Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

MT Interview: Wim van Vonno (BAM)

De omzet vervijfendertigvoudigde in de jaren dat Wim van Vonno aan het roer stond van bouwbedrijf BAM. Maar hij is de laatste die zich op de borst zal kloppen: “Die tent moet hier goed lopen, daar gaat het om.”

Interviews met Wim van Vonno gaan steevast over overnames, projectontwikkeling, bouwactiviteiten en vooral niet over Wim van Vonno. De vierenzestigjarige topman van Koninklijke BAM Groep staat bekend als zeer bescheiden en is wars van mannetjesmakerij. Op 1 oktober droeg hij de voorzittershamer over aan Joop van Oosten, sinds tien jaar lid van de raad van bestuur. Op zijn verjaardag, 1 januari, gaat hij definitief met pensioen. In de 23 jaar dat hij aan het roer stond vervijfendertigvoudigde hij de omzet tot 7,5 miljard euro. BAM is Nederlands grootste bouwbedrijf, en bovendien – als de beoogde overname van ontwikkelaar AM tot een goed einde wordt gebracht – marktleider op het gebied van woningbouwontwikkeling.

Technische natuurkunde, de leer van het licht: u heeft een bijzondere vooropleiding voor een carrière in de bouwwereld.
“Toen ik destijds tegen de directeur van mijn hbs zei dat ik civiel in Delft wilde gaan doen, keek hij mij meewarig aan en zei: ‘Wim, dat zou ik niet doen. Jij moet wis- en natuurkunde in Amsterdam gaan doen.’ En mijn vader praatte natuurlijk de directeur van de school na, die kon dat veel beter weten dan zo’n snotjochie. Het compromis werd natuurkunde in Delft, gevolgd door een promotieonderzoek op het gebied van optica, om precies te zijn naar de invloed van de atmosfeer op de fysische eigenschappen van glas. Na mijn promotie had ik meteen in de VS in de optische industrie aan de slag kunnen gaan. Ik heb genoten van mijn studie, en ook van mijn promotie. Maar ik wilde de bouw in, al voor ik naar Delft ging. Dus ben ik begonnen bij een adviesbureau voor installatietechniek. Jaren later heb ik trouwens nog wel mijn zeilboot ‘Optica’ gedoopt.”
 
Hoe was het om als 41-jarige als eerste man bij BAM binnen te komen?
“De eerste dagen voelde ik mij een vreemde eend, ook al had ik natuurlijk al met mensen kennisgemaakt. Ik probeerde vooral kennis op te doen, niet te snel beslissingen te nemen over dingen waarvan ik nog niet wist hoe ze in elkaar zaten. Gelukkig had ik geen echte concurrentie van binnenuit, op eentje na misschien, maar het was geen situatie waarbij twee of drie anderen ook op die stoel hadden willen zitten.”
 
Wat is het geheim achter uw succesverhaal?
“Veel aandacht besteden aan mensen. In het bedrijfsleven draait het altijd om geld, winstgevendheid, modellen, maar uiteindelijk zijn het mensen die dat waar moeten maken. Het management van de onderneming, of het nou de top of subtop is, moet kwalitatief goed zijn en allemaal enigszins dezelfde ideeën hebben. Als je dagen of weken nodig hebt om een gezamenlijke strategie uit te stippelen, dan heb je een probleem. Goede mensen is het allerbelangrijkste, die kijken dan zelf wel naar die markt.”
 
Maar met uw tempo van bedrijven overnemen, heeft u ook een hoop managers cadeau gekregen.
“Ja, en ook met hen moet je kennismaken, praten, ideeën overbrengen en proberen daar draagvlak voor te vinden. En dat is wel aardig gelukt. Ik ga graag het bedrijf in, mensen opzoeken op hun eigen bureau of hun eigen werkplek.”
 
Wat voor een leider bent u?
“Ik vind mijzelf niet zo’n leider, maar onderdeel van het geheel, en zo hoort het ook te zijn. De een is imagogericht en de ander niet. Het gaat in de eerste plaats om het bedrijf, in de tweede plaats om hoe je zelf bent. En die tweede plaats zit daar een heel stuk onder.”
 
Inderdaad bescheiden dus?
“Dat mag je wel zo noemen, maar het is meer een manier van doen. Wat moet ik toch een hele dag lopen roepen over mijzelf en allerlei politieke uitspraken doen. Die tent moet hier goed lopen, daar gaat het om.”
 
