De hogere looneis van FNV illustreert de toenemende krapte op de arbeidsmarkt. Helpt deze looneis het economisch herstel in Nederland om zeep?
De vakcentrale FNV verhoogde maandag zijn looneis van 2,5 procent naar drie procent, volgens de vakcentrale om de koopkracht van burgers te verbeteren. De werkgeversorganisaties MKB Nederland en VNO-NCW vinden deze loonstijging te hoog. Zet dit het prille economisch herstel onder druk?
Vanuit het bedrijfsleven is er volgend jaar ruimte voor een hogere looneis, analyseert Johan Verbruggen, econoom bij het Centraal Planbureau. De productiviteit van werknemers stijgt en bedrijven verdienen meer aan elk product dat ze verkopen, zo blijkt uit de jongste Macro-economische Verkenning. Op basis daarvan is er volgend jaar ruimte voor een loonstijging van 3,25 procent, rekent Verbruggen voor. Niet vreemd dus dat werknemers van dat economisch herstel meeprofiteren.
Volgens Jan van Ours, hoogleraar economie aan de Universiteit van Tilburg, is de hogere loonseis van FNV simpelweg een kwestie van vraag en aanbod. “De vacatures rijzen de pan uit.’’ Het zal de econoom niet verbazen dat het CNV de looneis van FNV zal volgen. Al zouden de salarissen gematigd blijven, dan zoeken werkgevers wel andere manieren om werknemers aan te trekken, benadrukt hij. “Bijvoorbeeld met een auto van de zaak of door nieuw personeel hoger in te schalen. Of het nu linksom of rechtsom is, de lonen zullen stijgen.’’
In de Macro-economische Verkenning concludeert het CPB dat de Nederlandse concurrentiepositie in Europa dit en volgend jaar nog niet verbetert. Heeft de werkgeversorganisatie VNO-NCW dan niet gelijk dat Nederland zich door de hogere looneis van de FNV internationaal uit de markt prijst? “Door hogere lonen verslechtert in principe de concurrentiepositie van Nederland,’’ reageert CPB-econoom Verbruggen. Maar daarmee is niet alles gezegd, benadrukt hij. “Ook in andere landen daalt de werkloosheid en stijgen de lonen. Het kan wel zijn dat in andere landen de lonen meer omhooggaan.’’
(Nederlands Dagblad)
