Wat Alexander Pechtold niet lukt, lukt Vincent van Quickenborne wel. De Belgische staatssecretaris van Administratieve Vereenvoudiging bond de strijd aan met de bureaucratie en gaat die nog winnen ook. “Zo moet ge dat doen,
Werd je vroeger in België betrapt op het begaan van een verkeersovertreding, dan moest je naar het postkantoor om ‘boete-
zegels’ te kopen, die je dan thuis uitknipte, op een formulier plakte en opstuurde naar de politie. Een kleine taakstraf bovenop de geldstraf, waarvoor jaarlijks meer dan twee miljoen Belgen naar het postkantoor togen. Sinds kort kunnen onze zuiderburen hun boetes gewoon betalen met een overschrijvingsformulier. Dat hebben ze te danken aan Vincent van Quickenborne, de 32-jarige staatssecretaris van Administratieve Vereenvoudiging – ‘Quickie’ of simpelweg ‘Q’ voor vrienden.
In België is Q een begrip. Sinds zijn aantreden in 2003, heeft hij de strijd aangebonden met de bureaucratie en de rompslomp. Hij doet dat uit naam van Franz Kafka, de Tsjechische schrijver die de strijd van het individu tegen bureaucratische systemen tot zijn hoofdthema maakte. Op de site www.kafka.be kunnen ontevreden Belgen hun hart luchten over overbodige wetten en regels. Vervolgens kijkt Q samen met zijn Kafkabrigade of de klachten gegrond zijn en zo ja, wat er gedaan moet worden.
Daar laat hij geen gras over groeien: in drie jaar tijd zijn honderdvijftig wetten en regels afgeschaft of vereenvoudigd. Ook werden procedures versneld. V–r Q duurde het een maand om een eenmanszaak op richten, nu kan het binnen een uur. Aan de buitenmuur van het kantoor van de liberale politicus hangt een soort zandloper gevuld met papiersnippers, die aangeeft hoeveel regeltjes er al in de versnipperaar van de Kafkabrigade zijn gegaan. Binnen, in de hal, een groot portret van Kafka met daaronder het citaat: “De revolutie verdampt en alleen het slijk van de bureaucratie blijft over.”
De voortvarende campagne van Q bleef in Nederland niet onopgemerkt. Vorige maand wisselde Q een dagje van stoel met minister Alexander Pechtold van Bestuurlijke Vernieuwing, die met het Project Andere Overheid (PAO) op zijn manier de bureaucratie in Nederland te lijf gaat.
Hoe was het in Nederland?
“Goedgoed. Leuke ontmoetingen met Remkes, Balkenende en Cohen. Die Nederlanders zijn best onder de indruk hè?”
Van wat u hier doet?
“Ja, natuurlijk. Job Cohen hield een mooie speech waarin hij een paar keer verwees naar de Kafkacampagne. Fijne man. Amsterdam doet het vrij goed op het vlak van vereenvoudiging. Ze hebben bijvoorbeeld een vervoerspas die ze afleveren in twee, drie dagen, terwijl dat vroeger een maand duurde. Men heeft dat volledig geautomatiseerd. Ze doen het maar, hè? Ik denk dat Nederland best iets kan leren van Amsterdam.”
Want op landelijk niveau gaat het bij ons niet goed?
“Nederland doet het echt niet slecht. Ik ben onder de indruk van bepaalde diensten, zoals de belasting. Tachtig procent van de Nederlanders doet zijn aangifte elektronisch, bij ons is dat nog maar tien procent. Het probleem is dat jullie de vereenvoudiging niet goed verkopen. Je moet zoiets branden. Met de Kafkacampagne hebben wij van vereenvoudiging een brand gemaakt, zoals Sense and Simplicity van Philips. Alles in het leven gaat over eenvoudige communicatie. Dat is in de politiek niet anders dan in het bedrijfsleven. Daarnaast is vereenvoudiging voor mij een dag, nacht en weekendtaak. Pechtold heeft ook Koninkrijksrelaties in zijn portefeuille en zit vaak op de Antillen. Daar verliest hij tijd mee.”
“Een ander verschil is dat hij zich vooral met burgerzaken bemoeit. De verantwoordelijkheid voor ondernemingen zit bij jullie verspreid over drie of vier ministeries. Ik doe dat helemaal zelf, samen met de eerste minister.”
Bureaucratie is er op ieder bestuurlijk niveau, in iedere sector. Hoe bakent u uw werkterrein af?
