Als wereldmarktleider op het gebied van spraaktechnologie was Lernout & Hauspie de trots van Vlaanderen. Inmiddels is ‘going flemish’ in de VS synoniem voor fraude plegen en balanceert L&H op de rand van de afgrond. Wat ging er mis? En wat was de rol van Amerikaanse inlichtingendiensten? Een reconstructie.
Samenvatting Deel 1
L&H groeit onstuimig. Met een aantal grote overnames van Amerikaanse concurrenten jaagt L&H het Amerikaanse ministerie van Defensie tegen zich in het harnas. Journalisten en analisten beginnen vraagtekens te plaatsen bij de LDC’s, centra die in licentie van L&H spraak ontwikkelen in diverse talen. Volgens Jo Lernout had de ceo Gaston Bastiaens dit systeem beter eens goed uitgelegd, maar Bastiaens “staat op verzenden, niet op ontvangen.”
Pas na de overname van de Amerikaanse concurrent Dictaphone blijkt dat de Belgen een cruciale denkfout hebben gemaakt. L&H moet van de SEC voortaan rapporteren alsof het een Amerikaans bedrijf is. Dat hebben ze over het hoofd gezien. Door de omvang van Dictaphone wordt L&H verplicht zijn regionale omzetcijfers, tot dan toe een goed bewaard geheim, openbaar te maken. In Ieper breekt regelrechte paniek uit. Bastiaens moet met de billen bloot. Plots blijkt dat de omzetten van L&H Korea goed zijn voor ongeveer 40 procent van de jaaromzet. Ook blijkt dat de omzetten in Singapore vrijwel volledig in rook opgaan. Korea is nochtans het grote succesverhaal van Bastiaens. Bastiaens verklaart zelfs dat het succesmodel van Korea naar andere landen zal worden geëxporteerd. In april 2000 trommelt L&H zelfs een aantal Belgische, Britse en Franse journalisten op om ter plekke een kijkje te nemen. De zaken gaan daar immers zo voortvarend dat de wereld hiervan kennis moet nemen. Singapore en Korea worden in één week tijd bezocht. Niemand die de tijd heeft om een boekenonderzoek te doen. Ook is er de taalbarrière. Vrijwel niemand in Korea blijkt Engels te spreken. Zelfs het toenmalige hoofd van L&H Korea Ju Chul Seo, beter bekend onder zijn verwesterde naam John Seo, spreekt geen fatsoenlijk woord Engels. De WSJ doet het boekenonderzoek overigens wel, naar later blijkt op grond van interne lekken bij L&H.
8 augustus 2000 De WSJ pakt groot uit met een vernietigende artikel over L&H. Drie Koreaanse klanten van L&H blijken geen klanten van L&H te zijn, beweren die klanten zelf. Een aantal andere klanten beweert dat ze aanzienlijk minder aankopen hebben gerealiseerd dan Bastiaens wilde doen geloven. De krant heeft de Koreaanse klantenlijst van L&H vreemd genoeg van Bastiaens zelf gekregen. Na de publicatie door de WSJ spannen diverse Amerikaanse advocatenkantoren naar Amerikaanse gewoonte zogenaamde class action suits aan tegen L&H. De donderwolken pakken samen boven Ieper. En het aandeel begint aan een vrije val. De beschuldiging van de WSJ is hard aangekomen. Bastiaens kondigt nog aan dat er een interne audit komt door bedrijfsaccountant KPMG die moet bewijzen dat er geen vuiltje aan de lucht is. Maar opnieuw mort de pers. Hoe kan de accountant immers zichzelf controleren?
Bastiaens gaat nog een stap verder en koopt voor ruim 60 miljoen dollar nieuwe aandelen-L&H aan als bewijs van zijn onwankelbare geloof in de technologie van het bedrijf. Het mag allemaal niet baten. Jo Lernout: “Wij hebben met Gaston besproken dat het misschien tijd was voor iemand anders, dan wel dat hij zijn managementteam moest versterken. Gaston zal wel gedacht hebben dat het aandeel van het bedrijf met zoveel technologie en zo’n sterke groeimarkt wel zou verdubbelen. Daarom heeft hij de gok gewaagd om te kopen. In zijn ogen moet dat geen gok geweest zijn. Dat dachten wij ook.”
