Menselijk talent wordt kwistig verspild, vindt de Britse hoogleraar Ken Robinson. Hoe dat komt? We worden te veel opgeleid als goede werkers, niet als creatieve denkers. "Als de wereld slechts het resultaat was van academische intelligentie, zou de wereld niet veel voorstellen."
Moeizaam loopt hij het podium op. Een stok moet zijn manke been ondersteunen. Graag zou Sir Ken Robinson beginnen door te zeggen hoe blij hij is om hier te zijn. Probleem is alleen dat hij geen flauw benul heeft van waar hij zich bevindt. Hij is al twee weken non-stop aan het reizen. "Wie zijn jullie eigenlijk?" vraagt hij daarom maar lachend aan het publiek van de Creative Company Conference in Amsterdam.
Robinson is voor zo'n 30.000 euro ingevlogen als een van de topsprekers op dit congres. Die goeroestatus dankt de emeritus hoogleraar aan zijn jarenlange werk en onderwijs op het gebied van kunst en cultuur. Robinson adviseert niet alleen regeringen, zoals die van Singapore, maar ook diverse Fortune-500-bedrijven over hoe met talent en met onderwijs om te gaan. Een filmpje van zijn vermakelijke toespraak in 2006 op het gerenommeerde Ted-congres wordt op internet nog steeds veel bekeken.
Dit jaar verscheen van zijn hand The Element, dat ook in het Nederlands is vertaald, een hartstochtelijk pleidooi voor de ontwikkeling van talent en creativiteit. Voor dit boek interviewde en bestudeerde Robinson talloze toptalenten uit het bedrijfsleven, de entertainmentbranche en het onderwijs. Conclusie: we hebben tegenwoordig niet alleen te maken met een krediet- en een klimaatcrisis, maar ook met een crisis omtrent menselijk talent. In het interview na afloop van de lezing vertelt de hoogleraar dat er in Californië, waar hij tegenwoordig woont, meer geld wordt uitgegeven aan gevangenissen dan aan hoger onderwijs. Bespottelijk, aldus de Brit. "Waarom besteden wij zoveel geld en aandacht aan criminaliteit? Er zijn toch niet meer potentiële boeven dan potentiële studenten?"
Om menselijk talent aan te boren moet je vaak net zo diep graven als naar natuurlijke bronnen. Trots vertelt de uit Liverpool afkomstige Robinson dat hij voor zijn nieuwste boek Paul McCartney heeft mogen interviewen. "Ik hing rond met Paul McCartney. Dat was het eigenlijk al. Dat wilde ik even laten weten. Maar nu serieus: Paul vertelde dat hij in zijn schooltijd het muziekonderwijs haatte. Niemand op zijn school dacht dat hij ook maar ergens talent voor had. Paul McCartney! Op dezelfde school zat George Harrison. Ook over hem werd gedacht dat hij geen talent had. Dus een muziekleraar in Liverpool had de helft van The Beatles in zijn klas en heeft het volledig gemist. Elvis Presley werd op school ook geweigerd door een muziekclub. Zij zeiden dat hij hun muziek ruïneerde. We weten allemaal hoe beroemd die muziekclub is geworden."
Doodzonde
Wat Robinson maar wil zeggen is dat veel talent – of dat nou in de muziek is of juist in het bedrijfsleven, met ondernemers als Richard Branson of Steve Jobs – op school juist nergens in uitblonk. "Er is zoveel creativiteit en talent bij kinderen, maar zodra we onze school of universiteit afronden is er al veel verloren gegaan. Ons onderwijssysteem is te eenzijdig en lineair. Ik ken talloze volwassen mensen die geen idee hebben wat hun talent of passie is. Doodzonde."
Maar voor de meeste mensen is het toch niet weggelegd om een Elvis of Richard Branson te worden? "Ik zeg ook niet dat in ons allemaal een superster of Nobelprijswinnaar schuilt, maar ik geloof wel heilig dat wij aanzienlijk meer potentieel hebben dan wij voor mogelijk houden. Het grootste probleem is onze overtuiging. Wij hebben bijvoorbeeld maar een beperkt idee van onze capaciteiten en denken dat die alleen maar minder worden. En dat terwijl mensen juist steeds groeien en veranderen."
