Managers moeten leren omgaan met hun omgeving en met zichzelf. Om dat te kunnen is nu een instrument ontwikkeld. "Met die methode ontdekken leidinggevenden wat voor soort mens ze zelf zijn, welke ambities de organisatie heeft en hoe die twee te combineren zijn."
Dat zegt Arnold Roozendaal in zijn proefschrift Contextueel leiderschap, waarmee hij promoveert aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij heeft het instrument Referentiemethode ontwikkeld en getoetst. "Met die methode ontdekken leidinggevenden wat voor soort mens ze zelf zijn, welke ambities de organisatie heeft en hoe die twee te combineren zijn", zegt Roozendaal op P&Oactueel.nl.
"De resultaten zijn tweeërlei: enerzijds is het zo dat mensen sneller carrièrestappen zetten waarvan ze al wisten dat ze die moesten maken, anderzijds zorgt het voor verdieping waardoor mensen authentieker gaan leidinggeven, passend binnen de context van de organisatie."
In Kaart brengen
De Referentiemethode brengt allereerst de strategische ambitie van de organisatie in kaart en kijkt of ontwikkeling van managers daarin een essentiële rol speelt. Daarna bepaalt de methode of individuele leidinggevenden bereid zijn om daaraan vorm te geven en worden concrete ontwikkelingsstappen geformuleerd. Ten slotte is er na een jaar een evaluatiemoment om te kijken wat er van de stappen terecht is gekomen.
Nul op rekest
"De HR-manager moet zorgen voor de essentiële randvoorwaarden", zegt Roozendaal. "Er moet natuurlijk wel een follow-up zijn als je als organisatie wilt dat het een vervolg krijgt. Niets is zo dodelijk als een situatie waarin mensen met ziel en zaligheid werken aan hun eigen ontwikkeling, en vervolgens nul op rekest van de organisatie krijgen, omdat de randvoorwaarden voor het vervolgtraject niet ingevuld worden."