Kent u de term ‘level 5-leiderschap’ van Jim Collins?
“Nee, vertel.”
 
Collins beschrijft in zijn boek Good to great bedrijven die drie tot vier keer zo goed presteren als hun concurrenten. Hij omschrijft leiders van die bedrijven als nederig, bescheiden en wilskrachtig, op het obsessieve af. Herkenbaar?
“Dat obsessieve herken ik niet, wel de gedrevenheid. Je moet er altijd mee bezig zijn.”
 
Altijd?
“Altijd. Ook op zaterdag en zondag. Als ik mij voor de spiegel sta te scheren sta ik te bedenken wat ik de dag erop in een toespraak zal zeggen.”
 
En dat 23 jaar lang?
“Ja, ik ben altijd zo gedreven geweest. Er is natuurlijk wel een ontwikkeling. Je doet ervaring op, en natuurlijk routine. Routine is gevaarlijk, de kunst is om bij die routine toch alert te blijven. Routine is het nadeel van ervaring, als je niet oppast ga je dingen routinematig doen. Je moet altijd zaken opnieuw de revue laten passeren, en kijken of de omstandigheden misschien anders zijn.”
 
Heeft u veel cursussen afgelopen en managementboeken doorgewerkt?
“Zal ik je wat opbiechten? Ik heb na mijn promotie nog één cursus gevolgd: snellezen. En verder helemaal niets, ondanks diverse aansporingen van mensen om mij heen: ‘Je moet naar Harvard of naar Parijs.’ Ik had het veel te druk. Bovendien: je hebt de hele dag cursus, je hebt de hele dag opleiding! Ik zeg niet dat iedereen dat zo moet doen, maar bij mij is het zo gegaan.”
 
Voert u zelf functioneringsgesprekken of heeft u dat gedelegeerd?
“Functioneringsgesprekken voer ik niet veel meer. Je gaat met mensen om. Af en toe geef je een schouderklopje, af en toe een duwtje de hoek in. Het is meer mijn stijl om dat het hele jaar door te doen, dan mij afzijdig te houden en dan opeens twee uur over iemands functioneren te praten.”
 
Wat is een goede manager?
“Wat ik net omschreef, hoe ik mijzelf zie. Niet dat ik allemaal klonen van mijzelf wil, maar mensen die betrokken zijn bij hun werk, betrokken zijn bij de mensen om hun heen, die goed de markt proberen te analyseren.”
 
U zit al tien jaar met uw opvolger Joop van Oosten in de raad van bestuur en het is algemeen bekend dat u het goed met elkaar kunt vinden. Is dat belangrijk?
“Jazeker, ik denk dat je in ieder geval een zakelijke vriendschap moet hebben. Je moet elkaar vertrouwen, open en transparant zijn. Alles tegen elkaar durven en willen zeggen, vooral willen zeggen. Dat hoort voor mij allemaal bij een goed team.”
 
Voelt u zich ondernemer of manager?
“Ik voel mij natuurlijk ondernemer, maar aan dat managen ontkom je niet. Je moet echt gevoel hebben hoe de tent in elkaar zit en een beetje de boel kunnen regelen, anders gaat het niet, hoeveel goede plannen je ook hebt. Het belangrijkste is dat je elkaar stimuleert in ideeën, en het afmaken van zaken en implementeren. Luisteren is ook zo’n belangrijke eigenschap. Mensen moeten het idee hebben dat ze hun verhaal bij je kwijt kunnen. Ik heb van luisteren meer geleerd dan van praten.”
 
Bent u eigenwijs?
“Dat moet je aan anderen vragen. Ik vind van niet, maar ik betwijfel of iedereen het daarmee eens is.”
 
Drie jaar geleden verraste u vriend en vijand met de overname van HBG. Analisten vonden de overnamesom een maatje te groot voor BAM, maar u zette – eigenwijs – door. Terecht, want door de aankoop van HBG groeide BAM uit tot ’s lands grootste bouwer.
“Ja, maar dat was wel een beslissing van de voltallige raad van bestuur. We vonden het een beetje vroeg, we vonden het ook heel groot. Maar het was wel de stap naar Europa. Nadat we dat als raad van bestuur goed van tevoren doorgesproken hadden, ging ik ervoor, en tot mijn verbazing lukte het ook nog.”
 
