Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Jacco Verhaeren – ‘ Geen succes zonder tegenslag’

Succes kan een mens voorgoed veranderen. In deel 2 van een serie tweegesprekken met succescoaches spreekt Joop Alberda met Jacco Verhaeren. "Alle succesvolle mensen delen één ding: onverzettelijkheid en wilskracht."

 

Succes is het enige onderwerp dat áltijd energie oplevert, zegt Joop Alberda. "Ik was begin november bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen, het was fascinerend om te zien wat het succes van Barack Obama met anderen deed. Er hing echt iets in de lucht. Wat is jouw definitie van succes eigenlijk?"

Verhaeren: "Voor mij is succes als lukt wat je van tevoren bedenkt. Of sterker nog: als wat je van tevoren bedenkt wordt overtroffen. Dat hoeft niet alleen om een Olympische medaille of een wereldrecord te gaan. Ik heb vroeger bijvoorbeeld ook op sportscholen gewerkt, en succes kan daar betekenen dat het iemand lukt om een bepaald streefgewicht of een gezondere levensstijl te bereiken."

Alberda: "Wat is nodig voor succes?"

Verhaeren: "Het begint met een goede planning. Zonder plan geen succes. Bij succes hoort verder: incasseren en doorzetten. Alle succesvolle mensen delen één ding: onverzettelijkheid en wilskracht. Succesvolle topsporters onderscheiden zich door gedrag, concentratie, efficiency en een volledige, zelfs meedogenloze gerichtheid op het doel. Minder succesvolle sporters laten zich makkelijker afleiden, bijvoorbeeld door een tegenvaller. Een tegenslag moet je incasseren en overwinnen door wilskracht. Ik ken geen enkele topsporter die nooit tegenslag heeft gehad."

Alberda: "Soms moet je tegenslag zelfs organiseren. Overtraindheid is een tegenslag, maar vóórdat een sporter weet wat overtraindheid is, moet hij het eerst meemaken. Als coach weet je op dat moment waar zijn grens ligt, je weet dan tot hoever je kunt gaan."

Verhaeren: "Topsporters op weg naar succes accepteren zo'n aanpak. Zij hebben een groot lerend vermogen en stoten zich niet tweemaal aan dezelfde steen."

Alberda: "Is het zelfkritische vermogen van succesvolle mensen groter?"

Verhaeren: "Ja, dat vind ik wel. Ze gaan meer van zichzelf uit, ze zullen zelden de coach, een begeleider of de omstandigheden de schuld geven van een mindere prestatie. En als het wél aan de coach ligt, trekken ze hun conclusies en zoeken ze een andere.

"Ik denk overigens dat een coach wel een van de meest bepalende instrumenten is voor succes. Toppers als Pieter van den Hoogenband verwachten dat hun trainer de beste kennis in huis haalt, dat de sporter actief met hem kan meedenken. Een succesvolle sporter is soms héél lastig. Maar je moet dat als trainer niet als lastig ervaren, maar als welkome aanvulling op de interactie."

Alberda: "Zat jij vanaf het begin op de juiste route naar het succes?"

Verhaeren: "Op mijn veertiende wist ik al dat ik trainer wilde worden. En sinds mijn negentiende, na het CIOS, heb ik mijn leven in dienst gesteld van het coachschap. Het woord succes kwam destijds nog niet in me op. Ik begon als onbeschreven blad. In mijn omgeving en in de familie was niemand trainer. Dat was een voordeel. Ik nam ook geen bepaalde trainingscultuur mee, ook omdat het vak zwemtrainer eigenlijk nog niet bestond.

"Mijn doorbraak kwam eigenlijk in 1994, toen Pieter van den Hoogenband drie keer goud won op de Europese jeugdkampioenschappen. Het eerste belangrijke succes bij de senioren kwam in 1996, toen Kirsten Vlieghuis tijdens de Olympische Spelen in Atlanta brons won op de 400 en 800 met vrije slag."

Alberda: "Toen kreeg je ook te maken met de consequenties van succes. Vond je dat altijd leuk?"

Verhaeren: "Pas in 2000 werd ik voor het eerst écht geconfronteerd met de keerzijde van succes. Pieter van den Hoogenband en Inge de Bruin waren in Sydney ongekend succesvol, waardoor ik ook een beetje als bekende Nederlander terugkwam. In de periode daarna heb ik wel eens terugverlangd naar de periode dat alles veel minder gecompliceerd was, toen er minder sponsorbelangen waren, minder media-aandacht, enzovoort. In 1996 haalden we twee keer brons en zes vierde plaatsen, en iedereen vond het gewéldig. Als we nu een toernooi met zulke uitslagen zouden hebben, heb ik een probleem.

