Iedere week deelt MT.nl de belangrijkste innovatielessen van het fictieve bedrijf Sunny Roofs. De verhalen zijn ingekorte hoofdstukken uit het boek Innovatiejij.nu van UvA-hoogleraar Henk Volberda, Kevin Heij en Menno Bosma.
Lees ook deel 1: Mens versus machine: Gaat familiebedrijf Sunny Roofs overleven?
Lees ook deel 2: Sunny Roofs gaat voorop in de vierde industriele revolutie
Lees ook deel 3: Nieuwe werkmethode leidt tot kantoortuinoorlog bij Sunny Roofs
Lees ook deel 4: Gaat het zelfsturende Sunny Roofs de productie verplaatsen naar het buitenland?
Lees ook deel 5: Sunny Roofs wil een Nice Firm to Work worden. Gaat dat lukken?
Lees ook deel 6: Gaat Sunny Roofs verpatst worden aan hedgefonds?
‘Hoe heb je dat voor elkaar gekregen? Kwestie van laag decolleté? Dan ga ik dat ook eens proberen.’ Erik grijnst om zijn eigen opmerking. Angelique heeft zojuist uit de doeken gedaan hoe John na enig gesputter (‘Ach, hij liep alleen een beetje paars aan’) alsnog akkoord is gegaan met de aanvraag uit het O&O-fonds. Ze hebben Myrthe er meteen bij geroepen. In een hoekje van de kantine zijn ze bij elkaar gaan zitten, een beetje naar elkaar toe gebogen, dampende mokken tussen hen in op tafel. Van een afstandje ziet het er samenzweerderig uit.
21-eeuwse vaardigheden
‘Nu moeten we doorpakken’, zegt Myrthe. Ze kijkt er fanatiek bij. ‘Ja, John ontvoeren en hem duizend keer: “Ik moet beter naar mijn werknemers luisteren”, laten schrijven.’ Erik is nog steeds jolig door het onverwachte bericht van Angelique. ‘Laten we hem debriefen van al die postmoderne onzin die hij bij De Boeg hoort’, reageert Myrthe. ‘Even geen house talks meer, maar gewoon deze tent eindelijk eens fatsoenlijk leiden.’
‘Serieus, we kunnen nu dus die cursus 21e-eeuwse vaardigheden gaan aanvragen. Maar het is denk ik ook goed om te bedenken in welke richting het bedrijf gaat. Dan kunnen we die cursus daarop toespitsen’, zegt Angelique. ‘Ze heeft gelijk’, zegt Myrthe, alsof Angelique niet gewoon naast haar zit. ‘Hoewel ik ook graag John apart op cursus zou willen sturen. Bestaan er geen cursussen 21e-eeuwse vaardigheden voor directeuren die nog met één been in de middeleeuwen staan?’ Erik proest het uit. ‘Ik denk dat we geweld moeten gebruiken om John daar naartoe te krijgen.’ ‘Of vrouwen met een diep decolleté’, reageert Myrthe droog. Het is even stil. ‘Meer cocreatie met klanten’, zegt Myrthe dan.
Co-creëren
‘Huh?’, reageert Angelique. ‘Ik denk dat Sunny Roofs nu nog niet toe is aan business-to-consumer. Dat is een veel te abrupte switch, die puur is ingegeven door de megalomane gedachten van een directeur die de verkeerde managementboeken leest. We produceren momenteel alleen grote batches – er is een tussenstap nodig, voordat we customized kunnen werken.’ Myrthe kijkt peinzend naar buiten, alsof ze verwacht dat zich ergens op het winderige industrieterrein de oplossing schuilhoudt. ‘Ik denk dat we met de autofabrikanten en dealers om de tafel moeten gaan zitten om samen met hen nieuwe toepassingen te bedenken’, reageert Erik. ‘Pas als dat wat wordt, kunnen we de stap van B2B naar B2C zetten.’
‘Ja, en dan moeten we die fabrikanten en dealers aan hun klanten laten vragen wat ze voor extra’s van roof systems verwachten’, reageert Myrthe. ‘Zo worden we beter in co-creëren én bereiken we indirect alvast de consument!’ Erik kijkt er opgetogen bij, al is dat meer omdat Myrthe en hij elkaar zo goed aanvullen, dan vanwege de briljantheid van zijn eigen bijdrage. ‘Jeetje, wat gaan jullie snel … Is dat wel aan ons, om een nieuwe koers voor het bedrijf uit te stippelen?’ Angelique, die net nog stoer klonk, heeft opeens weer het stemmetje van de jongste bediende.
