Een man stapt een dierenwinkel binnen om een papegaai te kopen. De winkelbediende wijst naar drie identieke papegaaien op een stok en zegt: “De linker kost 500 euro.”
“Waarom is die zo duur?” vraagt de man.
“Omdat hij weet hoe hij een computer moet bedienen”, antwoordt de winkelbediende.
Nieuwsgierig informeert de man naar de prijs van de tweede papegaai. “1000 euro”, is het antwoord. “Deze weet namelijk net als de eerste hoe je een computer moet bedienen, maar daarenboven kan hij ook nog eens programmeren in PHP en Javascript.”
De man knikt bewonderend en vraagt hoeveel de derde papgaai kost. “5000 euro”, antwoordt de winkelbediende.
“Dat is heel veel”, zegt de man, “wat kan die dan wel voor speciaals?”
“Om eerlijk te zijn heb ik hem nog nooit iets zien doen”, zegt de winkelbediende, “maar de twee andere noemen hem baas”.
Bovenstaand mopje is afkomstig van een Vlaamse vacaturesite, maar illustratief voor het hardnekkige imago waar managers mee kampen. Waar ambtenaren standaard worden weggezet als uit-het-raam-staarders die om klokslag vijf uur het pand verlaten, worden managers afgeschilderd als duurbetaalde nietsnutten die om onverklaarbare wijze iets te zeggen hebben over mensen die wel iets kunnen.
De manager is niet alleen een meubelstuk dat zijn nuttige functie heeft verloren, zoals een kinderstoel in een gezin met pubers. Hem wordt ook regelmatig verweten dat hij geen moreel kompas heeft, maar louter op cijfers stuurt. In het Isala-ziekenhuis in Zwolle protesteerden medewerkers vorige week met actiepamfletten tegen de vastgelopen CAO-onderhandelingen. Het personeel wil een loonopslag van 5 procent. Dus verschenen er posters met ‘doeislief, minder dan 5% is naïef” en ‘5% en wat extra personeel, dat is toch niet zoveel?’. Naast deze heldere eisen was ook te lezen: ‘Tijd is geld zei de manager. Zorg is tijd nemen zei de zorgverlener’. De onbarmhartige manager heeft geen oog voor de patiënt en zorgverlener.
Wat kunnen managers eraan doen dat ze het mikpunt van spot zijn? Weinig. Door hard te werken en te luisteren naar collega’s zal een manager niet samenvallen met het negatieve stereotype. Maar stereotypes zijn lastig te veranderen, zelfs als je 5 procent loonsverhoging uitdeelt. Effectiever kan het zijn om mee te lachen. Uit diverse studies blijkt dat humor op de werkvloer ertoe leidt dat mensen beter gaan samenwerken en productiever worden. Managers hebben hier een belangrijke rol. Onderzoeker Gang Zheng stelt dat is gebleken dat wanneer een baas ‘daadwerkelijk geestig is, werknemers zich meer positief gestemd voelen en meer gemotiveerd zijn’. Het omgekeerde is ook waar. Zijn de grappen van de baas niet leuk raakt men minder gemotiveerd.
Managers zelf vinden het ook belangrijk om humor te bezitten. Enkele jaren geleden ondervroeg Robert Half International enkele honderden managers. Maar liefst 96% vond het belangrijk dat een manager een gevoel voor humor heeft. Anderzijds is het aan managers om te voorkomen dat gebbetjes doorslaan in ordinair pesten.
Hierbij is de frequentie van grappen richting dezelfde persoon van belang, zeker als het om beledigende grappen gaat. Zo heeft de politie-organisatie stelselmatig moeite om discriminerende grappen in te tomen. Om pestgedrag te herkennen moeten managers volgens Laura Willemse, van stichting Pesten op de Werkvloer, ‘actief het gesprek aangaan’.