"Na 2000 werd het ook moeilijker om bij de core business te blijven. Het werd heel verleidelijk om in te gaan op allerlei aanbiedingen, om bijvoorbeeld voor een paar duizend euro een lezinkje te houden, maar ik heb de keuze gemaakt om dat niet te doen, omdat het de route naar nieuw succes zou verstoren.

"De meest negatieve kant van succes is eigenlijk de toegenomen complexiteit, het verlies van onbevangenheid. Afgelopen weekend stond ik alle Europese coaches te woord om een petitie te kunnen indienen bij de internationale zwembond tegen het gebrek aan regels voor nieuwe zwempakken. ‘s Avonds op mijn hotelkamer dacht ik: waarom moet ík zoiets doen? Maar ja, vanwege mijn successen word ik toch een beetje gezien als een roerganger. Ik moet in ieder geval ervoor waken dat ik me niet te druk maak over onderwerpen waar ik me vroeger nooit druk om maakte."

Alberda: "Na het Olympische volleybalgoud in 1996 kreeg ik plots een podium dat ik voorheen nooit had. Eerst kreeg je met dezelfde filosofieën geen enkele aandacht, maar zodra je succes hebt, hangt men aan je lippen en wordt alles voor waar aangenomen. Ondanks dat je nog steeds dezelfde twijfels hebt over je eigen aanpak.

"Zéker als je goud wint, verandert de manier waarop men tegen je aankijkt. Dan ben je als het ware een alchemist die ontdekt heeft hoe je lood in goud kan veranderen. Het gevaar daarbij is aan de ene kant dat je kritiekloos benaderd wordt, en aan de andere kant dat je woorden verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden. Ik heb geleerd dat je bescheiden moet blijven onder succes en dat je aandacht moet blijven geven aan je échte vrienden. Dat zijn de enigen die je met beide benen op de grond kunnen houden.'

Verhaeren: "Succes heeft inderdaad impact. Mensen gaan je anders benaderen, wat soms maakt dat ik nukkiger ben. Gelukkig heb ik mensen om me heen die niet in de sportwereld zitten en die kunnen relativeren. Mijn vrouw bijvoorbeeld, en een paar vrienden die het me durven zeggen als ik me druk maak om niks."

Alberda: "Hoe belangrijk is talent volgens jou? Ik zeg altijd: talent is een noodzakelijke bijzaak. Talent alleen is niet voldoende, maar alleen mentaliteit is òòk niet voldoende.'

Verhaeren: "Je hebt harde werkers die het gewoon niet in hun genenpakket hebben om kampioen te worden, en je hebt ook luie talenten die de mentaliteit missen om succes te behalen."

Seminar: Architecten van het succes

Onlangs verscheen bij Tirion het boek Twaalf topcoaches over succesvol management. In estafettevorm interviewen vooraanstaande trainers uit de sportwereld elkaar over uiteenlopende onderwerpen zoals teambuilding, motivatie en veranderprocessen.

Management Team organiseert samen met Tirion op woensdag 17 juni een seminar waarin een panel sportcoaches bespreekt wat u als manager of ondernemer kunt leren van de wereld van de topsport. Locatie: het DSB Stadion in Alkmaar. De bijeenkomst is van 14.30-18.00 uur en kost € 145 (inclusief boek). Een deel van de opbrengst gaat naar Spieren voor Spieren.

Zie voor meer informatie mt.nl/topcoaches

Joop Alberda (57)

was coach van het Nederlands mannenvolleybalteam dat in 1996 Olympisch goud won in Atlanta. Daarna werd hij technisch directeur en chef de mission van de Olympische ploeg bij NOC*NSF en was hij technisch directeur van de Nederlandse Volleybalbond (NeVoBo). Tegenwoordig is Alberda voorzitter van de belangenvereniging NL Coach en werkt hij bij adviesbureau &Samhoud.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Jacco Verhaeren (40)

boekte als trainer successen met zwemmers als Pieter van den Hoogenband, Inge de Bruin, Marleen Veldhuis, Marcel Wouda, Kirsten Vlieghuis, Klaas Jan Zwering, Inge Dekker en Ranomi Kromowidjojo. Hij is sinds 2006 tevens technisch directeur van de Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB).