Eindhoven slaagt er niet goed genoeg in een economische en innovatieve topregio te worden. Het strikte immigratiebeleid belemmert kennismigranten in hun komst.
Dat stellen economen van ABN Amro in een nieuw rapport over de zogeheten Brainport Eindhoven. De regio blijft achter bij andere Europese innovatieregio’s, schrijven de economen. Een belangrijke reden daarvoor is de toelating van gespecialiseerde krachten uit het buitenland. De regels voor deze kennismigranten zijn weliswaar in 2004 versoepeld, maar volgens de geënquêteerde en geïnterviewde ondernemers in de regio nog lang niet genoeg.
Zo geldt de bestaande regeling alleen voor mensen in loondienst, dus niet voor zelfstandigen. Ook is er nog geen oplossing voor getalenteerde buitenlandse studenten die willen blijven, en voor hoogopgeleide asielzoekers die hier al zijn. De leges voor verblijf en een werkvergunning zijn aanzienlijk hoger dan in omringende landen.
Ook wat betreft inkomenseisen legt Nederland de lat te hoog. Zo moet een kennismigrant van onder de dertig jaar hier bijna 34.000 euro verdienen om een verblijfsvergunning te krijgen. En werknemers die hier langer dan vijf jaar wonen en werken, moeten het verplichte inburgeringsexamen afleggen. De nadruk van het overheidsbeleid ligt al met al op inperking van immigratie, niet op Nederland als gastvrij investeringsland.
(Trouw)