De enorme stijging van de topsalarissen maakt van moderne managers huurlingen, die meteen verder trekken als hun klus erop zit. ,,De goede herders verdwijnen.’’ Aldus Johan Graafland, hoogleraar ’economie, onderneming en ethiek’, bij de presentatie van zijn boek Het oog van de naald . Graafland verwijt de bestuursvoorzitters die jaarlijks miljoenen extra verdienen, een gebrek aan “innerlijk moreel kompas. Ze hebben last van een grijze vlek”, vertelde hij het Nederlands Dagblad.
Graafland werpt deze bestuurders voor de voeten dat ze in de samenleving veel irritatie oproepen. Bovendien ondergraven ze met hun enorm stijgende salarissen het kapitalistische systeem waarbinnen ze opereren. “Het kapitalistische uitgangspunt is dat een salaris in relatie moet staan tot de geleverde prestaties. Maar we zien juist dat er vaak helemaal geen relatie is tussen de toegevoegde waarde en de salarisstijgingen.’’
SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan, tevens oud-werkgeversvoorzitter, was bij de boekpresentatie. Ook hij zette vraagtekens bij de voortdurende stijging van de topinkomens. Hij en Graafland sloten zich hiermee aan bij de kritiek die de voormalige bestuursvoorzitters Jan Timmer (Philips), Kees van Lede (Akzo Nobel) en Karel Vuursteen (Heineken) maandagavond in het tv-programma Netwerk uitten op de topsalarissen.
Vuursteen: “Dit is niet normaal meer, omdat er geen enkele relatie meer is tussen de prestatie en de beloning.’’
In Het Financieele Dagblad riep minister Bos (Financiën) de raden van commissarissen (de toezichthouders) van beursgenoteerde ondernemingen op, een salarisplafond voor topbestuurders in te stellen. ,,Niet alleen worden er absurd hoge bedragen betaald, ook is het verband tussen beloning en prestatie onduidelijk geworden.’’
De minister zegt geen moeite te hebben met variabele beloningspakketten, maar vooraf moet daaraan dan wel een maximum worden gesteld.