Hij was al ceo van biotechnologisch bedrijf Pepscan en voorzitter van de belangenorganisatie Niaba, nu is Joost van Bree (45) ook nog eens toegetreden tot het algemeen bestuur van VNO-NCW. Toch vond hij tijd om ons te woord te staan over zijn nieuwe functie.
Was u op zoek naar een nieuw bijbaantje?
“Nee, ik ben het geworden omdat ik voorzitter ben van de Niaba. Mijn voorganger is iets anders gaan doen en de voorzitter van de Niaba is ook direct bestuurslid bij VNO-NCW.”
Wat vindt uw vrouw ervan dat u nóg meer gaat werken?
“Die heeft daar geen enkel probleem mee, haha. Ik heb ook nog twee commissariaten, dus vervelen doe ik me in ieder geval niet. Maar mijn functie bij VNO-NCW sluit aan bij wat ik in de dagelijkse praktijk bij Pepscan doe. Er komen dezelfde dossiers voorbij, veel meer tijd kost het dus niet.”
Waarom bent u geschikt voor de functie?
“Ik heb genoeg gezien en gehoord. In andere bedrijfstakken ben je op dit moment op middelbare leeftijd, hier ben je een jonge ondernemer op je 45e. Een collega heeft wel eens geroepen dat je in deze branche twintig jaar bezig bent voor je alles weet. Als je de primaire lijn wil managen, is dat noodzakelijk. Dat proces is 100 procent inhoudelijk.”
Wat gaat u doen binnen VNO-NCW?
“De focus ligt op het ondernemersklimaat voor kennisintensieve bedrijven. Om te zorgen dat Nederland als kennisland tot de voorhoede blijft behoren, moeten we de ontwikkelingen uit de politiek volgen en zorgen dat er vanuit Den Haag geen barricades worden opgeworpen. Door te lobbyen bijvoorbeeld. We willen topinstituten van de grond krijgen, als scharnierpunten tussen universiteiten en het bedrijfsleven.”
Hoe?
“Kennisinstellingen en bedrijven hebben elkaar lange tijd van achter hoge wallen bekeken. Dat begint nu te veranderen, de wallen worden geslecht. Men moet leren elkaar te vertrouwen.”
Waarom doet u dit vanuit VNO-NCW?
“Je kan er aan de slag met gelijkgezinden, je zit in een netwerk. Als Pepscan zijn we niet gedachtebepalend, we zijn niet uniek. Dus sluit je je voor dit doel bij anderen aan. Je zit er ook voor je eigen belang, maar uiteindelijk sta je samen sterker.”