Spookbedrijfjes
25 augustus 2000 Het hoofd van Bastiaens rolt. Hij wordt als ceo vervangen door John Duerden, ceo van Dictaphone. Ook Ellen Spooren wordt gedwongen op te stappen. L&H stelt het voor alsof Bastiaens uit eigen beweging opstapt. Niets is minder waar. Jo Lernout geeft later toe dat de onhandige aanpak van Bastiaens van de Korea-crisis hem de das heeft omgedaan. Ook was er toenemende kritiek van de aandeelhouders van Dragon en Dictaphone op het beleid van Bastiaens. Maar het houdt niet op. Op 21 september wordt bekend dat de SEC een formeel onderzoek is begonnen naar de boekhouding van L&H. Opnieuw breekt er paniek uit onder de beleggers. Eén dag later is het opnieuw goed raak. De WSJ heeft onderzoek gedaan naar de LDC’s in Singapore en in België en is tot de conclusie gekomen dat het om spookbedrijfjes gaat die veelal van de gebakken lucht leven, geen omzet of winst maken, waar nauwelijks personeel in dienst is en die dus op onrechtmatige wijze bijdragen aan het opkloppen van de omzetten van L&H. De krant stelt ook vragen bij de investeerders die achter de LDC’s schuil gaan. Is hier sprake van belangenverstrengeling? Gaat het om witwasoperaties? Een inderhaast belegde persconferentie moet de lucht klaren. Maar het verweer klinkt pathetisch en kan op den duur zelfs de Belgische pers niet meer paaien.
Jo Lernout opent de persconferentie onder grote belangstelling van de media. Zijn vriend Pol Hauspie is depressief thuis gebleven. Een aantal journalisten oppert dat dit wel het gevolg zal zijn van wat hij in Korea heeft uitgevreten dan wel aangetroffen. Op de vraag wie de illustere investeerders zijn die achter de LDC’s schuil gaan, antwoordt Lernout met klem dat hij hun namen nooit bekend zal maken, zelfs niet als de SEC er expliciet om vraagt. “Het was een blunder van formaat,” geeft Lernout nu toe. “Maar er is geen fraude gepleegd. Het enige probleem was de manier waarop mensen in de LDC’s wilden investeren. Daar is een flink aantal mensen bij dat niet naar voren wil komen. Sommigen om redenen van privacy, anderen omdat ze op een typisch Belgische manier via Luxemburg zijn ingestapt. Er zit een rijke Nederlander bij. Hij heeft zich niet aan belastingontduiking schuldig gemaakt, maar hij wilde niet dat zijn naam in de Nederlandse kranten zou komen. Dat is geen proper gedrag, alhoewel het wettelijk is toegestaan. Daarnaast waren er een paar Arabische prinsen. Oliebaronnen werken altijd offshore. Maar dat is geen witwasoperatie. De conclusie dat het een witwasoperatie is, omdat we de namen niet vrijgaven, is niet juist.”
Opspraak
Maar er zijn op dat moment nog andere redenen waarom L&H de namen van de investeerders niet wil vrijgeven. Onder hen bevindt zich namelijk de Libanees-Armeense zakenman H.K. De meeste Belgen kennen hem als een spilfiguur in dat andere West-Vlaamse schandaal rond tapijtenfabrikant Beaulieu. K. is daarin ernstig in opspraak gekomen. “De investering van K. was volkomen wettig, maar toch hadden wij hem misschien beter niet aangetrokken, omdat dat heeft gezorgd voor een sfeer van verdachtmaking.”
Verdacht waren K. en de Arabische prinsen ook in de ogen van het Amerikaanse militaire apparaat. Ze werden door de Amerikanen aangezien als vijandig tegenover de VS. Maar Lernout is er nog steeds van overtuigd dat de LDC’s niet het grootste probleem vormen in de val van L&H. “De omzet was hoe dan ook valabel. Die omzet had misschien tijdelijk als afkomstig van een related party moeten worden geboekt. Maar hij was wel echt en werd ook betaald. Zo is er 100 miljoen dollar aan inkomsten door de LDC’s effectief betaald en definitief verworven.” Dat neemt niet weg dat er in het dossier rond de LDC’s zogenaamde side letters gevonden zijn, ondertekend door onder anderen Jo Lernout zelf. KPMG beweert nu dat het de omzetten van de LDC’s onmogelijk correct kon boeken omdat de spilfiguren, Jo Lernout, Pol Hauspie en Nico Willaert, bewust informatie achterhielden. Lernout: “Leningen of waarborgen geven is volledig wettelijk. Cisco doet op grote schaal aan klantenfinanciering. Nokia verschaft in 2001 voor 3 miljard euro leningen aan klanten zodat ze materiaal kunnen kopen bij Nokia.”
