Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Ivo gaat nergens heen

De machtigste manager van de stad zit in het gemeentehuis aan de Coolsingel. Na een weifelend begin zijn de Rotterdammers trots op hun ‘Oppie', alom beschouwd als een van de beste burgemeesters van het land. Hard werken, toewijding maar vooral zijn ontspannen opgeruimde levenshouding zijn belangrijke succesfactoren.

Bij binnenkomst in zijn ruime hoekkamer in het stadhuis aan de Coolsingel nemen we plaats aan de lange werktafel. Medewerkers en assistenten lopen heen en weer om alles in orde te maken, terwijl de burgemeester zelf het kalme middelpunt blijft. De fotograaf wil ons op een andere stoel hebben, in verband met het licht. Er worden wat papieren en een beeldje – een kunstig stapeltje mosselschelpjes – opzijgeschoven. Het bovenste schelpje blijkt los te zitten en valt op tafel.

De burgemeester kijkt naar het onthoofde sculptuur. "Dat is geen kunstwerk maar een trofee!," zegt hij met gespeelde dramatiek in zijn donkere stem. "De gouden mossel. Heb ik zelf verworven… Dondert in elkaar…"

Als een verklaring moet worden gezocht voor het succes van Ivo Opstelten als een van de meest gewaardeerde burgemeesters van het land, moet zijn ontspannen, licht ironische houding in de overweging worden betrokken. De burgervader zit lekker in zijn ruime vel. Rotterdammers die hem op straat aanspreken met klachten over de huurverhoging of brommerlawaai, vinden een luisterend oor. Opstelten blijft staan om de burgers van de stad waar hij in 1944 geboren is te woord te staan. Hij ademt de rust van een man die zijn levensdoel met deze baan ruimschoots heeft bereikt. Het enige dat hem nog rest, is de stad zo goed mogelijk besturen.

Aanvankelijk, toen hij in 1999 overstapte als burgemeester van Utrecht naar Rotterdam, was er nog scepsis. Hij was een VVD-man in een stad die decennia door de PvdA was bestuurd. Zou hij, de Olivier B. Bommel-achtige figuur, de dynamische werkstad Rotterdam met zijn grote sociale problemen kunnen inspireren?

Na enkele jaren was het pleit beslecht. Tijdens crisissituaties zoals de bonnetjesaffaire rond Bram Peper en Feyenoordrellen trad de nieuwe burgmeester voortvarend op. Na de dood van Pim Fortuyn liep het burgemeestersechtpaar voorop bij de herdenkingstocht. Later werd het moeizame college met Leefbaar Rotterdam, VVD en CDA door hem tot een productieve eenheid gesmeed. In plaats van zijn wat afstandelijke voorganger Peper nam Opstelten soms gewoon de tram. Hij verkeerde net zo makkelijk met bewoners van probleemwijken als havenbaronnen. Rotterdam ging overstag.

Tas dragen

Zalig moet het zijn om al vroeg in het leven precies te weten wat je later wilt worden – vooral als het allemaal ook lukt. Opstelten ging rechten studeren omdat hij het burgemeestersambt ambieerde. Na zijn studie werkte hij enkele jaren op het stadhuis van de gemeente Vlaardingen. Opstelten: "Ik zeg het wel eens zo, als je burgemeester wilt worden moet je eerst de tas van een burgemeester hebben gedragen. ‘Nog een kopje koffie, burgemeester? Moet ik een mooie speech schrijven? Kan ik nog iets anders voor u doen?'"

Op 28-jarige leeftijd solliciteerde hij in de Drentse gemeente Dalen. De Commissaris der Koningin had geen bezwaar om zo'n jeugdige burgemeester aan te stellen. Hij vond het een goede zaak dat iemand de kans zou krijgen zich verder te ontwikkelen in dienst van de publieke zaak.

Hoe zag uw eerste werkdag er uit?

"Mijn eerste werkdag als burgemeester was een zaterdag. De dag van de installatie."

Was u niet zenuwachtig om in het diepe te worden gegooid?