“Ik ben geen supermens, niet elk probleem dat de bevolking treft kan door mij opgelost worden. Het gaat om het vereenvoudigen van het leven van de mensen; bij geboorte, bij verhuizen, trouwen, scheiden, werken, bouwen, met pensioen gaan, en sterven. Zodat al die procedures makkelijker verlopen. Dat mensen niet meer van de ene plaats naar de andere moeten. Bij de geboorte van een kindje moet je aangifte doen in het gemeentehuis, daar krijg je zeven attesten, daarmee moet je naar het ziekenfonds, je werkgever, en het kinderbijslagfonds. Dat zijn zaken die veel makkelijker kunnen.”
“Wat wij ook sterk doen, is het personeelsbeleid elektronisch maken. Als je iemand in dienst neemt, hoef je geen papieren personeelsregistratie in te vullen, en als een werknemer een arbeidsongeval krijgt kan dat elektronisch gemeld worden. Dat is fenomenaal, want daardoor kun je veel papier besparen. Een ander project is de elektronische identiteitskaart. Meer dan drie miljoen Belgen hebben zo’n kaart, daarmee kun je ongelooflijk veel doen. Allerlei attesten kun je thuis downloaden, je hoeft daarvoor niet meer naar het gemeentehuis.”
U droomt van een wereld zonder papier.
“Daarvan zijn we nog ver af, maar de overheid maakt het mogelijk door digitale formulieren te erkennen. Uit onderzoek onder duizend bedrijven blijkt dat de administratieve lasten in twee jaar tijd met 25 procent zijn gedaald. Het Planbureau heeft berekend dat er daardoor 1,7 miljard euro is bespaard.”
Dagelijks stromen op de Kafka-website klachten binnen van burgers. Met een ‘brigade’ van acht medewerkers kunt u dat toch nooit allemaal in behandeling nemen?
“Ik lees zelf elke ochtend alle klachten! Eens kijken of ik hier wat heb….”
(Q verdwijnt naar een aangrenzende kamer en komt terug met een uitdraai van de klachten die volgens hem nog diezelfde dag zijn binnengekomen. Een boer schrijft dat hij zijn schapen de afgelopen maand drie keer heeft moeten tellen, voor verschillende instanties. “Het lijkt alsof de schapen in dit land vaker geteld worden dan de burgers,” sneert de boer.) Van Quickenborne: “Een medewerker van mij gaat hierover een parlementaire vraag stellen en er komt een ronde tafel overleg. Dat is nou vereenvoudigen, heel praktisch. Zo moet ge dat doen, dat heb ik ook tegen Pechtold gezegd.”
Maar kán het in Nederland, op deze manier?
“Wat mij opviel in Nederland was de hoeveelheid instellingen, da’s waanzinnig. In Haarlem bezocht ik een informatieloket voor ouderen en gehandicapten. Daar werkten zeven zorginstellingen samen. Als je al die instellingen spaart en er weer iets bovenop plaatst, dan behoud je de bureaucratie. Ik denk dat Hollanders last hebben van het feit dat ze sterk corporatistisch zijn ingesteld. Elk club heeft bij jullie zijn eigen organisaties, zeker in de zorgsector. Dat maakt het verdomd moeilijk voor een gehandicapte om te weten waar hij recht op heeft.”
Daar zegt u wat. Ons nieuwe zorgstelsel werd gepresenteerd als een vereenvoudiging, maar burgers klagen dat ze door de bomen het bos niet meer zien. Het aanbod is te groot en te ondoorzichtig.
“Vereenvoudiging is belangrijk, maar een grotere keuzevrijheid, lagere prijzen en betere service zijn even belangrijk. In een communistisch land is het zeer eenvoudig; daar weet je perfect waar je aan toe bent.”
Er bestaat dus spanning tussen een terugtredende overheid, waar u een groot voorstander van bent, en vereenvoudiging.
“Da’s juist. Vroeger was er in België één telecombedrijf, je wist dat je sowieso twee maanden moest wachten. Er was maar één soort abonnement en geen internet. Vandaag zijn er meerdere telecombedrijven en gaat het allemaal veel sneller. Zuurpruimen zeggen dat er veel te veel keuze is en dat de mensen ongelukkig zijn. Ik geloof daar geen fluit van. Mensen voelen zich beter omdat er meer keuze is. Wat de markt kan doen moet zij doen. Als de overheid iets doet in plaats van de markt loopt het vaak nefast af. De overheid moet zich tot haar minimumtaken beperken.”
