Nederland is te klein voor schrijver/cineast Leon de Winter. Dus ging hij naar Hollywood. Voor de financiering van zijn grootse filmplannen had hij echter de oer-Hollandse verzekeraar Delta Lloyd nodig. En die laat hem nu in de kou staan.
In de laatste dagen van het vorig jaar trok Delta Lloyd de stop uit haar filmfonds. 'Volstrekt amateuristisch', reageerde Leon de Winter wiens productiebedrijf PlesWin zou profiteren van de honderdzoveel miljoen die Delta Lloyd uit de markt wilde halen. “De Winter komt z'n afspraken niet na,” riposteerde Delta Lloyd. Inmiddels vliegen de juridische claims over de tafel.
En het begon zo mooi.
'Nederland wordt het nieuwe centrum van de filmindustrie', kopten de kranten medio 1999. Grote plannen van schrijver/producer/cineast Leon de Winter. Samen met Hollywood-legende Eric Plescow (veertien Oscars) lanceerde De Winter het productiebedrijf PlesWin. Jaarlijks zou PlesWin zes films gaan uitbrengen: Engelstalige films bestemd voor het grote publiek. PlesWin zou daarmee 's werelds grootste onafhankelijke filmstudio worden. Zondagskind De Winter werd gelijk al beloond met – naar eigen zeggen – 'een geschenk uit de hemel': nauwelijks enkele dagen na de aankondiging van PlesWin liet toenmalig staatssecretaris Vermeend weten dat investeringen in filmprojecten voortaan aftrekbaar zouden zijn. Een enorme opsteker voor het prille bedrijf en de Nederlandse filmindustrie.
De eerste film van PlesWin, The Hollywood Sign, komt binnenkort uit. Gebaseerd op een boek van… Leon de Winter.
Orale seks
Het zal wel overcompensatie zijn, de grootse taken die Leon de Winter zich oplegt. Van zichzelf verklapte De Winter ooit in het blad Margriet: “Van kinds af aan ben ik altijd erg voorzichtig geweest, paste op en keek goed om me heen. Ik heb het nooit leuk of uitdagend gevonden om enge dingen te doen. Ik zat het liefst in de buurt van m'n moeder een boekje te lezen. Erg zoet, ja.”
Joel Cahen gelooft er in ieder geval niet veel van. Cahen, tegenwoordig wonend in Israël, kent De Winter nog van de joodse les in Den Bosch. “Van Leon herinner ik me vooral dat hij stout was. Brutaler dan ik. Misschien omdat hij meer van het jodendom snapte dan ik.”
Zijn brutaliteit zorgde ervoor dat hij van het Stedelijk Gymnasium in Den Bosch werd afgetrapt en z'n toevlucht zocht op een streng-christelijke school in Waalwijk ('ik ben daar getemd met de zweep van geduld en tolerantie'). Ook zijn toenmalige leraar Duits, Piet van Eersel, herinnert zich De Winter vooral als lastige jongen. “Hij kon toen al erg goed redeneren en zette mij geregeld met de mond vol tanden.” Van Eersel voorspelde leerling De Winter een carrière in de muziek: “Leon kon prachtig gitaar spelen en zingen.”
Het verbaast Cahen niets dat De Winter schrijver is geworden. “Zijn familie heeft zoveel meegemaakt. Dat biedt veel stof om te schrijven. Slechts enkelen van zijn familie hebben de oorlog overleefd. Ook de periode na de oorlog was zwaar voor familie de Winter. Ze hadden het niet breed. Leons vader was handelaar in lompen en oud ijzer. Zijn moeder werkte bij mijn vader in de zaak. Ze was zakjesplakster.”
De zakelijke toekomst van zijn sjoelgenoot lag minder voor de hand, meent Cahen. “Misschien dat toch de oud-ijzerhandel van zijn vader ongemerkt van invloed is geweest.”
Zoon van lompenboer wordt miljonair. Dat zou toch sympathie moeten opwekken. Helaas, niet bij iedereen.
De Winter heeft slechts verklaarde vijanden en levenslange vrienden. Een tussenweg lijkt niet mogelijk. Vooral literair Nederland kijkt op De Winter neer. De kift vanwege De Winters aantrekkelijke verkoopcijfers? Mogelijk. Nieuwe Revu schrijft: “Het is een sport geworden om een boek van hem af te kraken. De literaire wereld vindt Leon de Winter een geldverslindende playboy die er niet te koop mee zou moeten lopen dat hij graag orale seks bedrijft in z'n jaguar en in een opzichtige, dure villa woont. Ook vinden ze zijn boeken, die gul over de toonbank gaan, te oppervlakkig.”
