Ze investeerden 14,7 miljoen in het lingeriebedrijf van Marlies Dekkers en redden daarmee haar bedrijf. De vrouwen van Karmijn Kapitaal geloven dat bedrijven met een divers team tot betere resultaten leidt. 'Wij hebben we een bovengemiddeld oog voor teamdynamiek.'
Terwijl de crisis in het voorjaar van 2010 goed op gang kwam, begonnen drie vrouwen vanuit een zolderkamertje investeringsfonds Karmijn Kapitaal. Inmiddels hebben ze bijna 50 miljoen euro opgehaald, hebben ze een eigen kantoor tegenover het World Fashion Centre in Amsterdam en zijn de eerste drie investeringen gedaan. En er hangt nog meer in de lucht. ‘Dit is een grote droom. We zitten in de flow’, zegt Hadewych Cels.
Karmijn Kapitaal is een investeringsfonds dat risicodragend vermogen (private equity) versterkt aan Nederlandse, niet-beursgenoteerde, MKB-ondernemingen, die worden geleid door een gemengd team van mannen en vrouwen.
Het fonds werd in 2010 opgericht door Cilian Jansen Verplanke, Désirée van Boxtel en Hadewych Cels. Jansen Verplanke heeft bijna 20 jaar ervaring in commercial banking en private equity bij de ABN Amro en de Rabobank, waar ze de Rabo Participaties, de investeringstak van de bank, hielp opbouwen. Van Boxtel heeft 8 jaar ervaring met private equity-investeringen voor zowel ABN Amro als informele investeerders. De afgelopen 9 jaar was ze ondernemer, onder meer met een eigen groothandel in interieuraccessoires, die ze in 2007 succesvol verkocht. Cels werkte na haar MBA aan Harvard 9 jaar via de mede door haar opgerichte investeerder Plain Vanilla bij turnaround-bedrijven, ondernemingen die verlies lijden maar met risicokapitaal weer winstgevend moeten worden.
Karmijn wil een portefeuille opbouwen van 7 tot 9 bedrijven. Hiervoor is 50 miljoen euro nodig. Dit einddoel is inmiddels bijna bereikt. Een derde hiervan werd opgehaald bij het European Investment Fund. De derde investering van Karmijn Kapitaal haalde de nationale dagbladen. Op 21 augustus ging het lingeriebedrijf van Marlies Dekkers failliet en werd bekend dat Karmijn het bedrijf van een doorstart zou voorzien. Krantenkoppen als ‘Investeerder ziet toekomst in vrouwen aan de top’ en ‘Snelle doorstart dankzij de stille bewindvoerder’ maakten het jonge investeringsfonds ineens landelijk nieuws.
Een gedurfde zet van Karmijn, want de media hadden het lingeriebedrijf van Marlies Dekkers al dood en begraven verklaard, vanwege een hoge bankschuld, slechte resultaten, twee belangrijke leveranciers die failliet gingen, en de sowieso krimpende omzet in de lingeriebranche. Maar volgens Karmijn Kapitaal is Marlies Dekkers niet alleen een prachtig merk, maar runt ze ook een bedrijf met veel potentie. ‘Natuurlijk moet er een nieuwe strategie komen, maar het is niet dat we een ziek kasplantje hebben overgenomen dat we nu aan alle kanten water moeten geven’, zegt Désirée van Boxtel.
De investering in Marlies Dekkers, waarvoor onder meer een schuld van 14,7 miljoen bij de Rabobank werd afgekocht, sluit aan op de filosofie van Van Boxtel, Cels en Cilian Jansen Verplanke. Hun investeringsmaatschappij stelt risicodragend vermogen (private equity) beschikbaar voor de financiering van bedrijven en verkrijgt daarvoor medezeggenschap. Het fonds richt zich specifiek op niet-beursgenoteerde, Nederlandse MKB-ondernemingen met een managementteam met zowel mannen als vrouwen of een vrouwelijke bestuursvoorzitter. Niet vanuit een feministische of activistische doelstelling, maar omdat een divers management zou leiden tot betere bedrijfsresultaten, volgens onderzoek van onder meer McKinsey en Catalyst. Mannen en vrouwen verschillen karakterologisch in leiderschapsstijlen, risicomanagement, klantbenadering en de focus op lange of korte termijn. Juist deze verschillen zorgen voor een uitgebalanceerd team en betere bedrijfsresultaten.
De drie vrouwen van Karmijn Kapitaal werden in 2009 samengebracht door Carien van der Laan, headhunter van Woman Capital. Van der Laan zag regelmatig ‘stoere vrouwen’ aan haar bureau verschijnen die op zoek waren naar een nieuwe baan omdat het bedrijf waarin ze werkten werd verkocht. Geen van deze vrouwen overweeg de mogelijkheid om het bedrijf zelf te kopen. Van der Laan legde het probleem voor aan Jansen Verplanke, Van Boxtel en Cels, die een gat in de markt zagen.
