In het antivirus-wereldje kent nagenoeg iedereen elkaar. Zo ook Dick R. Geheniau en de Russen Eugene en Natalya Kaspersky, grondleggers van het gelijknamige softwarebedrijf. Toen in 1997 Kaspersky formeel werd opgericht, wilde Geheniau de distributie van de software in de Benelux voor zijn rekening nemen. Ondanks een faillissement van zijn bedrijf, werd de samenwerking gecontinueerd. Sterker nog: Geheniau kreeg de exclusieve distributierechten voor de Benelux. Er zou een Nederlandse organisatie worden opgetuigd, maar tot een uitgewerkte schriftelijke distributieovereenkomst is het niet gekomen, ook niet na herhaaldelijk aandringen van Geheniau. Gaf niks. Beide partijen vonden de business belangrijker dan de juridische merites. En met die werkzaamheden had de Benelux-organisatie het al druk genoeg. Geheniau: “Van Kaspersky krijgen we alleen toegang tot een server voor software en licentiesleutels. De vertaling van de software, de verpakking, de distributie en marketing, alles doen we zelf.” In 2009 stond er dan ook een organisatie met ruim 40 medewerkers, acht distributeurs en 1.400 resellers en met 7 procent van de Europese omzet en een top 3 positie in Nederland hadden de Russen geen reden tot klagen. Financieel ook niet: De Benelux-organisatie had een omzet in 2009 van 7,2 miljoen en een EBITDA van 1,2 miljoen.
Buitenlandse import
Al die jaren zijn er nooit problemen geweest. Nou ja, op een uitzondering na. De Russen konden naar eigen zeggen niet verbieden dat Nederlandse consumenten software bij buitenlandse sites bestelden; de Europese mededingingsregelgeving is daar nu eenmaal duidelijk over. Geheniau leed hierdoor schade, maar de Russen wilden de verliezen wel verrekenen met de royalty’s die de Benelux hen verschuldigd was. In afwachting van de voorgenomen acquisitie van de Benelux-organisatie door Kaspersky had Geheniau de royalty’s, zo’n 3 miljoen euro, volgens afspraak geparkeerd. Daar deden de Russen niet moeilijk over.
Handtekening
Op 4 februari 2009 stuurde Kaspersky eindelijk een schriftelijke concept distributieovereenkomst met het verzoek om deze “om fiscale redenen” met spoed te ondertekenen. Geheniau paste de overeenkomst aan conform de eerdere afspraken, maar de Russische handtekening kwam er niet. Volgens Geheniau waren de inbreuken inmiddels opgelopen. Hij schat de inbreukverkopen zelfs op 2 miljoen euro. September 2009 kwamen de Russen met een gewijzigde afspraak die er op neerkwam dat men voortaan twee keer zoveel royalty’s kon bedingen: veertig in plaats van twintig procent van de eindprijs. Dat was onacceptabel voor Geheniau: de gemiddelde marge van de distributeurs bedroeg al 50 procent, daardoor zou nog maar 10 procent van de eindgebruikerprijs beschikbaar zijn voor dekking van alle kosten en marge. Op 9 december 2009 vloog Geheniau naar Moskou voor overleg, maar de niet te misverstane boodschap luidde: tekenen of einde verhaal. Geheniau weigerde het doodvonnis te tekenen, en dus werd de overeenkomst per 1 januari 2010 beëindigd. De toegang tot software en licenties werd afgesloten en Kasperspy begon al actief personeel bij de Benelux-organisatie te werven. Geheniau gaf een deel van het personeel vrij en stapte naar de rechter.
Rechtbank
Vanaf september 2009 hebben de Russen alles in het werk gesteld om een gewijzigde royaltyverdeling ten nadele van Geheniau en zijn organisatie ‘door de strot de duwen’, zo betoogde de advocaat van Geheniau in de Bossche rechtbank. En niet toevallig viel dat samen met de stopzetting van de samenwerking met distributiekantoren in andere landen. De Russen zouden overal hun eigen kantoren willen opzetten en daar draaide dit conflict werkelijk om. De Russen gaven te kennen dat de Nederlanders te veel het onderste uit de kan hebben willen halen, en dat samenwerking in de toekomst op deze basis toch echt geen zin meer had.
Begin februari kwam de rechter met een uitspraak waar zelfs Geheniau niet meer op had gerekend: Kaspersky Lab Benelux mag tot zeker 1 augustus licenties blijven verkopen. De Russen kunnen niet zomaar onder de exclusieve verkoopovereenkomst uit, en al helemaal niet omdat zij opzegging
Oplossing bij conflicten over grens: arbitrage
onvoldoende hebben beargumenteerd. Geheniau hoopt ondanks de verstoorde verstandhouding de samenwerking te kunnen voortzetten tegen een billijke compensentatie; aan de producten ligt het niet. “Ik had eerder moeten aandringen op overname, zegt hij nu. “Stom genoeg heb ik er toen geen halszaak van gemaakt.”
Conflicten tussen internationale zakenpartners hoeven niet te eindigen bij de rechter, zij kunnen ook beroep doen op internationale arbitrage, oftewel rechtspraak buiten de gewone rechter om. Als arbiters worden gewoonlijk juristen of deskundigen uit de branche aangezocht. “Idealiter moet je arbitrage vooraf in je contracten voorleggen,” zegt advocaat Hans Meyjes van Hampe Meyjes Advocaten. “Anders kun je de tegenpartij niet dwingen daaraan deel te nemen.” Arbitrage na kort geding heeft doorgaans weinig zin, zegt Meyjes. “De verstandhouding is vaak al te zeer verstoord.”