"Natuurlijk heb je daar een bepaalde spanning bij. Het is een serieus ambt. Maar ik vond het ook leuk. De volgende dag was er een veekeuring in Dalen. Daar moest ik meteen een speech houden over de uierstand. En een prijs uitreiken aan de Piet 7, een geweldige stier die het uitstekend had gedaan. En aan een koe die kennelijk een prachtige uier had, dat soort dingen. Zo is het begonnen."

Hoe heeft u het vak geleerd? Las u boeken? Had u een mentor?

"Ik heb veel gehad aan een oudere wethouder, Geert Smits. In het begin weet je nog niet wat je positie is. Elementen als voorzitter zijn, boegbeeld zijn. Feeling krijgen met de aard van de bevolking. Op een gegeven moment wilden we een nieuw gemeentehuis bouwen. Het oude had niet eens een wc, je moest naar buiten naar een apart urinoir. Als je meer moest dan naar het urinoir, moest je naar het café aan de overkant. Om de grond te kopen ging ik bij een van de families uit het dorp op bezoek. Ik begon meteen over de aankoop, maar toen voelde ik een trap onder tafel van wethouder Smits. Ik hield me stil en aan het eind van het bezoek zei de wethouder, in de deuropening, ‘oh, dat onderwerp waar de burgemeester over begon, daar komen we nog wel een keer op terug.' Toen heb ik tegen de wethouder gezegd: het is beter als u de volgende keer niet wordt gehinderd door mijn aanwezigheid."

Een van uw belangrijkste taken als burgemeester is teambuilding. Elke vier jaar geeft u leiding aan een nieuwe wethoudersploeg. Soms met grote tegenstellingen, eerst met Leefbaar Rotterdam, VVD en CDA en nu in een college van PvdA, CDA, VVD en GroenLinks. Wat is uw aanpak?

"Ik heb dat niet op een papiertje. Het gaat vooral om de persoonlijke chemie. Cruciaal is dat de mensen met elkaar overweg kunnen. In de tweede plaats moeten de mensen tegen kritiek op elkaars functioneren kunnen."

Wat voor sommige mensen niet makkelijk is.

"Toch moet je dat kunnen. We hebben het hier over het besturen van een grote stad met een budget van 4,5 miljard euro. Dus je mag niet weglopen van een stevig gesprek. Als blijkt dat mensen niet met elkaar kunnen samenwerken, moet er verandering in het team komen. Daar moet je dan niet droevig om zijn, het is de realiteit."

Doet u samen cursussen of gaat u op de hei?

"Ik ben geen man van veel cursussen. We gaan twee keer per jaar in retraite. Dan zijn we twee dagen op pad. We kijken terug, maken de definitieve begroting en stellen de prioriteiten opnieuw vast. Dan hebben we het ook altijd een beetje over onszelf. De hele dag vergaderen en 's avonds goed eten. Dat is altijd een belangrijk moment."

Mensen die met u hebben gewerkt zeggen dat u plezierig om mee te werken bent…

"Fijn om te horen."

… verzamelt u een ‘entourage' om u heen van mensen waar u graag mee werkt?

"Nee. Ik ben niet iemand die zegt: hij of zij moet weg, ik wil een ander. De mensen hier op het stadhuis weten overigens dat ik ook hard kan zijn. Ongedurig. Ook met mijn beste mensen. Maar het gaat altijd om de zaak, niet om de persoon. Soms zijn er hier in deze kamer stevige gesprekken. Ik heb het zelf ook altijd prettig gevonden om in zo'n omgeving te werken. Het levert namelijk wel iets op."

Heeft u wel eens iemand ontslagen?

"Nee. Ik ben natuurlijk wel betrokken geweest bij het ontslag van mensen, maar dan was het een groepsbesluit. Ik was dan de boodschapper. Je moet er zorgvuldig in zijn, maar als het moet, dan moet het."

Ik las een uitspraak van u: ‘In mijn vak moet je de natuurlijke neiging hebben om het contact met de anderen te zoeken en niet in je eentje te gaan zitten peinzen'. Vindt u dat dat voor alle leidinggevenden geldt?

