoesstraat, omdat ik een lamp van koper had gemaakt. Ze reageerden: wij verkopen geen koperen lampen. Ik zei: daar bel ik juist voor. Het antwoord? Ik houd niet van koper.'
Over het belang van zijn nieuwe pand:
'Doe iets met inhoud en het trekt de aandacht. Dat was de reden om het pand in Eindhoven te kopen. Het zorgde na 15 jaar voor een herhaling van de aandacht die mijn kast trok; in de Verenigde Staten kreeg ik bijvoorbeeld een paar pagina's in The New Yorker.'
Over efficiency:
'Wat arbeid en materiaal betreft: we hebben veel bereikt in efficiency. Maar het gaat mis op 2 gebieden: als arbeid en tijd neerkomen op aandacht, bijvoorbeeld als je een uur lesgeeft, dan is die tijd echt nodig en kun je er niet op beknibbelen. Dat geldt ook in de zorg: een machine die de ziekenzaal rondgaat als robot, dat is optimalisatie, maar die mensen willen ook een gesprekje. Met die efficiencyslag gaat het als de aandacht 1 op 1 is.'
Over de merknaam Piet Hein Eek:
'Marketing is superbelangrijk voor ons, maar de beste marketing die we kunnen doen, is het niet doen. In de VOF-akte uit 1993 heb ik mijn naam uitgeleend aan het bedrijf. Al in de tijd van Jan des Bouvrie was de persoonsnaam belangrijker dan de merknaam.'
Over copyright:
'Ik word ontzettend veel gekopieerd. Mijn eerste reactie was: laat maar, ik zie het als een eerbetoon. Maar het werd heel erg, dus moest ik er wat aan doen. Maar een rechtszaak vind ik uitermate treurig. Ik heb het één keer gedaan als testcase, sindsdien niet meer. In Nederland staat het recht op dit aspect nog in de kinderschoenen. Het voelde bijna als opvoeden, in plaats van mijn gelijk halen. Dus ben ik teruggekeerd op mijn oude standpunt, dat het een eer is als ze je namaken.'
Over plezier:
'Met plezier mislukken is leuker dan met chagrijn succes hebben.'