Waarom blijft u tot 31 december?”
Op 1 januari word ik 65. Het bedrijf is in een consolidatiefase, zeker als je het met afgelopen jaren vergelijkt. Ik denk dat dit een mooi moment is om het stokje over te geven, en dat is 1 oktober gebeurd.”
 
U bent met AM in onderhandeling over de overname van de woningbouwonderdelen. Wilt u deze deal nog afhandelen voor uw vertrek?
“Daar had ik inderdaad op ingezet. Maar het is nu wel duidelijk dat de afronding daarvan over de jaarwisseling heen reikt. Tot 31 december werk ik er hard aan, dan kan Joop ondertussen rustig voorzitter spelen, rustig tussen aanhalingstekens.”
 
Wat wilt u als bouwer met AM?
“Iedere grote groep moet aan eigen ontwikkeling doen, daar liggen nou eenmaal kansen. Wij willen zowel aan de voorkant als aan de achterkant van de bouwketen groeien. Als je naar onze totale bouwcapaciteit kijkt was die ontwikkelactiviteit te klein. Vijf jaar geleden was die al te klein, toen we NBM overnamen zat daar geen ontwikkelstuk bij, bij HBG wel, maar ook daarna bleef een van onze speerpunten de ontwikkelpoot uit te breiden. Als dit rond is, staat er een heel mooi geheel.”
 
Wat was uw hoogtepunt de afgelopen 23 jaar?
“Hahaha, er waren vele hoogtepunten, dat meen ik echt! Er zijn veel bouwwerken waar ik nog steeds verschrikkelijk van kan genieten als ik erlangs loop. Ik ga graag naar Ajax bijvoorbeeld. (Wijzend naar een reproductie met een afbeelding van de Arena, van kunstenaar Ans Markus): Kijk, daar hangt de Arena. Het origineel hebben we cadeau gedaan aan het stadion. Dat was zo’n bijzonder project, als ik aan kom rijden, dan kriebelt het nog steeds in mijn buik. En dat heb ik op meerdere plekken. Het is mijn vak om te bouwen, en als iets dan totstandkomt, ook al is het onder moeilijke omstandigheden, ja dat is dan prachtig.”
 
Wat was het dieptepunt van de afgelopen 23 jaar?
“Hét dieptepunt was de bouwaffaire, dat zal u niet verbazen.”
 
Hoe kijkt u terug?
“Dit moest gebeuren. Ik ben blij dat het nu achter de rug is. Het is heel goed voor de bedrijfstak dat er nieuwe wegen ingeslagen zijn, en het is denk ik ook heel goed voor de rijksoverheid dat die nieuwe wegen inslaat. Het heeft wel heel veel negatieve publiciteit opgeleverd, mijn inziens te veel. “Wij hebben toen het kon heel vlot stelling genomen. We wilden het zo snel mogelijk afronden, hadden meteen een deal met de overheid om de aparte claims tot een goed eind te brengen. Om het af te sluiten, dit is nu geweest en we moeten weer vooruit kijken met elkaar.
 
Waarom vond u de publiciteit te negatief? Het was toch goed dat deze praktijk aan de kaak gesteld werd?
“Het was heel goed. Dit systeem moest ook afgeschaft worden, laat daar geen misverstand over zijn. Maar vind ik wel, als je ziet wat er in andere bedrijfstakken gebeurd is, dat de bouw onevenwichtig zwaar in de publiciteit is geweest.”
 
Toen de rechtbank uitspraak deed zat u in de zaal. Waarom?
“Er werd rechtgesproken over bedrijven, maar ook over een aantal mensen. Daar waren twee mensen van ons bij betrokken. Gelukkig maar twee, maar die mensen hebben hele moeilijke tijden gehad, en dan kan het toch niet waar zijn dat je daar niet bij zit.”
 
Uw collega-ceo’s van andere bedrijven waren er niet.
“Ja, dat moet iedereen maar zelf weten.”
 
Vond u dat laf?
“Daar ga ik niet over. Ik vind het vanzelfsprekend dat je daar bent.”
 
Voor het bedrijf?
“Nee, het ging mij in eerste instantie om die mensen. De anderen lieten zich allemaal vertegenwoordigen door een advocaat, maar één man van ons was zelf aanwezig, als een van de weinigen. Als hij er zit kan het toch niet waar zijn dat je het aan het spel van de advocaten overlaat, en zegt: ‘Ik lees wel een keer wat zo’n rechter zegt.’ Als je – zoals ik – mensen als het belangrijkste onderdeel van je organisatie ziet, dan kan je nu niet ineens zeggen dat het niet uitkomt. Dus agenda schoongeveegd en ernaartoe.”
 
