Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Loopbaan van Jan Dalhuisen

Via via kwam Jan Dalhuisen in de accountancy. Het vak kon hem matig boeien. Nu heeft hij een topfunctie bij Deloitte Touche Tohmatsu.

1973 KPMG
"Na mijn HBS-B ben ik eventjes terechtgekomen op de opleiding tot tolk-vertaler Engels/Duits aan de UvA. Dat was eigenlijk geheel per ongeluk. Na nog geen driekwart jaar ben ik daar dan ook weer mee gestopt. Ik speelde destijds gitaar in een band en dat vond ik veel interessanter dan studeren of werken. Maar goed, ik moest natuurlijk wel iets. Ik had gelukkig nog een zwager die accountant was. Via hem kwam ik in 1973 bij KPMG terecht, waar ik als assistent-accountant aan de slag kon. En ook al had ik niet het idee dat het mijn roeping was, ik vond het geen onaardig werk. Daarom ging ik via de avond- en weekendopleiding aan de slag met het halen van mijn Nivra."

1978 Arthur Andersen Eindhoven
"Toen ik in 1978 overstapte naar Arthur Andersen,  pakte het vak mij voor het eerst écht. Er heerste daar een andere cultuur, het was een kleinere organisatie en de omgeving sprak me  meer aan. Na één jaar gewerkt te hebben als assistent-accountant, werd ik senior en weer twee jaar later werd ik manager. In 1987 werd ik partner en vestigingsdirecteur van ons kantoor in Eindhoven, een locatie die toen nog moest worden opgestart. Die jaren zijn een continu groeiproces geweest. Als partner ben je op sommige terreinen nog wel uitvoerend aan de slag, maar niet meer in detail. Je bent natuurlijk ook  meer ­managerial en marktgericht bezig."

1998 Arthur Andersen Nederland
"In 1995 kwam de vraag of ik naast de vestiging in Eindhoven die in Rotterdam erbij wilde gaan doen. Dat wilde ik wel. Drie jaar later mocht ik de accountancypraktijk voor heel Nederland gaan leiden en in 2001 werd ik officieel country managing partner van de totale Nederlandse praktijk, waar toen ongeveer 1.700 mensen werkten. Het was een heel spannende tijd, omdat net op dat moment ook de wereldwijde Andersen- organisatie uiteenviel. Door het faillissement van Enron in de ­Verenigde Staten raakte het Amerikaanse Andersen serieus in de problemen. Zwaar reputatieverlies, rechtszaken dreigden en grote klanten liepen weg. Dat raakte ons ook in Nederland. En dan zijn er dus ineens wel 1.700 mensen van je afhankelijk."

2002 Deloitte Nederland
"Wij hebben dat toen opgelost door de Nederlandse tak van Andersen te verkopen aan Deloitte. Dat was wel even wennen. De Andersen- organisatie had een heel homogene cultuur, die door organische groei tot stand was gekomen. Als je daarmee opgaat in een grotere organisatie met een cultuur die veel gedifferentieerder is, merk je dat natuurlijk wel. Op het moment van samengaan was Deloitte in Nederland ongeveer 6.000 mensen groot en Andersen 1.500. Het lukte om toch succesvol te integreren door het bedrijf onder te verdelen in twee groepen. Aan de ene kant de corporate markt, bestaande uit de Andersengroep en nog eens 1.000 man van Deloitte,  aan de andere kant de nationale markt, die Deloitte bleef doen. Dat hebben we drie jaar zo gedaan, waarna we de hele organisatie functioneel anders hebben ingericht. Toen zijn we gaan bewegen naar een meer uniforme cultuur, waarin mensen van binnenuit de merkbeleving moesten gaan voelen die we ook naar buiten wilden uitstralen. Zelf kwam ik in 2002 in de raad van bestuur van Deloitte Nederland met de corporate markt in mijn portefeuille. Vijf jaar later werd ik vice-voorzitter van de raad, wat ik twee jaar gebleven ben."

2009 Deloitte Touche Tohmatsu
"Op 1 september jongstleden ben ik overgestapt naar het Executive Committee van Deloitte Touche Tohmatsu, de wereldwijde organisatie waar ook Deloitte Nederland onder valt. Wij hebben daar als doel neergelegd om onze gezamenlijke marktposities en de kwaliteit van onze internationale samenwerking op een nog hoger plan te brengen; to be the standard of excellence."

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Of leest u dit artikel liever in de e-paper?

De evolutionaire fout die zelfs de beste managers maken: ‘Je moet echt dieper dat brein in’

Waarom moeten bazen undercover om hun eigen bedrijf te begrijpen? Evolutiepsycholoog Leon Schaepkens vertelt in podcast De Werkprofessor hoe managers de oerbehoeften negeren die al 10 miljoen jaar in ons DNA verankerd zitten.

leiderschap leon schaepkens
Foto: Getty Images

‘Undercover Boss is een fantastisch leuk programma, maar het is eigenlijk best raar dat een baas undercover moet om te ontdekken hoe het is in zijn bedrijf.’ Deze observatie van Leon Schaepkens vat kernachtig samen wat er vaak misgaat in organisaties: leiders die niet weten wat er speelt op de werkvloer.

In de podcast De Werkprofessor met Wendy van Ierschot deelt Schaepkens zijn visie op leiderschap, gebaseerd op zijn boek 10 miljoen jaar leiderschap. Als evolutiepsycholoog, bestuurskundige én jurist brengt hij een uniek perspectief: ons leiderschapsgedrag is diep verankerd in ons evolutionaire verleden.

