Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Onderzoek – Jonge managers zijn niet zo groen

Als economie en milieu botsen, kiezen managers jonger dan 40 jaar vaker voor de economie dan de generaties voor hen. Oudere managers reageren beduidend ’groener’ op stellingen over het milieu. Dat blijkt uit een enquête onder het MT-lezerspanel.

Wat is eigenlijk ‘maatschappe-
lijk verantwoord ondernemen’? On-duidelijkheid hierover leverde twee jaar geleden hilarische antwoorden op van middenstanders in een enquête van het economisch beleidsonderzoeksbureau EIM. De vraag luidde: ‘Kunt u een voorbeeld noemen van maatschappelijk verantwoord ondenemen’. Tot verrassing van de onderzoekers waren veelgehoorde antwoorden ‘ik zit in de dienstverlening’ en ‘ik hoor de verhalen van mijn klanten aan’. Ik ga met mensen om, dus ben ik maatschappelijk verantwoord bezig.
Nu moet u niet te hard lachen, een enquête over ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ verzin je niet zo een-twee-drie. Neem alleen al de ambivalente terminologie. Je hebt ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’, maar ook ‘duurzaam ondernemen’, ‘transparant ondernemen’ en ‘maatschappelijk ondernemen’. MKB-Nederland laat ‘verantwoord’ liever weg uit de term. Want wat is ‘onverantwoord ondernemen’ dan?

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Winstmaximalisatie
Gevraagd om een bedrijf te noemen dat kan worden geassocieerd met mvo, komt TNT Post als meest genoemd uit de bus. In aflopende volgorde volgen Triodos Bank, Rabobank, Shell, Philips, Max Havelaar, ASN Bank, Fair Trade en The Body Shop. Ruim 43 procent komt niet spontaan op een bedrijfsnaam. Een stuk moeilijker ligt het als wordt gevraagd naar een bestuursvoorzitter die associaties oproept met mvo. Bijna 76 procent van de respondenten kan niet op een naam komen. Zo’n 8 procent noemt Bono-sympathisant Peter Bakker (TNT), op afstand gevolgd door Jeroen van der Veer van Shell (2 procent).
De breed in de media uitgemeten steun van Bakker voor het World Food Programme van de Verenigde Naties, zal ongetwijfeld een rol spelen bij de antwoorden op beide vragen. De hoge mvo-associatie van de Shell-topman daarentegen, is een merkwaardige. De vraag ‘kunt u een bedrijf noemen dat u in het geheel niet met mvo associeert’ levert namelijk een nummer 1-positie op voor Shell (12 procent). In aflopende volgorde volgen ABN Amro, KPN, McDonald’s, Unilever, Aldi en Philips.
De ondervraagden blijken te beschikken over een nogal nuchtere inslag. De stelling ‘bedrijven doen aan maatschappelijk verantwoord ondernemen ten dele om goede sier te maken bij het grote publiek’, wordt door 63 procent van hen onderschreven. Nog eens 14 procent is het oneens met deze uitspraak, en 23 procent stelt zich neutraal op. ‘Bedrijven die aan mvo doen, zullen op termijn succesvoller blijken te zijn dan ondernemingen die dat niet doen’ kan rekenen op in de instemming van 50,5 procent van de ondervraagden. De uitspraak ‘mvo is een begrip dat vooral met de mond wordt beleden’ krijgt steun van 35 procent, waarbij moet worden aangetekend dat significant meer jongeren (43 procent) dan ouderen (32 procent) het ermee eens zijn. Tot de groep ouderen rekenen we iedereen boven de 40 jaar.
Er volgden nog meer keurige, verantwoorde reacties. Het streven naar autonome groei is zeker niet strijdig met maatschappelijk verantwoord ondernemen, vindt 71 procent. Ook het ondernemersdoel winstmaximalisatie is dat niet, zegt 58 procent. Maar als het lezerspanel moet kiezen tussen milieu en economie, gaat dat laatste er met de hoofdprijs vandoor. De vraag ‘komt voor u op de eerste plaats als milieu en economie botsen’ wordt door 45 procent van de ondervraagden met ‘economie’ beantwoord, 44 procent kiest voor milieu. Meer jongeren (50 procent) dan ouderen (43 procent) laten de economie voorgaan ten koste van milieu.

Materiële zaken
We legden het panel nog meer van dit soort duivelse dilemma’s voor. Verdere groei van de luchthaven Schiphol is goed voor de economie, maar een belasting voor milieu en omgeving, stelden we. Waar kiest u voor? Iets meer dan 48 procent neigt naar de stellingname ‘de leefomgeving van onze kinderen en kleinkinderen is belangrijker dan de mainport-ambities van Schiphol’. Een kleinere groep van 41 procent vindt dat de milieu- en geluidsnormen moeten worden afgezwakt zodat Schiphol sneller kan groeien; ook in dit geval zijn jongeren opvallend minder ‘groen’ ingesteld dan ouderen, met 46 respectievelijk 39 procent v–r een snelgroeiende luchthaven
Mvo komt pas echt dichtbij als de respondenten wordt gevraagd afstand te doen van een materiële bezitting naar keuze ‘als dat een betere wereld ten goede komt’. Ruim 61 procent zou dure vakanties naar verre oorden wel willen laten schieten. Met stip op de tweede plaats staat de leaseauto (26 procent), gevolgd door een deel van het bruto inkomen (25 procent) en een woonplaats die op grote afstand van de werkplek ligt (19 procent). Deze vraag bood ruimte voor een open antwoord. Een energieslurpende levensstijl (televisie, veel reizen) werd het meest genoemd. Een respondent weet het zeker: er is géén verband tussen het opgeven van materiële zaken en een betere wereld.
Een bekende bijdrage aan een betere wereld is deelname aan een ontwikkelingsproject in een arm land. Maar hoe vaak dit soort vrijwillige acties – al dan niet met collega’s van hetzelfde bedrijf – door de media is belicht, 73 procent van de ondervraagde managers heeft nooit aan een dergelijk project deelgenomen. Van de respondenten die dat wel hebben gedaan, blijkt 84 procent boven de 40 te zijn. We vroegen er niet naar, maar zou het kunnen dat de aandrang iets voor de derde wereld te doen toeneemt met leeftijd? Misschien, al spelen financiële overwegingen waarschijnlijk een grotere rol. Op de vraag ‘zou u een ontwikkelingsproject doen als uw werkgever dat aanbood’ reageert 56 procent positief, en in dit geval zijn dit bijna net zo veel jongeren als ouderen, 52 respectievelijk 58 procent.