Toen de investeerders gevonden waren, konden zij op zoek naar potentiële overnamekandidaten. Jansen Verplanke, Van Boxtel en Cels letten daarbij vooral op de samenstelling van het managementteam en de mogelijkheden om groei te realiseren. Na de overname speelt Karmijn een adviserende en ondersteunende rol, waarbij ze het zittende management helpen om de gezamenlijke doelen te realiseren. Het team van Jansen Verplanke, Cels en Van Boxtel heeft een duidelijke rolverdeling. Het basiswerk zoals de investering en de analyse van een bedrijf gebeurt gezamenlijk, maar per deal neemt een de leiding, treedt een ander op als co-piloot en is er een neutrale derde die van de zijlijn commentaar geeft.
Ondanks moeilijker periodes waarin investeerders weg leken te blijven, hebben Jansen Verplanke, Van Boxtel en Cels in de drie jaar van het bestaan van Karmijn Kapitaal de eerste investeringen kunnen doen. Zo namen zein april 2012 samen met het zittende management Enrico over, een voedingsmiddelenbedrijf gespecialiseerd in mediterrane producten als tapas en tapenade. In december datzelfde jaar verkreeg het fonds een minderheidsbelang in YouMedical, een bedrijf actief in zogeheten ‘over the counter’ zelfzorgproducten. En nu dus Marlies Dekkers, bij wie ze meerderheidsaandeelhouder worden, terwijl de overige aandelen in handen blijven van Dekkers zelf, die ook directeur blijft.
MT: Jullie richten je op diverse teams. Hoe divers is jullie eigen team?
Cels: ‘Wij zijn alle drie compleet verschillend. Ik weet niet of we dat intuïtief hebben uitgekozen of dat we gewoon geluk hebben gehad. In allerlei opzichten zijn we anders, hoe we bijvoorbeeld met risico’s omgaan of problemen oplossen.’
Van Boxtel: ‘Hier letten wij ook op bij andere managementteams. Het gaat niet alleen om de aanwezigheid van mannen en vrouwen. Twee mannen en twee vrouwen maakt een team niet per definitie divers, dat kunnen ook vier haantjes zijn.’
Jansen Verplanke: ‘Wij hadden het geluk dat we als beginnend bedrijf zelf onze normen, waarden en strategieën hebben kunnen uitzetten. Dit kan natuurlijk niet als je in een bestaande onderneming binnenstapt. Wij zijn het alle drie eens over onze doelstellingen, zoals een goed renderend fonds maken voor de investeerders, en over de manier waarop: door te investeren in diverse teams en deze bedrijven te begeleiden om zo groei en waarde te creëren.’
Van Boxtel: ‘Diversiteit moet wel werken, er moet eenheid zijn binnen een team. Dit geldt voor de bedrijven waarin wij investeren, maar ook voor onszelf. Alles moet hier tot een oplossing komen, wij moeten alle drie met een beslissing kunnen leven. Er is geen baas die een knoop kan doorhakken. Maar we realiseren ons heel goed dat het niet ons feestje is. De belangen zijn te groot om kinderachtig bij je eigen standpunt te blijven staan of een discussie te willen winnen.’
Wat heeft jullie team sterk gemaakt?
Van Boxtel: ‘Het begin was praktisch, we moesten een investeringsstrategie uitzetten en investeerders vinden en bereiken. Pas daarna ga je nadenken over hoe je als team gaat samenwerken en wie welke rol krijgt.’
Jansen Verplanke: ‘We hebben vanaf het begin een onafhankelijke coach gehad om ons te begeleiden, in de persoon van Albert Sonnevelt, een therapeut die gespecialiseerd is in onder meer teambuilding, persoonlijke effectiviteit en stress- en timemanagement. De eerste sessie was natuurlijk onwennig, want waar is het allemaal voor nodig? Is dit niet veel te duur, waarom doen we dit? Maar Albert heeft niet alleen ons hart gewonnen, hij is gewoon erg goed. Elke zes tot acht weken bespraken en bespreken we onderwerpen als onze doelstellingen, valkuilen, krachten en verbeterpunten.’
Wat hebben deze coachingsessies jullie opgeleverd?
Cels: ‘De sessies hadden een specifiek thema, maar we begonnen altijd met een rondje over de vraag of er bepaalde ergernissen of dingen speelden…’
Jansen Verplanke: ‘Maar er speelde nooit iets toch?’
Cels: ‘Nee we denken altijd dat er niets is. Eerst zeg je natuurlijk maar 10 procent van wat je eigenlijk vindt, je wilt ook niet zeuren. Maar Albert kan feilloos de overige 90 procent naar boven halen, waardoor problemen ook echt uitgesproken worden.’
Jansen Verplanke: ‘Als je meer met elkaar werkt, laat je ook steeds meer van jezelf zien. Hij heeft ons geleerd dat kwetsbaarheid en onzekerheid niet iets is om je voor te schamen, maar dat je er alleen maar beter van wordt.’