Robinson, die al jong polio kreeg en zich daardoor naar eigen zeggen meer moest concentreren op zijn schoolprestaties dan op voetbal, praat graag over Het Element. Zo noemt hij de plek waar talent of natuurlijke aanleg en passie samenkomen. Wij kunnen in veel dingen goed zijn, maar als we er niet van houden, kunnen we er volgens hem nooit in uitblinken. "Het vinden van ons element is cruciaal voor voldoening en authenticiteit, maar ook voor welvaart en economische vooruitgang", benadrukt hij.
Het lastige is volgens hem dat er geen vaste formule is om je eigen element of dat van anderen te vinden. "Maar ik weet wel dat het de belangrijkste taak van managers is om het element van hun medewerkers te ontdekken en vervolgens te stimuleren. Er doen te veel mensen dingen waar ze niet goed in zijn of waar ze niet van houden. En dan verbazen we ons er nog over dat we nergens in uitblinken."
Op de helling
Maar om dat talent beter te benutten, moet wel ons onderwijssysteem op de helling, betoogt hij. Het onderwijs is volgens Robinson bijvoorbeeld niet aangesloten bij de nieuwe economische realiteit. "De baan voor het leven is voorbij. Studenten hebben verschillende soorten banen of carrières. Velen van hen gaan werken in een segment dat nu misschien nog niet eens bestaat."
Zijn belangrijkste kritiek op het huidige systeem is dat het niet meer beantwoordt aan de eisen van de tijd. In het industriële tijdperk moesten vooral goede werkers afgeleverd worden. Daarvoor waren standaardtoetsen en vragen met slechts één juist antwoord uitermate geschikt. Het gaat tegenwoordig echter veel meer om creativiteit en verbeelding. Nergens op de wereld worden muziek en dans net zo onderwezen als wiskunde of talen, terwijl veel kinderen juist moeten bewegen om te kunnen denken, stelt Robinson. "Wij leggen te veel nadruk op de hiërarchie van bepaalde vakken en op talloze regels en procedures waar wij aan moeten voldoen. Het gevolg is een groot leger aan mensen dat alleen zijn linkerhersenhelft gebruikt en het lichaam slechts als transportmiddel naar het werk ziet."
Dat zal niet makkelijk veranderen, denkt Robinson. Bijvoorbeeld omdat er veel geld gemoeid is met alle testen en onderzoeken op school en in het bedrijfsleven. "Daar zitten organisaties achter die politieke en economische belangen hebben." Maar het grootste probleem is nog wel ideologisch van aard, stelt hij. "Het is nog steeds een wijdverbreid misverstand dat je intelligentie met een test kunt meten. En dat intelligentie een vaststaand gegeven is. Het is ook absolute onzin om te veronderstellen dat een academische loopbaan of een carrière in het bedrijfsleven wel werk is en een carrière als muzikant of danser niets voorstelt. Ik sprak laatst met een Oostenrijkse politicus over verschillende soorten intelligenties. Hij begreep niet wat ik bedoelde. Wat voor soorten intelligenties waren er dan? Ik verwees hem naar de prachtige schilderijen in zijn kamer, het moderne gebouw waar hij in werkte en de mooie muziek waar hij naar luisterde. Dat was toch ook waardevol? Ons leven is veel meer dan kritische analyse of kunnen rekenen. Als jij je de wereld louter zou voorstellen als resultaat van academische intelligentie zou de wereld niet veel voorstellen."
Genadeloos
Veel organisaties zeggen enerzijds dat mensen hun belangrijkste kapitaal zijn en benadrukken het belang van creativiteit, maar anderzijds straffen zij fouten genadeloos af en selecteren en ontwikkelen ze steeds dezelfde mensen en talenten. "Veel bedrijven willen geen mensen die onafhankelijk of origineel denken, omdat die weigeren de regels en procedures te volgen en ongemakkelijke vragen stellen. Wij zijn zo gewend om mensen in bepaalde categorieën te plaatsen en op een standaardmanier te toetsen, dat wij ons niet meer afvragen of dat wel de beste manier is om potentieel te ontwikkelen."
