Ze bestaan nog – secretaresses die tientallen jaren bij hun baas blijven en zelfs het privéleven regelen. Ria Harmelink schreef De baas de baas, een boek met portretten van secretaresses van bekende bazen zoals Hans Wiegel, Jan Aalberts en Jan des Bouvrie. Hieronder een voorpublicatie en een interview. ‘Het clichébeeld van de secretaresse is achterhaald.'
Het begin was moeilijk, secretaresse Liesbeth van Pelt keek op tegen Jan des Bouvrie. "Ik wilde het Jan naar de zin maken en liep het vuur uit mijn sloffen. Ik vroeg me ook elke keer af of ik het wel kon, werken voor Jan. En als hij boos was of mopperde, en dat kan hij best, dan vond ik dat verschrikkelijk. Dat betrok ik op mijzelf, maar ik zei nooit wat terug."
Ze kan er nu om lachen, maar toen lag dat anders. "Ik ging met pijn in mijn buik naar mijn werk. Na twee jaar heb ik mijn ontslagbrief geschreven en op Jan zijn bureau neergelegd. Twee dagen voordat ik wegging, vroeg Jan of ik even wilde komen. Toen zei hij: ‘Lies, ik wil niet dat je weggaat. Ik zal beter mijn best doen, laten zien dat het anders kan.' Toen dacht ik: hij wil me echt niet kwijt, en dat was voor mij de ommekeer."
Elke maandagochtend begint de werkweek voor Van Pelt bij Des Bouvrie thuis. "Dan worden we niet gestoord door de telefoon of binnenlopende medewerkers. We nemen eerst de post door en daarna de agenda. De rest van de week beginnen we de dag samen met een kopje koffie, voor Jan altijd een ‘setje', een espresso met een Pellegrino bubbels, en natuurlijk een sigaartje." De post doornemen gebeurt op ongebruikelijke wijze. "Jan is dyslectisch, dus ik schift al, anders moet hij veel te veel lezen en dat kost hem energie. Een deel van wat we doornemen, lees ik voor. Jan maakt vervolgens een lijstje met actiepunten, anders vergeet hij wat hij moet doen. Overigens, soms lees ik dat ook weer voor omdat ‘ie niet meer kan ontcijferen wat hij geschreven heeft."
Structuur
Van Pelt heeft structuur in het kantoorleven van Des Bouvrie gebracht. "Jan werkt ontzettend hard, hij is altijd met duizend dingen tegelijk bezig en borrelt over van ideeën, maar structuur behoort niet tot zijn core business. Daar ben ik voor. In het begin moest hij daar erg aan wennen, hij vond het onzin en lastig. Ik moet hem een beetje in toom houden. Jan kan namelijk geen nee zeggen. Hij is enthousiast over elk verzoek dat binnenkomt. Dus bescherm ik hem daarin."
Van Pelt draagt inhoudelijk actief bij, het ja en amen knikken uit de beginperiode is totaal niet meer aan de orde. "Die ruimte geeft hij mij ook en dat is prettig. Ik zeg altijd wat ik vind, maar denk ook mee. We hebben in het verleden een vestiging in Grave gehad. Toen we daarmee stopten, gaf dat zorgen voor Jan. Er zaten huurders in die eruit moesten, Jan vond dat verschrikkelijk voor die mensen. Dan praten we daarover, overleggen we over hoe we het gaan doen. Als ik wat kan toevoegen, dan doe ik dat."
Het werk gaat altijd door, 's avonds zit Van Pelt geregeld achter de pc. "Maar ook als Jan op zakenreis is, nemen we elke dag alles door, tijdsverschil of niet. Meestal is ‘ie maar een dag of twee á drie weg, maar toch. En is hij op vakantie, dan werken we de ochtenden. Ook tijdens de vier weken zomervakantie die hij met zijn gezin doorbrengt in hun huis in Frankrijk. We handelen de zaken af via de mail, fax en telefoon."
Een weekje overkomen
Dan kan het trouwens zomaar zijn dat Van Pelt een telefoontje krijgt van Des Bouvrie, of zijn vrouw Monique die als styliste ook verbonden is aan het bedrijf, met de vraag of ze een weekje komt. "Ik twijfelde eerst nog even, maar ik ben gegaan, uiteraard met een enorme berg post onder mijn arm. We hebben het daar met z'n allen fijn gehad. Je praat dan ook uitgebreid met elkaar over andere dingen, daar heb je dan de tijd voor."
Wat overigens niet wil zeggen dat het er op kantoor alleen maar zakelijk aan toe gaat. "Absoluut niet. Je bent elke dag in elkaars nabijheid, dan raak je verweven met elkaars privéleven. Omdat Monique ook in de zaak werkt, loopt het misschien nog wel sneller door elkaar heen. Ik maak de afspraak bij de kapper en deel Jan dan mee wanneer hij daar verwacht wordt, regel de doktersafspraken en boek de vakanties. Dat vind ik geen enkel probleem, dat hoort er gewoon bij. Waar ik geen rol in speel, is hoe hij gekleed gaat. Jan ziet er altijd tiptop uit. Eerlijk gezegd zijn in dat opzicht de rollen zelfs een beetje omgedraaid. Jan adviseert míj vaak. Ik ben nogal enthousiast met mijn accessoires en dan zegt Jan soms: ‘Liesbeth, laat die armband maar zitten… less is more.'"