Ondervindt u geen tegenwerking van ambtenaren? Die hebben baat bij bureaucratie.
“Ik denk dat we onvermijdelijk naar minder ambtenaren toe gaan in ons land. Allez, ons land telt meer dan een miljoen ambtenaren op vier miljoen werkende Belgen. Dat is krankzinnig! Hong Kong heeft zeven miljoen inwoners, en honderdzestigduizend ambtenaren. En dat is geen arm land, er wordt gewoon hard gewerkt. Dus ja, bepaalde ambtenaren zijn niet gelukkig met de Kafkacampagne, maar daar staat tegenover dat er een grote groep is die ziet dat vereenvoudiging goed is voor hun werk. Zij kunnen straks al het rompslompwerk laten vallen, zoals het uitprinten en overtikken van attesten, en zich bezig houden met de echte noden: telefoon oppakken, vriendelijk zijn, en mensen helpen. De goede ambtenaar gaat mee in de vereenvoudiging. De ambetantenaar, de ambetanterik, niet.”
Ambetanterik?
“Van het Franse ‘être ambetant’, vervelend zijn. Begrijpt u de woordspeling? Die ambetantenaren voelen zich bedreigd.”
Nog meer knelpunten?
“De grote weerstand zit bij de belangenorganisaties die de regelgeving destijds in het leven hebben geroepen. Beenhouwersbonden die controleboeken verkochten waar beenhouwers alles in moesten noteren. Die boeken worden binnenkort afgeschaft. Fotografenbonden, want vroeger was er een wet die een kandidaat-fotograaf verplichtte om bij hen een diploma te hebben. Dat is afgeschaft. Middenstandsorganisaties, die tegen de versoepeling van de openingsuren zijn. Blindenorganisaties, want om een blindenstok te hebben moest je vroeger een doktersattest hebben en een akkoord van de burgemeester. Dat akkoord van die burgemeester vind ik totale waanzin. Als de dokter zegt dat je blind bent, dan ben je blind. Dan is er nog de Privacycommissie. In België hebben we een identiteitskaart, maar ook een uitgebreid Rijksregister. Da’s een enorme vereenvoudiging. Als je verhuist wordt iedereen verwittigd van je adreswijziging. Hetzelfde hebben we voor bedrijven. De Privacycommissie vindt dat die databanken niet te vaak mogen worden geraadpleegd, maar de mensen willen niets liever, zolang het maar in hun voordeel is.”
Een terugtredende overheid die alles wil weten van haar burgers?
“De meeste overheden weten al erg veel van hun burgers. Dankzij de digitalisering kun je in België als burger perfect zien wie wat van je weet. Met de elektronische identiteitskaart kun je nagaan welke ambtenaar de laatste keer jouw dossiers heeft geraadpleegd. Wie er toegang heeft tot je dossiers en wie niet. Weet gij wat de Nederlandse overheid van u weet en waar het ligt?”
Uw ambities reiken ver. U wilt niet alleen België vereenvoudigen, maar heel Europa.
“Ik denk dat de bureaucratie een probleem is dat niet alleen Nederland en België treft, maar gans Europa. Vandaar dat ik met Pechtold een akkoord heb getekend waarin we verklaren dat we gezamenlijk willen strijden voor Kafka.eu, waar alle vereenvoudigingsinitiatieven van Barosso en zijn ploeg worden gebundeld. We hebben ons geregistreerd voor die site. Als we hem binnenhalen, en dat zit er dik in, dan doen we hem cadeau aan EU-voorzitter Barosso. Onze droom is dat als mensen iets kafkaiaans vinden, van Cyprus en Malta tot in het noorden van Finland, ze naar Kafka.eu surfen om het te melden.”
Voor een man die houdt van vereenvoudiging moet de Europese Unie een gruwel zijn.
“Gelukkig is de stortvloed aan nieuwe Europese regelgeving de laatste tijd afgenomen. Men heeft achtenzestig voorstellen van richtlijnen teruggetrokken, zoals het idee om alle openingsuren in Europa te uniformiseren.”
Desondanks bent u een enthousiaste Europeaan?
“Absoluut. Ik begrijp niet dat men tegen die Europese grondwet heeft gestemd. In Frankrijk was het een stem tegen de gevolgen van globalisering – het beroemde voorbeeld van de Poolse loodgieter – en het gevolg van het feit dat geen enkele politicus in Frankrijk de moed had om de grondwet te verdedigen. Die Franse politici, dat zijn allemaal overjaarse, ultraconservatieve mensen die nog geloven in de tijd van het protectionisme. Zonder Europa was er nul economische groei geweest. Het probleem is de egotripperij van de leiders. Zo’n president Chirac, die noemt zich pro-Europees, maar als het er op aan komt is het ik, ik, en ik. Jammer, want voor jonge mensen is Europa een vlag waarvan men kan gaan houden.