Zes basisbehoeften

‘Tien miljoen jaar geleden zijn onze voorouders zo’n beetje begonnen op die savannes in Afrika’, vertelt Schaepkens. ‘Als je dan kijkt naar de afsplitsingen – chimpansee, bonobo en later de mens – dan zie je een sterke behoefte aan zes basisbehoeften.’

Die zes basisbehoeften (veiligheid, verbondenheid, waardering, autonomie, zelfexpressie en grenzen) zijn volgens Schaepkens ‘echt heel sterk in ons DNA opgeslagen’. Ze bepalen hoe we functioneren in groepen en reageren op leiderschap. Het probleem is dat moderne managementtheorieën vaak aan de oppervlakte blijven en deze diepere drijfveren negeren.

‘In mijn praktijk was ik bezig met de bekende managementtheorieën, en daar is niks mis mee. Maar ze blijven wel aan de bovenkant, zeg maar, aan de vernislaag van ons brein’, legt hij uit. ‘Je moet toch echt dieper dat brein in om mensen mee te krijgen in bepaalde veranderingen.’

Lees ook: 7 excuses van mensen die niet willen veranderen (en hoe daarmee om te gaan)

Veiligheid als basis

Van alle basisbehoeften is veiligheid volgens Schaepkens de meest fundamentele. Zonder gevoel van veiligheid zullen medewerkers niet open zijn, geen initiatief nemen en niet innoveren.

‘Als je je onveilig voelt, dan ga je zeker niet de dag daarna open zijn,’ zegt hij. ‘Wat leidinggevenden vaak willen: “Ben open, vertel mij anders.” Dat ga je niet doen. Je gaat ook niet innovatief zijn.’

werkprofessor leon schaepkens
Leon Schaepkens is te gast bij Wendy van Ierschot in de nieuwste aflevering van de podcast De Werkprofessor.

De oplossing klinkt simpel: wees aanwezig, emotioneel stabiel en duidelijk. In de praktijk blijkt dit echter een grote uitdaging. Veel managers zitten volgens Schaepkens gevangen in wat hij de ‘vergaderreflex’ noemt – ze zijn fysiek wel aanwezig, maar mentaal afwezig.

‘Wat ik veel zie is dat mensen weliswaar aanwezig willen zijn, maar de hele tijd occupied met andere dingen’, zegt hij. ‘Dus dat ze gewoon op hun mobiel zitten of achter hun eigen computer en niet zo goed een houding weten te geven met wat dan aanwezig zijn is.’

Autonomie versus structuur

Een andere interessante observatie betreft autonomie. Hoewel zelfsturing en autonomie als modern leiderschapsprincipe worden gepresenteerd, plaatst Schaepkens hier kanttekeningen bij.

‘Wat je weleens ziet bij moderne leiderschapsgoeroes: “Je moet iedereen autonomie geven.” Maar veel mensen kunnen autonomie niet aan’, stelt hij. ‘Er zijn mensen die in principe weinig autonomie aankunnen. Dan moet je eigenlijk taakgericht zijn.’

Hij pleit voor een gedifferentieerde aanpak: sommige medewerkers floreren bij vrijheid, anderen hebben juist behoefte aan duidelijke taakomschrijvingen en kaders. De kunst is om te herkennen wie wat nodig heeft.

Grenzen stellen

Over kaders gesproken: het belang van duidelijke grenzen wordt volgens Schaepkens vaak onderschat. Grenzen bieden structuur en houvast, maar te veel regels verstikken creativiteit en innovatie.

‘Grenzen zijn het kader waarbinnen mensen hun vrijheid kunnen pakken’, legt hij uit. ‘Schiet het door, heb je veel te veel, dan krijg je die beroemde bureaucratie. Heb je te weinig, dan hebben mensen te weinig houvast.’

De balans vinden is essentieel. Om in Schaepkens’ woorden te blijven: ‘Rijdt Max Verstappen met vierkante wielen of rijdt hij met ronde wielen? Als hij ronde wielen heeft, gaat hij hard vooruit, dan wint hij.’

Zijn advies voor leiders die willen verbeteren? Begin bij jezelf. ‘Je moet jezelf eerst leren kennen. Dus wat zijn jouw basisbehoeften waar je last van hebt? Welke basisbehoefte heb jij een tekort aan? Ieder mens heeft dat.’ Alleen vanuit die zelfkennis kun je beter leiding geven aan anderen.

‘Het zijn makkelijke dingen om te zeggen, maar moeilijke dingen om te doen’, besluit Schaepkens. ‘Juist omdat je je als leider moet leren kennen.’

Drie takeaways uit de podcast:

  • Zelfkennis is de eerste stap naar beter leiderschap. Leiders die hun eigen basisbehoeften en reactiepatronen onder druk begrijpen, kunnen effectiever leidinggeven en een gezondere werkomgeving creëren.
  • Leiderschap gaat niet over status, maar over betrokkenheid. Fysiek en mentaal aanwezig zijn, luisteren en actief meedoen in de organisatie zijn cruciaal om vertrouwen en verbondenheid te creëren.
  • Echte autonomie vereist duidelijke grenzen. Vrijheid zonder kaders werkt niet; leiders moeten de juiste balans vinden tussen richting geven en ruimte laten om medewerkers te laten groeien.

Beluister de nieuwste aflevering van de podcast ‘De Werkprofessor’. Of abonneer je via de podcast-app van jouw keuze. Nieuwe afleveringen verschijnen elke twee weken op maandag.

Heb je vragen of input? Neem dan contact op met Wendy van Ierschot via [email protected]. Benieuwd naar de volgende gast in ‘De Werkprofessor’ of wil jij als eerste de teaser van de volgende aflevering horen? Volg dan ‘De Werkprofessor’ op LinkedIn.