Er is veel te veel geld in de wereld. Tot nu toe hebben centrale banken hier nog maar weinig aan gedaan. Maar mogelijk gaat dit veranderen.
Al vanaf het midden van de jaren ‘90 groeit, wereldwijd bezien, de hoeveelheid geld in omloop harder dan de feitelijke economische productie. Een deel van deze overmatige geldgroei is waarschijnlijk terechtgekomen in speculatieve beleggingen. Zeepbellen dus, die ook weer uiteen kunnen spatten. Eind jaren ‘90 bijvoorbeeld, leidde een ommekeer in de stroom beleggingskapitaal naar Azië tot nogal wat onrust. Dit liet zijn sporen na op achtereenvolgens de aandelenmarkt, de grondstoffenmarkt, de obligatiemarkt en, via de hieruit voortvloeiende lage rente, ook op de markt voor onroerend goed. Thans vrezen sommigen voor een zeepbel op de markt voor private equity.
Hier ligt naar mijn mening een duidelijke verantwoordelijkheid voor de grote centrale banken. Deze dienen, door de rente op een relatief hoog niveau vast te stellen, een bijdrage te leveren aan het indammen van de wereldwijde groei van de geldhoeveelheid. De Amerikaanse centrale bank lijkt die houding al enigszins aan te nemen, omdat deze, ondanks tekenen van economische zwakte, vooralsnog niet van plan lijkt de rente te verlagen. Ook bij de Europese Centrale Bank valt een duidelijke wens tot verdere renteverhoging te bespeuren. Voor u betekent dit dat rentetarieven voor kredieten met een looptijd van minder dan één jaar, relatief hoog zullen blijven. Maar ook, omdat een dergelijk monetair beleid gewoonlijk tot een vlakke rentecurve leidt, dat rentes voor langer lopende leningen relatief laag kunnen blijven.