Helaas kunnen mensen niet rechtstreeks een Europese president kiezen. Organiseer morgen een verkiezing zoals in Amerika, met een paar grote figuren die veel mensen kunnen mobiliseren. Mensen identificeren zich graag met leiders. Niet met Barosso; als ik in de straat zeg ‘Barosso’, denkt iedereen dat ik het heb over een lid van een voetbalclub.”
Maar hoe vereenvoudig je het bestuur van zo’n complexe organisatie? Als het Europees Parlement naar Straatsburg gaat, gaan er vijf vrachtwagens met papier mee. En dat iedere maand.
“Dat is de macht van de lobby. De lobby van Frankrijk en de middenstand in Straatsburg. Waanzinnig. De politiek heeft nood aan politici met moed, mensen die zeggen waar het op aan komt, die desnoods tegen de stroom in dingen durven zeggen. Die tegen een lobbygroep durven zeggen: ‘wat u verdedigt is in uw particulier belang, niet het algemeen belang’.”
Al tijdens uw studietijd richtte u een club op die zich verzette tegen de bureaucratie van de overheid. Het is een ongebruikelijke passie.
“Ik heb lak aan politici die theoretische begrippen gebruiken. Efficiënte overheid, behoorlijk bestuur…wie is daar tegen? Alleen anarchisten. De vraag is hoe je dat concreet invult, dat willen de mensen weten. Niet dat geleuter en theoretisch gedoe. Ik kan mij verschrikkelijk opjagen als een overheid niet goed presteert, als ik zie dat in het bedrijfsleven de zaken makkelijker lopen. Niet alles moet geprivatiseerd worden, maar in de dienstensector kan de overheid even efficiënt zijn als de privésector. Leg mij eens uit waarom dat niet kan? Een supermarkt weet dat een klant het personeel betaalt, maar de overheid beseft dat niet. Het geld wordt afgeroomd bij degenen die meerwaarde creëren en gaat dan naar een overheid die veelal minwaarde creëert. Het gemak waarmee de overheid geld verkwanseld is onwaarschijnlijk.”
U wordt gedreven door ergernis.
“Vooral door het gevoel dat dingen beter kunnen. Dat moet een drive zijn van iedere politicus.”
Liberalen hebben die drive meer dan socialisten?
“Dat zit ons bloed. Wij beseffen als eerste dat het geld dat de overheid gebruikt geld is van de mensen en de bedrijven.”
Een socialist beseft dat niet?
“Nee, die springt er te gemakkelijk mee om. Het valt mij op dat als ik socialisten vraag hoeveel een nieuw project gaat kosten, men antwoordt: ‘Ach, dat geld komt van de overheid’. Maar dat geld komt van de mensen! Socialisten hebben beslist dat we zelfs circusartiesten subsidiëren, en onze kandidate voor het Eurosongfestival kreeg zestigduizend euro subsidie. Dat is ziekelijke bemoeienis.”
Wat is de meest kafkaiaanse regeling die u bent tegengekomen?
“Een persoon met een handicap heeft bij ons recht op een speciale parkeerkaart. In België was er een regel die zei dat die parkeerkaart om de tien jaar moest worden hernieuwd. Ook als je maar één been hebt. Dat been groeit er niet meer aan, maar toch moest deze persoon dat iedere tien jaar bewijzen. Nóg kafkaiaanser, is dat toen ik voorstelde deze hernieuwingplicht af te schaffen, de hoge raad voor gehandicapten daarop tegen was. Men zei: ‘Als je die kaart voor het leven toebedeelt, en die persoon sterft, dan zal de familie de kaart misbruiken’. Ze wantrouwden hun eigen leden. Dat is een voorbeeld van de wereld waarin we leven.”
CV Vincent van Quickenborne
1973 > geboren in Gent
1995 > rechtenstudie afgerond aan de Katholieke Universiteit Leuven
1995 > advocaat aan de Balie van Kortrijk
1999 > senator
2001 > gemeenteraadslid in Kortrijk
2002 > lid nationaal partijbestuur van de Vlaamse Liberalen en Democraten
2003 > staatssecretaris van Administratieve Vereenvoudiging