Hoewel Van Pelt haar baas aanspreekt met ‘Jan', is dat altijd in combinatie met ‘u'. "Jan zelf vindt het totale onzin dat ik dat doe, maar ik voel me er prettig bij. Hij is een doorzetter, ik ben er trots op dat ik voor hem werk, maar ook op mezelf dat ik hier zit. Hij heeft prachtige dingen bedacht, bijvoorbeeld de kubusbank. Die bestaat dit jaar 40 jaar en is nog steeds een groot commercieel succes."
Minpuntje
Toch heeft Des Bouvrie ook wel een minpuntje in de ogen van Van Pelt. "Hij is soms impulsief, dat is om wanhopig van te worden. In zijn enthousiasme doet hij vaak eerst en denkt dan pas na. Of hij doet toezeggingen die hij niet na kan komen vanwege drukte of andere afspraken, dan kan ik er weer achteraan. Dat zijn eigenlijk ook de enige keren dat ik enigszins geïrriteerd raak. Daar is hij wel gevoelig voor. Dan zegt ‘ie waar ik bij ben tegen iemand anders: ‘Volgens mij valt dit niet in goede aarde bij Lies.'"
Dat de baas zijn secretaresse waardeert, uit zich ook in de verjaardagcadeaus die hij haar geeft. "Ik heb een schoenentic, je kunt me geen groter plezier doen dan met een paar schoenen. Jan weet dat en stuurt me elk jaar op pad met Monique, dan mag ik een paar uitzoeken." En dan praten we uiteraard niet over een Van Haren-setje, want dat zou niet bij Des Bouvrie passen. "Nee, dan hebben we het over de grote designmerken. Ik ben er als een kind zo blij mee."
Bovenstaand fragment is afkomstig uit De baas de baas, Secretaresses over hun relatie met een bekende baas door Ria Harmelink. De baas de baas wordt uitgegeven door Haystack en ligt binnenkort in de winkel. Meer informatie: Haystack.nl
Ria Harmelink over de secretaresse van nu
Waarom een boek over secretaresses?
Ria Harmelink: "Ik doe vaak interviews en als ik een afspraak probeerde te maken, merkte ik dat ik vaak langs een allesbepalende secretaresse moest. Dat was vaak de belangrijkste hobbel die moest worden genomen. Ik raakte gefascineerd door hun macht."
Is de secretaresse geen uitstervend fenomeen in het tijdperk van de e-mail?
"Nee. De mensen die ik heb gesproken hebben nog steeds een secretaresse die erg belangrijk voor ze is. Wel is hun takenpakket veranderd. Volgens het clichébeeld is de secretaresse een typiste in kokerrok die ook nog de koffie haalt. Dat is achterhaald. De secretaresse is meer een algemeen assistent die ook betrokken is bij de inhoud. Hun invloed neemt ook toe."
Op welke manier hebben ze invloed?
"De secretaresse heeft vaak een langdurige werkrelatie met de baas en is goed op de hoogte van wat zich in de bestuurskamer afspeelt. Tegelijk eet ze gewoon in de kantine en weet ze wat er in het bedrijf leeft. Secretaresses zijn doorgeefluik. Naarmate de secretaresse langer in dienst is, wordt ze bovendien steeds meer een klankbord. Bij verschillende secretaresses die ik sprak, bleek dat de baas sommige maatregelen eerst even tegen ze aanhield, ‘Wat vind je er van?' Als ze kritiek had, werd er vaak wat mee gedaan."
Opvallend, want veel secretaresses hebben niet veel meer dan Schoevers.
"Ze groeien in hun rol. Geleidelijk gaan ze het werkzame leven en tot op zekere hoogte het privéleven van hun baas runnen. Judith Vos, de secretaresse van Job Cohen, houdt hem zelfs in de gaten als hij er niet is. Als hij een afspraak op locatie heeft, dan belt ze de chauffeur: ‘Is ‘ie al buiten? Heb je ‘m al?' Als dat niet zo is, stuurt ze Cohen een sms met één woord: TIJD. Als hij dat ziet, breit hij een eind aan zijn gesprek en loopt naar de auto."
Er spreekt wederzijds respect en zelfs liefde uit de portretten in uw boek.
"De bazen en secretaresses worden echt zakelijke ‘setjes' die vaak tot hun pensioen bij elkaar blijven. Tegelijk blijft er een zekere afstand. Hans Wiegel spreekt zijn secretaresse Thea Dellepoort, die al 23 jaar voor hem werkt, nog steeds met ‘u' aan. Zij noemt hem ‘Meneer Wiegel' of ‘voorzitter'. Ze zijn heel close, maar op deze manier tonen ze hun respect. Tegelijk is er inderdaad liefde. ‘Ik houd van haar, in de goede zin van het woord', zegt Jan des Bouvrie over zijn secretaresse Liesbeth van Pelt. En Jan Aalberts zegt over zijn secretaresse Marja Bouw: ‘Pas als ik dood ben, kan ze niet meer voor me werken.'"