Over de megalomane filmplannen van de auteur klonk daarentegen bij schrijvend Nederland vooral lof. Ronald Giphart: “Ik hoop dat het hem lukt om Nederland op de internationale filmkaart te zetten.” Kees van Beijnum: “Een heel goed plan van De Winter.” Marjan Berk kortweg: “Leon heeft groot gelijk.” Belgisch schrijver Herman Brusselmans zegt wat zijn collega's allemaal denken: “Ik hoop dat hij ooit nog eens een boek van mij verfilmt.”
René Seegers, medeproducer van The Hollywood Sign, verklaart de heftige reacties die De Winter steevast losmaakt uit het optreden van de schrijver/filmer zelf: “Leon is nu eenmaal erg uitgesproken in wat hij doet. Hij stáát ervoor, gaat geen compromis aan.”
Rasoptimist
De slechtste eigenschap van De Winter is ongetwijfeld dat hij slecht tegen kritiek kan. Kritiek op zijn boeken verwart De Winter al snel met kritiek op zijn persoon. Volkskrantrecensent Michaël Zeeman – inderdaad een azijnpisser pur sang – wordt door De Winter bij voorkeur aangeduid met de kwalificatie 'zieke schoft'. Voornaamste reden is dat Zeeman geen hoge pet opheeft van De Winters schrijftalent en dat niet onder stoelen of banken steekt.
Zelf leest De Winter de kritieken niet meer. Zijn vrouw Jessica selecteert zorgvuldig wat anderen over haar Leon schrijven en legt hem alleen de lovende recensies voor. Zijn beeld van wat de wereld van De Winter denkt, komt dan al snel overeen met wat De Winter van zichzelf denkt.
Zelf schuwt Leon de Winter de kritiek niet. Hij was de onbenoemde leider van een groep studenten die zich, geheel conform de tijdgeest van de jaren zeventig, verzette tegen het onderwijs op de Filmacademie. Vooral directeur Anton Koolhaas moest het ontgelden in het zwartboek dat De Winter c.s. publiceerden. Koolhaas voelde zich lafhartig in de rug gestoken door zijn pupil De Winter, die de voorgaande jaren zijn eerste schreden op het pad der literatuur steeds ter goedkeuring aan de gelouterde auteur Koolhaas had voorgelegd.
De Winter heeft zich altijd meer dan andere Nederlandse cineasten actief bemoeid met de productie- en financieringskant van het filmmaken. Eind jaren zeventig richtte hij met zijn mede-filmacademiestudenten Jean van de Velde en René Seegers het productiebedrijf Eafa (Eerste Amsterdamse Film Associatie) op. “Een grandioze tijd,” blikt Seegers terug. “We volgden het voorbeeld van Duitse cineasten die zich ook gingen bemoeien met de productie van hun eigen films. Voor Nederland was zoiets nieuw.”
Eafa draaide goeddeels op het verkooptalent van De Winter. Seegers: “In Nederland denkt men al snel 'dat kan ik niet'. Leon heeft daar geen last van. Hij kan zijn ideeën uitstekend verkopen. Hij is een rasoptimist.”
Dat optimisme sprak ook uit het Delta Lloyd filmfonds. Een gegarandeerd rendement van maar liefst 40 procent hielden De Winter en Delta Lloyd de investeerders voor. Onhaalbaar, zo waarschuwde de concurrentie.
In zijn sterk autobiografische boek Kaplan (1986) schrijft De Winter: “Kaplan holde verder en verlangde naar Hannah, naar haar warme lichaam en haar kalme stem. Waarom had hij van zijn leven zo'n puinhoop gemaakt. Waarom was hij die hij was? Vertegenwoordiger in lucht?”
Daar was Delta Lloyd in ieder geval bang voor geworden.
CV Leon de Winter
Curriculum
1954 geboren te 's-Hertogenbosch
1967 Gymnasium in Den Bosch en later Waalwijk. Later Filmacademie (niet afgemaakt)
1978 start filmproductiebedrijf Eafa
1980 Eerste film: De verwording van Herman Dürer, naar een boek van De Winter zelf (1976)
1986 Publicatie Kaplan, algemeen gezien als zijn beste roman
1999 Lanceert productiebedrijf PlesWin samen met Hollywood-tycoon Eric Plescow
Burgerlijke staat Gehuwd met collega-schrijfster Jessica Durlacher. Twee kinderen
Grootste succes Kreeg een voet aan de grond in Hollywood
Grootste mislukking Wordt niet serieus genomen door literair Nederland
Auto Jaguar. 'Ik heb de afwijking dat ik een auto soms ook mooi vind als ding'
Markant 'Wij blijven natuurlijk maar gewone zoogdieren met een hersenafwijking'