"Er bestaan misvattingen over leiderschap. Alsof je in je eentje voordurend aan het zenden bent. Je moet wel de koers uitzetten en de mensen om je heen moeten je stijl begrijpen. Dat is essentieel. Men moet weten wat je wilt. Verder is het een kwestie van teamwork. En ik moet daarbij ook flexibel kunnen zijn, van mening kunnen veranderen, zonder ongeloofwaardig te worden. Ik moet kunnen wenden in dit vak. Want het gaat niet om mij, het gaat om de stad."

Is het uw taak positiviteit uit te stralen?

"Ja, dat vind ik wel. Ik mag wel een keer zeggen: het gaat slecht met de stad. Als het zo is, móet ik het zelfs zeggen. Maar je moet het niet de hele dag zeggen. Er moet een drive zijn om naar iets beters toe te werken, daarbij moet je mensen een positief gevoel geven. Uitstralen dat je er voor gaat en dat je dingen kunt oplossen."

Kan een beetje toneelspelen daarbij horen?

"Ik moet kunnen acteren. Dat is in mijn vak belangrijk. Als de kern maar niet is dat je toneelspeler bént. Ik moet authentiek zijn, de mensen moeten vertrouwen in mij hebben. Jezelf zijn, zonder dat dat moeite kost. Ik moet niet hoeven na te denken: ‘hoe moet ik nu overkomen?' Dan wordt het krampachtig."

Sturen op cijfers, is dat iets voor u?

"Jazeker. Ik zal u vertellen hoe mijn dinsdagen eruit zien. 's Ochtends om half tien heb ik vergadering met de driehoek van de stad, dus de korpschef van politie, de hoofdofficier van justitie en ikzelf. We nemen de veiligheidssituatie in de stad door. Van tien tot elf heb ik de regionale driehoek en van elf tot één de Stuurgroep Veilig waarin we met de betrokken wethouders het integrale veiligheidsbeleid bespreken. We werken met targets en rapporteren voortdurend of we in rood, oranje of groen staan. Dat wordt ook naar de gemeenteraad gestuurd. Het is transparant en controleerbaar."

En u kunt mensen erop aanspreken.

"En ik kan er zelf op worden aangesproken. Als ik continu mijn targets niet haal en geen verhaal heb waarom niet, dan moet ik ontslag nemen. Dan heeft de stad recht op een betere burgemeester die ze wel haalt. Ik ben wel nieuwsgierig wie dat zou zijn, overigens."

Elke manager is een deel van zijn tijd ook verkoper. Stel u vliegt morgen naar Sjanghai. U denkt: we gaan weer eens flink wat Chinese bedrijven zo ver krijgen dat ze naar Rotterdam komen. Hoe pakt u dat aan?

"We doen dat soort reizen regelmatig. Een heel belangrijk onderdeel is de voorbereiding. Als je bijvoorbeeld vier dagen gaat, zit alles van 's morgens vroeg tot 's avonds laat vol met ontmoetingen, bedrijfsbezoeken etc. Mijn rol is het om deuren te openen. We komen bij de burgemeester van Sjanghai, Han Zheng, en dan heb ik een delegatie van zo'n honderd mensen bij me. Ondernemers uit de haven, de baas van het havenbedrijf, de voorzitter van de Kamer van Koophandel etc. In China is het zo dat de leider van de delegatie het woord voert met de leider van de andere delegatie. Dus ik zit daar met mijn honderd man aan de ene kant, en hij heeft er ook honderd aan de andere. Wij hebben een gesprek en iedereen zit er netjes bij en lacht beleefd om onze grapjes."

En dan?

"Dan gaan we dineren. En ik moet zeggen, dat kunnen ze in China beter dan wij. Ze doen het kort, geen speeches, veertien gangen in een uur. En dan is ook alles besproken. Maar waar het om gaat: in China moet je goed investeren in je relaties. Als wij er naartoe gaan stellen we per contact van tevoren vast wat we willen bereiken. En dat wordt elke dag geëvalueerd. Verder worden de contacten goed onderhouden. Wij hebben die professionaliteit hier in huis, we zijn er in Rotterdam al meer dan dertig jaar mee bezig."