Eurotekens
‘Lieve schat, heb je John wel eens een autodak zien monteren?’ Erik slaat de toon aan van een leraar die het voor de aller-aller-allerlaatste keer uitlegt. ‘Nee, hè? En weet je wat dat zegt? Dat niet hij het bedrijf is, maar wij. Jij, Myrthe en ik, wij zijn Sunny Roofs. John kan volgende week alweer naar een koekjesfabriek vertrekken. Of door Desiree worden meegesleurd naar een ver buitenland. Maar wij blijven. Jij toch ook, Myrthe?’ Hij legt zijn hand even op haar linkerarm. Myrthe kijkt Erik aan met de glimlach waarvan hij nooit weet of die mysterieus, licht spottend of juist veelbelovend bedoeld is. ‘Ja hoor, ik wel.’ Dan, volkomen onverwacht: ‘Heb je vanavond eigenlijk iets te doen?’
‘Dan stel ik opnieuw de verkenningen over onze toekomstige koers aan de orde.’ Frederik, de voorzitter van de raad van commissarissen, monstert over zijn brilletje heen de andere commissarissen. Hij heeft in veertig jaar bedrijfsleven een aardige intuïtie ontwikkeld, en die intuïtie vertelt hem dat er momenteel iets broeit. ‘De vorige keer scheen het me toe dat er consensus was over het verkennen van het B2C-spoor’, vervolgt hij. ‘Maar ik begreep dat Charles nog iets wilde zeggen. Charles?’ Hij gebaart met zijn wenkbrauwen dat de vloer aan de bankman is. De aangesprokene gaat staan op een manier alsof hij de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties wil toespreken. Voordat hij zijn keel schraapt, trekt hij eerst zijn stropdas nog even recht. De in Linck-blauw uitgevoerde das heeft een motief van eurotekens, ziet John.
Niet voor de bank
‘Zoals jullie weten, staat Linck midden in de maatschappij. Draagvlak is voor ons cruciaal.’ Charles kijkt het zaaltje even rond, om de impact van zijn woorden te peilen, maar hij ontmoet slechts neutrale blikken. Verstoord blikt hij even richting het raam, waar onbestemd rumoer doorheen dringt. ‘We hebben daarom nog wat sonderende gesprekken gevoerd’, gaat hij door. ‘En hoewel je daarbij merkt dat zo’n nieuwe denkrichting altijd wat adaptatietijd vergt, wat ik kan billijken, bespeurde ik toch ook een positieve vertrekhouding. Ik durf zelfs de stelling aan, zonder iedereen geconsulteerd te hebben, dat ook het personeel …’
Op dat moment overstemt een golf van geluid van buitenaf zijn betoog. Frederik trekt zijn wenkbrauwen op tot in de buurt van zijn haargrens. ‘Ik schors de vergadering even’, spreekt hij geërgerd. Hij loopt naar het raam om te zien wat er aan de hand is. De andere aanwezigen volgen hem. Buiten ontvouwt zich een ongekend panorama. Een stoet van Sunny Roof-medewerkers staat voor het pand, aangevoerd door secretaresse Mattie. Ze zijn voorzien van een megafoon, toeters, ratels en spandoeken met teksten als: ‘Sprinkhanen: NEE!’, en: ‘Banken zijn om op te zitten!’ Myrthe, Erik en Angelique zijn er ook bij, ziet John.
Nadat Mattie het getoeter en geratel met een handgebaar heeft laten verstommen, zet ze de megafoon aan haar mond. Goed verstaanbaar voor John, de bankman en de commissarissen roept ze met metalige stem: ‘Wij willen voor de consument werken, niet voor de bank!’ De andere actievoerders reageren met een driewerf: ‘Niet voor de bank!’ John bekijkt het tafereel met ongeloof. De eerste gedachte die bij hem opkomt is dat human resources voortaan wat nauwgezetter de competenties van de medewerkers in kaart moet brengen.