6 november 2000 Er vindt een bijeenkomst plaats tussen mensen van accountantskantoor Arthur Andersen, Bryan Cave, een Amerikaans advocatenkantoor, Loeff Claeys Verbeke, de toenmalige advocaat van L&H, de toenmalig financieel directeur Carl Dammekens en Jo Lernout. “Toen heeft AA gezegd dat KPMG zich in verband met de licentieboekingen van de LDC’s vergist had. Urenlang heb ik gepleit, uitgelegd waarom de LDC’s per definitie niet konden werken zonder assistentie van L&H. Niets mocht baten. ‘Het is cru gesteld, maar eigenlijk had u uw klanten moeten laten stikken. Dan was er niets fout geweest met de boekingen’, zei AA. Dat was voor mij de ultieme desillusie. Die dag zit voorgoed in mijn geheugen gegrift. Veertien jaar lang hebben we ons krom gewerkt om het bedrijf groot te maken. Dat gingen we toch niet op de helling zetten met onregelmatige boekingen?”
Bloedbad
9 november 2000 L&H stuurt twee persberichten de wereld in. In het eerste valt te lezen dat de drie gedelegeerde bestuurders Jo Lernout, Pol Hauspie en Nico Willaert ontslag nemen. Roel Pieper – ‘Wie A zegt, moet ook B zeggen’ – wordt voorzitter van de raad van commissarissen. In het tweede persbericht wordt op aanstichten van ceo John Duerden gesteld dat er onregelmatigheden en fouten zijn vastgesteld in de boekhouding van 1998, 1999 en de eerste helft van 2000. Het bedrijf geeft met andere woorden zelf toe dat er sprake is van boekhoudkundige fraude. Op 12 november start het parket van Ieper een informatief onderzoek. Déminor, een internationale belangenorganisatie, roept de kleine aandeelhouders op zich te verenigen. Op die oproep zullen uiteindelijk meer dan tienduizend Vlamingen ingaan. Op 13 november wordt John Seo, de ceo van L&H Korea, ontslagen. Een kleine week later stappen Lernout, Hauspie, Willaert definitief op als bestuurder bij L&H. Lernout blijft voorlopig nog even aan als technologisch adviseur van het bedrijf. Een en ander neemt niet weg dat op de aandelenbeurzen intussen een waar bloedbad heeft plaatsgevonden.
Uiteindelijk zal L&H in minder dan zes maanden tijd ruim 16 miljard gulden aan marktwaarde verliezen. Op 29 november stapt L&H naar de handelsrechtbank van Ieper om er surséance van betaling aan te vragen. Tegelijkertijd wordt er in de VS eveneens bescherming tegen schuldeisers aangevraagd onder de vorm van een zogenaamd chapter eleven. In de pers begint Jo Lernout emotioneel te mekkeren over een teloorgang van de ‘Vlaamse kroonjuwelen’. Intern blijkt dat John Duerden, de nieuwe ceo, er niet veel van bakt. Het verzet van de overblijvende Vlaamse bestuurders tegen de ‘onbekwame’ Duerden neemt halsoverkop toe. Duerden zou L&H om zeep helpen, zeggen verschillende oud-bestuurders.
In de boeken van L&H Korea staat najaar 2000 100 miljoen dollar. L&H is dringend op zoek naar geld. Dat wordt opgevraagd in Korea. Het blijkt niet opvraagbaar. Het is domweg verdwenen. Jo Lernout: “Waarom heeft John Seo zijn klanten terugbetaald? Nadien vernam ik dat een deel van de klanten werd terugbetaald omdat ze ontstemd waren dat ze licenties hadden betaald, maar dat L&H Korea nog steeds geen tools had geleverd. Het bedrijf was op een bepaald moment meer bezig met commissarissen en advocaten dan met technologie. Andere klanten waren het beu telkens weer lastig gevallen te worden. Eerst hadden ze vragen van KPMG beantwoord, daarna kregen ze de journalisten van de WSJ aan de lijn, toen kwam Bryan Cave met zijn vragen. Op den duur wilden ze niets meer met dat gedoe te maken hebben.”
Angstkreten
Een probleem dat ook John Duerden ondervindt wanneer hij naar Korea afreist om er John Seo te ontmoeten en het geld op te vragen dat het bedrijf dringend nodig heeft. Duerden wordt verplicht een uur lang te antichambreren voordat hij Seo te zien krijgt. Hij heeft de man nog maar net begroet of twee Koreanen stormen de vergaderruimte binnen en sleuren Seo in commandostijl mee naar een andere kamer. Vanuit de vergaderzaal hoort Duerden luid gestommel, brekend glas, warrige angstkreten. Seo wordt in elkaar geslagen. Duerden besluit Korea te verlaten. Hij neemt het eerste vliegtuig terug. Duerden wil niets met de Koreaanse bandieten te maken hebben.