U beschikt over een stevig postuur en een zware stem. Speelt dat een rol in uw werk als bestuurder?

"Laat ik eerlijk zeggen: ik heb geen last van mijn fysieke gesteldheid. Mijn stem is nu eenmaal zoals hij is. Ik ben niet van plan om spraaklessen te nemen. Mijn lengte biedt soms voordelen. Als ik ergens binnenkom, kom ik ook binnen. Dat kan prettig zijn."

Maakt u er wel eens bewust gebruik van? Bijvoorbeeld door extra dicht bij iemand te gaan staan…

"Niet bewust. Maar onbewust denk ik dat ik dat wel doe. Even de hand op iemands schouder leggen. Dat gaat zonder er over na te denken."

U hebt een reputatie als harde werker. Hoe laat was u hier vanochtend?

"Ik had om acht uur mijn eerste bespreking. Ik begin standaard om acht uur. En ik zal zeggen hoe ik begin, ik doe een handshake met de stad. (Opstelten staat op, loopt naar de openslaande deur die uitziet over de Coolsingel en doet hem open. Hij richt zich tot de buitenlucht.) ‘We gaan er vandaag iets van maken!' (De deur gaat weer dicht.) En dan begin ik."

Is het harde werken uit plichtsbesef of vindt u het leuk?

"Natuurlijk voelen we allemaal wel eens een gevoel van verplichting. Maar ik heb nu eenmaal de drive om te doen wat naar mijn mening moet gebeuren. Sommige mensen vinden acht uur overdreven, maar het is prettig omdat de meeste mensen dan nog niks in hun agenda hebben, dus je kunt makkelijk op het laatste moment nog een bespreking inlassen."

U staat niet als een echte carrièreman bekend. Tijdens uw eerste burgemeestersbanen wilde u tegelijk op hoog niveau blijven hockeyen. En toen u in Utrecht werkte zei u: ‘Ik blijf hier tot mijn pensioen'. Voor een matig ambitieus persoon heeft u het ver geschopt.

"Ik ben gestopt met hockeyen nadat ik er door een hernia zes tot acht weken uit ben geweest. Eén hernia vond ik genoeg. Het was toen ik burgemeester was in Delfzijl. Ik ontving de mensen thuis liggend op bed, als een Romeins veldheer. We hebben toen ook diners gegeven, waarbij ik aan de gedekte tafel aanlag."

Toch is het nodig om ambitie uit te stralen om ergens te komen.

"Men ziet hopelijk aan mij dat ik mijn vak leuk vind, dat ik van de stad hou die ik bestuur. Daar liggen mijn ambities. Dat zijn grote ambities. Op het scherpst van de snede het gevecht leveren vind ik leuk. Maar dat is iets anders dan een persoonlijke ambitie. Ik heb maar één ambitie gehad, namelijk om burgemeester te worden. Vanaf dat moment is de loopbaan eigenlijk min of meer vanzelf gegaan. Toen ik in Utrecht werkte kwam Rotterdam vrij. In de krant stonden lijstjes met kandidaten, en tot mijn verbazing kwam mijn naam er op voor. Nou, toen hebben we gezegd: laten we er maar voor gaan. En het is gelukt. Ook een kwestie van een beetje geluk hebben in je leven, denk ik."

CV Ivo Opstelten

1944 geboren in Rotterdam

1969 doctoraal Nederlands Recht, Rijksuniversiteit Leiden

1970 ambtenaar afdeling Juridische en Kabinetszaken, gemeente Vlaardingen

1972 burgemeester Dalen

1977 burgemeester Doorn

1980 burgemeester Delfzijl

1987 directeur-generaal Openbare Orde en Veiligheid, ministerie van Binnenlandse Zaken

1992 burgemeester Utrecht

1999 burgemeester Rotterdam

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Ivo Opstelten is getrouwd en heeft vier dochters.