Van Boxtel: ‘Door de sessies kom je met zijn drieën op één lijn, maar vind je ook je eigen kracht. Wij weten heel goed van elkaar wat we willen en hoe we elkaar kunnen helpen als het tegenzit.’
Zijn er ook moeilijke momenten geweest?
Cels: ‘Toen we nog alleen werkten met ons eigen geld, gingen we op een gegeven moment onze eigen reserves opeten. Dan heb je voor je gevoel wel uitzicht nodig dat het goed gaat komen.’
Jansen Verplanke: ‘Het is ook geen makkelijk vak. Fondsen komen en gaan. Ze houden het niet vol, het is moeilijk geld op te halen.’
Waarom is het jullie wel gelukt?
Jansen Verplanke: ‘De coachingsessies hebben ons zeker geholpen om de tegenslagen in perspectief te plaatsen en om het vol te houden.’
Van Boxtel: ‘Daar zit ook een groot deel van onszelf in. Wij hebben alle drie een enorm uithoudingsvermogen. We hebben ons niet laten afleiden.’
Cels: ‘Het rouleerde ook. Wij hadden allemaal onze momenten dat we het niet meer zagen zitten. Investeringen kwamen minder snel dan verwacht. De andere twee slepen je er dan doorheen en dat maakt ook de verbondenheid van je team.’
Van Boxtel: ‘Vertrouwen is ook belangrijk. Gaandeweg groeit dat vertrouwen in elkaar enorm. Je weet dat de anderen je niet laten vallen, dat je samen in staat bent om een strijd te kunnen leveren, wat er ook gebeurt.’
Wat voor rol spelen jullie in deze bedrijven?
Van Boxtel: ‘We hebben bedrijven waar we meerderheidsaandeelhouder zijn, daar zijn we actiever dan als we een minderheid hebben. Bij het ene bedrijf is er ook meer behoefte aan dan bij de ander. Karmijn is niet een private equity-fonds dat een bedrijf volgooit met schulden. We willen een bedrijf niet leegzuigen of ons alleen richten op de korte termijn.’
Jansen Verplanke: ‘Wij willen waarde creëren binnen een bedrijf. Niet alleen waarde in geld, maar bijvoorbeeld ook werkgelegenheid of de buitenlandse activiteiten uitbreiden.’
Van Boxtel: ‘We gaan nooit op de stoel van het bestaande management zitten. Een bedrijf moet zelfstandig kunnen opereren met een eigen dagelijkse leiding, maar we kunnen wel onze bijdrage leveren.’
Cels: ‘Wij zijn natuurlijk geen experts. Wel hebben we denk ik een bovengemiddeld oog voor teamdynamiek, wat voor effect dit heeft binnen een bedrijf en vooral wat het tegenwerkt.’
Jansen Verplanke: ‘Wij hebben ook alle drie veel ervaring. Naarmate je ouder wordt, leer je meer te vertrouwen op je intuïtie. Vrouwen zijn daar sowieso wat ontvankelijker voor, ze voelen sneller aan hoe de verhoudingen liggen of wat er speelt binnen een team.’
De drie bedrijven waarin jullie investeren opereren in totaal verschillende sectoren. Is het niet lastig om over voldoende expertise hiervoor te beschikken?
Jansen Verplanke: ‘Dat is de uitdaging en het leuke van dit vak. Je leert een hoop. Op een gegeven moment kunnen wij je alles vertellen over de voedingsmarkt of de gezondheidssector. Of beha’s.’
Van Boxtel: ‘Risicospreiding is hierbij ook van belang. Juist investeren in verschillende sectoren is een vorm van risico mijden. Ook zijn veel vraagstukken binnen bedrijven vergelijkbaar. Soms is het gewoon bedrijfskunde en kun je de kennis van het ene bedrijf in het andere gebruiken.’
Jansen Verplanke: ‘De doorstart van Marlies Dekkers heeft veel pers gekregen, maar het is voor ons niet anders dan Enrico of YouMedical. Het zijn allemaal investeringen waarbij je kijkt hoe een bedrijf in elkaar zit, of er voldoende potentie is en hoe je waarde kunt creëren.’
Waar staat Karmijn over vijf jaar?
Jansen Verplanke: ‘We zijn inmiddels bezig met de vierde investering….’
Cels: ‘En de vijfde en zesde. We hebben het echt heel druk, maar af en toe hebben we het wel over onze toekomstdromen. Je kunt wel dromen over werelddominantie van Karmijn, maar we willen eerst dit laten slagen. Karmijn is al een grote droom.’
Van Boxtel: ‘Het eerste doel is om dit een goed renderend fonds te maken. Daarna kun je andere dingen doen. We willen ook meer vrouwelijke rolmodellen op de kaart te zetten, Marlies Dekkers is natuurlijk al bekend rolmodel, maar we zouden het liefst nog twintig voorbeeldvrouwen onder de aandacht brengen. We willen vrouwelijke ondernemers inspireren om een bedrijf over te nemen, en groter te durven denken.’