Jo Lernout blijft er rotsvast van overtuigd dat het eigenlijk Korea is dat L&H de das heeft omgedaan. Lernout: “Gaston had in Korea beter moeten opletten en wij hadden beter moeten opletten dat hij daar beter oplette, hoewel wij onze controleplicht in Korea wel zijn nagekomen. Gaston heeft zich in Korea laten bedotten. Het bewijs dat hij niet op de hoogte was van de fraude in Korea, is dat hij in de zomer van 2000 voor meer dan een miljard Belgische francs aan aandelen kocht. Dat had hij nooit gedaan, als hij geweten had dat er in Korea zaken gebeurden die het bedrijf te gronde konden richten. KPMG deed daar de controle voor ons. Ze hebben ons nooit gezegd dat daar iets fout liep. Als je je veertien jaar krom werkt en dan verneemt dat er iets fout gaat in Korea, dan treed je toch wel onmiddellijk op, of niet soms? Maar wij wisten van niets. Wij wisten niet wat daar gebeurde. KPMG heeft de contracten nagekeken. Wat waren de problemen? Er waren contracten met klanten die traag of zeer traag betaalden. Maar de contracten bestonden wel degelijk. KPMG, de toenmalige bedrijfsrevisor, wou weten waarom er niet betaald werd. Het antwoord luidde: zo gaat dat in Korea. Sommige facturen waren via factoring doorverkocht aan banken. Bij de banken stond wel degelijk geld op de rekeningen. Op de vraag of het om echte ‘factoring’ ging, kreeg KPMG een positief antwoord. Volgende vraag van KPMG: Als de klanten niet betalen, blijft het geld dan van L&H? Opnieuw was het antwoord ja. Voor KPMG was er dan ook geen probleem.”
Oplichters
Intussen keek L&H aan tegen een gat van 100 miljoen dollar verdwenen omzetten. Jo Lernout is ervan overtuigd dat het probleem opgelost had kunnen worden: “John Seo heeft een bod van 100 miljoen uitgebracht om L&H Korea van ons terug te kopen. Hij kwam met een voorstel van 30 miljoen cash en de rest op afbetaling. John Duerden ging er niet op in. Hij heeft de zaak geboycot.” Duerden krijgt nog meer verwijten naar het hoofd geslingerd door de voormalige top van L&H. Hij wordt er zelfs van verdacht een Amerikaanse reverse take-over van het bedrijf te hebben georganiseerd, zodanig dat de technologieën uit Ieper opnieuw in Amerikaanse handen terecht zouden komen. Lernout: “Vlak voordat het bankenconsortium van L&H in november 2000 de kredieten opvroeg, was er een vergadering met onder anderen Roel Pieper en ikzelf. Wij vroegen de onderhandelingen voort te zetten. De banken waren bereid nog een paar dagen te wachten. Maar ze vroegen wel een teken van goodwill. ‘Zorg ervoor dat er geen geld wordt getransfereerd naar de VS’, vroegen ze. Ik belde meteen Duerden op met de melding dat er geen geld mocht worden overgeschreven. Daags nadien was het geld weg.”
19 december 2000 John Duerden heeft het rapport van een intern onderzoek door het Amerikaanse advocatenkantoor Bryan Cave doorgespeeld aan de WSJ. De krant citeert uit het rapport met een gretigheid die tekenen van bloeddorst verraadt. De nieuwe onthullingen doen L&H geen deugd. Lernout: “Er liep van alles mis. In twee maanden hadden zich verschillende overnamekandidaten gemeld voor onze vertaaldochter Mendez. Het geld van de verkoop van Mendez konden we goed gebruiken. Duerden deed niets met die biedingen. En er was het bod van 100 miljoen dollar van Seo voor L&H Korea waar Duerden niet op in wilde gaan, zogezegd omdat hij niet met oplichters wilde onderhandelen. Dat bod werd nochtans gesteund door Samsung Securities en Hyundai, bij mijn weten toch geen oplichters.” Op 25 april van dit jaar werd L&H Korea op verzoek van de huidige topman van L&H, de Waalse senator Philippe Bodson, failliet verklaard. Op 3 augustus werd Mendez verkocht aan het Amerikaanse Bowne voor een bedrag van 44,5 miljoen dollar, een schijntje van de 160 miljoen dollar waarvoor Mendez vorig jaar in de etalage stond, toen Duerden nog ceo van L&H was.