Het hart van alle creatieve processen is juist continu uitdagen wat vanzelfsprekend lijkt, stelt Robinson. "Maar het grote probleem is dat wij niet weten wat vanzelfsprekend is, juist omdat het vanzelfsprekend is. Neem een horloge. Niemand die vanochtend een horloge omdeed dacht daar uitgebreid over na. Het is een automatische handeling. Maar dat geldt alleen voor mensen boven de 25. Mijn zoon van 24 snapt er niets van dat ik een horloge draag. Je kunt toch overal de tijd aflezen? Hij is opgegroeid in het digitale tijdperk waarin de tijd ook op iPods, mobiele telefoons of computers staat aangegeven. Wij leven in datzelfde digitale tijdperk, maar dragen nog steeds een horloge omdat we er niet over nadenken. Zo zijn er nog veel meer aannames die onze creativiteit belemmeren en tot ons mentale meubilair behoren."
Verbeldingskracht
Hoe sterk de beperking van de menselijke geest is bleek wel in 1939 toen de tv werd geïntroduceerd, vertelt de creativiteitsdeskundige. De New York Times voorspelde toen dat tv de radio nooit zou vervangen. Mensen moesten immers stilzitten om naar bewegende beelden te kijken. En dat zouden ze nóóit doen, want daar zou een doorsnee Amerikaans gezin simpelweg de tijd niet voor hebben. "Well, gek genoeg vonden ze die tijd toch. Om precies te zijn 26 uur per week", zegt Robinson ironisch. Hoe dat kwam? De televisie werd niet simpelweg toegevoegd aan de bestaande cultuur, maar transformeerde deze, net als internet deed in het afgelopen decennium en dat zal blijven doen. "De digitale revolutie is niet over, hij is net begonnen."
Maar hoe kunnen bedrijven daar dan op inspelen en meer creativiteit bevorderen? "Moderne bedrijven als Google en Apple laten hun medewerkers een significant percentage van hun tijd ‘lummelen' om ideeën te verzinnen. Deze bedrijven luisteren naar hun klanten, geven medewerkers vrijheid en ruimte om te experimenteren, fouten te maken en hun verbeeldingskracht te stimuleren", aldus Robinson. "Een leider hoort eigenlijk als een boer of tuinman te zijn. Je kunt planten niet dwingen om te groeien, je kunt wel de juiste condities voor groei creëren."
Hoe vinden wij ons element?
Ik heb het.
Aanleg betekent een natuurlijk talent hebben voor iets als dans of wiskunde.
Ik hou ervan.
Enorm plezier hebben in een bepaalde bezigheid.
Ik wil het.
Dit is een kwestie van het juiste perspectief, zoals optimisme, ambitie en kansen creëren en weten te pakken.
Waar kan ik het vinden?
Er zijn niet veel rodeorijders op de Zuidpool. Zoek mensen met dezelfde passie en zoek een omgeving met de juiste omstandigheden om je talent verder te ontwikkelen.
CV Ken Robinson
1950 Geboren in Liverpool, Engeland
1954 Krijgt polio
1981 Promotieonderzoek naar kunst en theater in onderwijs, University of London
1985 – 1989 Directeur ‘The Arts in School'-project, University of Warwick
1989 – 2001 Professor of Arts education, University of Warwick
1998 Leiding onderzoekscommissie naar de toekomst van onderwijs, creativiteit en economie voor de Engelse regering. Publicatie The Robinson Report.
2001 Publicatie Out of our minds. Learning to be creative.
2003 Geridderd
2008 Robinson ontvangt de Peabody Medal van de John Hopkins University voor zijn werk omtrent het belang van muziek.
2009 Publicatie The element. How finding your passion changes everything.
Robinson woont met zijn vrouw en twee kinderen in Los Angeles