Hoe is uw work/life-balans?
“Mijn vrouw klaagt niet.”
 
Dat zegt niks.
“Ze heeft graag dat ik thuiskom met pensioen. Maar ik denk dat ik wel per saldo iets te veel aandacht aan BAM besteed heb vergeleken met mijn privé-leven. Ik heb het gewoon 23 jaar druk gehad, soms drukker dan druk. Ik ben redelijk gedreven en zo gaat dat dan. Wat altijd wel ontspanning heeft gegeven is het zeilen, mijn vrouw houdt daar ook erg van. Op de boot ben je ver weg van alles. En de kinderen komen altijd graag thuis, dus volgens mij valt het wel mee.”
 
Hoeveel was u gemiddeld thuis?
“In principe wil ik graag thuis slapen. Vanuit het buitenland gaat dat niet, maar als ik in Groningen of Maastricht ben, ga ik altijd nog naar huis. En ik probeer een beetje de weekenden vrij te houden. Ik zeg altijd: ‘Door de week kun je dag en nacht bellen, ik vind het handig als het zaterdag en zondag een beetje rustig blijft.’ Vaak lukt dat ook wel.”
 
Bent u in het weekend mobiel bereikbaar?
“Ik ben altijd voor iedereen mobiel bereikbaar. Heb altijd gezegd: ‘Waag het eens om slechte boodschappen niet ’s nachts door te geven. Met goede boodschappen mag je tot half negen ’s ochtends wachten.’ Ja, ook zondagochtend. Ik had de gewoonte om met mijn president-commissaris op zondagochtend te bellen. Dat kwam ons allebei het beste uit, bij de koffie. Inmiddels is hij al twee jaar geen president-commissaris meer, maar we bellen elkaar nog steeds regelmatig op zondagmorgen. En op zondagavond ga ik meestal al mijn spullen pakken en doorlezen wat er speelt de komende week.”
 
En tussen die telefoontjes en voorbereidingen door?
“Mijn vrouw en ik hebben gelukkig dezelfde hobby’s We gaan allebei graag naar Ajax, maar daarnaast is mijn vrouw ook nog Manchester United-fan.”
 
Gezellig, zo tussen de supporters?
“We hebben diverse stadions gebouwd, dus we hebben natuurlijk boxen. Daar kun je me nogal es vinden. En verder ben ik eigenlijk het liefste buiten. Ik ben gisteren bijna de hele dag in het bos en in de tuin geweest. Daar is altijd wel wat te doen, en dat vind ik heerlijk! Als iemand mij vroeger zocht zei mijn moeder: ‘Hij zal wel weer buiten zijn.’ Ik was een straatjoch, altijd lekker buiten.”
 
1 januari viert u uw 65ste verjaardag. Hoe gaat het leven eruit zien vanaf 2 januari?
“Geen idee, ik zie het wel. Ik heb wat commissariaten en adviesfuncties.”
 
Een wereldreis met de Optica?
“Nee, maar ik heb wel een paar dingen op de agenda. Als mensen na vijfentwintig jaar op de zaak met pensioen gaan dan geef ik ze reizen, maar zelf ben ik daar niet echt aan toe gekomen. Dus ik wil wel een aantal mooie reizen maken, Australië, Nieuw-Zeeland, Canada. En met de boot willen we naar Noorwegen, Zweden, Finland. Verder komt als alles goed blijft gaan half maart ons eerste kleinkind. De kinderen hebben keurig gewacht tot mijn pensioen. Ik heb nog excuses genoeg om niet op te passen, maar mijn vrouw niet vrees ik. En ik word in mei commissaris, dus ik blijf bij BAM betrokken.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

CV Wim van Vonno

1941 geboren te Hilversum, HBS-B
1958 technische natuurkunde te Delft
1965 promotieonderzoek Optica
1968 projectleider, Raadgevend Technisch Buro Van Heugten, Nijmegen,
1973 werkmaatschappijdirecteur, daarna divisiedirecteur Bredero, Utrecht
1982 voorzitter raad van bestuur Koninklijke BAM Groep
2005 per 1 oktober voorzitter-af. Lid raad van bestuur tot en met 31 december.

Wim van Vonno is getrouwd en heeft twee kinderen.