Ook andere financieringsmogelijkheden werden door Duerden niet of niet goed aangepakt. Lernout: “Duerden kon bij GE Capital 80 miljoen dollar lenen. Van de raad van commissarissen mocht hij enkel het handelsfonds van Dictaphone in onderpand geven. In realiteit gaf hij 70 procent van het bedrijf weg voor 10 miljoen dollar. Zelfs de broncode van het bedrijf heeft hij voor dat bedrag in onderpand willen geven. Op een bepaald moment bleek dat de Carlyle-groep geïnteresseerd was in de overname van Dictaphone. Na een maand is Carlyle afgehaakt nadat vier telefonische oproepen aan het adres van Duerden door hem niet waren beantwoord.”
Aasgieren
16 januari 2001 Duerden wordt verplicht op te stappen nadat de raad van commissarissen over zijn lot heeft beslist. Iedereen blijkt voor zijn vertrek te stemmen. Alleen Roel Pieper onthoudt zich. Twee dagen later verlaat Pieper Ieper en legt hij zijn functie van voorzitter van de raad van commissarissen neer. In Ieper haalt men opgelucht adem. De Amerikaanse reverse take-over is mislukt. De Vlaamse kroonjuwelen zijn voorlopig gered.
De flamboyante Philippe Bodson, senator van beroep, internationaal gereputeerd zakenman, wordt de nieuwe algemeen directeur. Hij heeft de taak op zich genomen, omdat hij wel in is voor een ‘avontuurtje’. Bodson wil wel een definitieve breuk met het verleden bewerkstelligen. “Tabula rasa moet er komen,” roept hij tijdens zijn eerste persconferentie als ceo van L&H. Dat zal Jo Lernout aan den lijve ondervinden. Zijn contracten en contacten met het bedrijf worden volledig opgezegd. Van de oorspronkelijke oprichters van L&H heeft niemand nog enige zeggenschap over L&H. Pol Hauspie, nog steeds depressief thuis, heeft een meldpunt voor depressieve mensen opgericht en brengt zijn dagen gelaten en gelouterd door in afwachting van een monsterachtig strafproces dat nog jaren op zich kan laten wachten.
Jo Lernout heeft samen met een van zijn zonen een nieuw bedrijf opgericht en schrijft verwoed aan een boek over zijn technologische visie op de toekomst van Vlaanderen. Van Gaston Bastiaens is alleen bekend dat hij het land niet mag verlaten en dat zijn aanvraag voor een persoonlijk faillissement in de VS is mislukt. Nico Willaert is zijn eigen grote onbekende zelf gebleven en is opnieuw in de anonimiteit ondergedoken. De top van KPMG is inmiddels door het gerecht van Ieper in verdenking gesteld. Een eerste herstelplan van Bodson voor L&H is eerder door de handelsrechter van Ieper afgewezen. Eind september moet duidelijk zijn of de handelsrechter het herstelplan van Bodson alsnog zal goedkeuren. Dat laatste is weinig waarschijnlijk. Philippe Bodson heeft al laten weten dat hij geen nieuw herstelplan wenst in te dienen. Er rest L&H op dit moment derhalve weinig anders dan een vrijwel zeker faillissement. De aasgieren cirkelen nu al boven Ieper. Als het bedrijf daadwerkelijk failleert, is de felbegeerde Ieperse technologie immers voor een prikje te koop. Daarmee zal een einde zijn gekomen aan een van de meest opmerkelijke technologische bedrijven die Vlaanderen ooit gekend heeft. Het gras is inderdaad altijd groener aan de rand van de afgrond.
Bovenstaand relaas is gebaseerd op lange, vaak geheim gehouden gesprekken met verschillende bestuurders en oud-bestuurders van L&H. Met name Jo Lernout en Pol Hauspie verschaften veel informatie over de achtergronden van de opkomst en neergang van het naar hen genoemde bedrijf.
Samen met René De Witte en Luc Van Aelst, redacteuren van de Financieel-Economische Tijd, legt freelance journalist Luc Van Peteghem momenteel de laatste hand aan een boek over het dossier L&H dat dit najaar verschijnt bij uitgeverij Lannoo in Nederland en België en bij de Franstalige uitgeverij Racine in Wallonië en Frankrijk.