Ooit zal de medische wereld op intelligente wijze gebruik maken van de mogelijkheden die informatietechnologie biedt om de wachtlijsten weg te werken. Maar het kan nog wel even duren. Vier pionierende bedrijven en waarom de zorg zo weerbarstig is.
Oogchirurg Michael Abràmoff bedacht een ogentest via internet voor diabetespatiënten. Minimaal één keer per jaar moeten diabetici die het gevaar lopen blind te worden hun netvlies laten screenen. Een simpele test, waarvoor Abràmoff een internetapplicatie ontwierp, zodat enkele honderdduizenden patiënten die voortaan bij hun optometrist kunnen doen. De oogspecialist hoeft dan alleen nog maar de uit de test resulterende foto's te controleren, die hij digitaal binnen krijgt. Dat scheelt zowel dure tijd van de specialist, als de patiënt een gang naar het ziekenhuis.
Het is maar één voorbeeld van hoe het gebruik van moderne technologie tot grote efficiencyverbeteringen kan leiden in een sector die wordt geteisterd door wachtlijsten en personeelstekorten. Andere voorbeelden zijn de registratie van patiëntengegevens, de rekeningenstroom van zorgverschaffers naar patiënten en verzekeraars en simpele consulten. Wie even doordenkt, krijgt visioenen van een medische wereld die op intelligente wijze gebruik zal maken van cyberspace en enorme hoeveelheden gigabytes, om de patiënt op efficiënte wijze, op maat gesneden zorg te bieden tegen een betaalbare vergoeding en – dat spreekt voor zich – zonder wachtlijsten.
Vandaar ook dat minister Bomhoff in zijn Zorgnota meldt veel te verwachten van de technologische innovatie in de gezondheidszorg. Maar dat is niet voor het eerst. Al jaren achtereen worden er vele (miljoenenverslindende) congressen en symposia georganiseerd, waarin de industrie, de overheid en de medische stand samen de prachtigste vergezichten bezingen. E-health is het toverwoord. Overal duiken clubjes op die het fenomeen een warm hart toedragen. Zo liet de stichting Humanitas nog onlangs het Platform E-health het licht zien, dat uiteraard als eerste daad een symposium organiseerde.
Als iedereen het op dit moment over één ding eens is, is het dat de medische sector nog een lange weg heeft te gaan. Over het elektronisch patiënten dossier (epd), dat een weliswaar streng beveiligde maar landelijk toegankelijke digitale databank van alle patiëntengegevens in Nederland beschikbaar zou maken, wordt nu een jaar of twintig gesproken. Maar de – overigens zeer gecompliceerde – realisering ervan zal nog flink wat jaren op zich laten wachten. In ziekenhuizen wordt nog massaal met papier gewerkt en er zijn in Nederland welgeteld twee huisartsen die consult houden via e-mail: Marieke van Schie in Leiden en Robert Mol, oprichter van de website www.emaildokter.nl. Professor Vierhout, chirurg en hoogleraar Geneeskunde en Management aan de Universiteit Twente, zei er in mei in het IT-blad Emerce over: “In de praktijk werk ik als chirurg nog precies zo als achttien jaar geleden.”
Boemerang
Het is een moeilijk probleem. Om de wachtlijsten op te lossen, moet er efficiënter gewerkt worden. Om de efficiency te verhogen moet er geautomatiseerd worden en voor automatisering is geld nodig. Geld dat er niet is, want dat is keihard nodig in de operationele hoek, om zoveel mogelijk patiënten te kunnen helpen.
Hoe erg het is gesteld, blijkt uit de situatie in de oogchirurgie. Daar zijn de wachtlijsten het langst. Wie geopereerd wil worden voor staar, moet rekenen op een wachttijd van 3 à 9 maanden. Geen goede zaak. Maar het wordt nog veel erger als we erbij vertellen dat een oogchirurg in ons land in het ziekenhuis een gemiddelde werkweek heeft van 3 dagen. Zouden ze er 5 van maken en die wachtlijsten te lijf gaan, dan zou het jaarlijks beschikbare budget er nog voor oktober doorheen zijn gedraaid, waarna de oogafdeling een paar maanden kan sluiten.
Minister Bomhoff zegt nu dat hij de ziekenhuisbudgetten wil loslaten, zodat ze kunnen blijven opereren. Dat is mooi voor de wachtlijsten, maar het is nog lang niet duidelijk waar het geld dat daarvoor nodig is vandaan moet komen. De beschikbare overheidsbudgetten worden met zorg verdeeld door het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) en wat het college bij de een toevoegt, moet het bij de ander weghalen. Lastig, want daar zijn de problemen even groot. In de cardiologie bijvoorbeeld is de gemiddelde wachttijd momenteel een maand of twee. Dat lijkt mee te vallen, maar voor een hartpatiënt is het veel te lang. De door de overheid zelf uitgevaardigde norm is maximaal drie weken.
Het zal wel verhoging van de premies worden. Bomhoff roept dat hij gokt op efficiencyverbetering, maar tot voor kort werd innovatie binnen het budgetstelsel niet alleen niet beloond, maar zelfs bestraft. Waar door efficiënter werken meer behandelingen mogelijk waren, werden de meeropbrengsten die dat genereert een jaar later ook weer vrolijk van het budget afgehaald, omdat er nou eenmaal productieafspraken lagen die waren overschreden. Tenzij met verzekeraars en het CTG was overeengekomen dat er voor een project extra budgettaire ruimte werd vrijgemaakt. Maar een dergelijke status verwerven met je plan kost tijd. Veel tijd. De grootste frustratie van ondernemers in de gezondheidszorg is dan ook de traagheid van de besluitvorming. Telkens weer moeten voor een beslissing alle partijen geconsulteerd worden, anders slaat de bijbehorende investering als een boemerang terug in het gezicht van de zorgverlenende instantie die het experiment aangaat.
Noodkreet
En dat is waar Michael Abràmoff tegenaan liep. Met een paar collega's richtte hij begin 2001 het bedrijfje Fundus op, later omgedoopt in EyeCheck, dat zich na een jaar mocht verheugen in externe financiering door Jaap Maljers, entrepreneur annex financier in de gezondheidszorg. Het nieuwbakken bedrijfje won vorig jaar ook nog eens de New Venture prijs voor veelbelovende startende ondernemingen.
De partners probeerden zowel zorgaanbieders als verzekeraars te interesseren voor hun digitale netvliestest en overal werd hun verhaal welwillend aangehoord. Maar op het moment dat er een beslissing moest vallen, kregen ze niet thuis. Een jaar lang leurden ze ermee, maar wat ze eigenlijk al wisten, bleek waar: niemand in de gezondheidszorg is direct (lees: budgettair) gebaat was bij dergelijke innovaties. Maljers: “Het is voor niemand interessant om zijn nek uit te steken. Ziekenhuizen worden gekort en zorgverzekeraars hebben geen enkele prikkel om innovatie te faciliteren. Om over de administratieve rompslomp nog maar te zwijgen.” Bovendien bestond er voor de screening door EyeCheck geen apart CTG-tarief. En geen tarief betekent geen vergoeding door de zorgverzekeraars. Zo´n tarief bemachtigen kost jaren.
De heren (en dame) van EyeCheck slaakten afgelopen mei een noodkreet in het Financieele Dagblad en schreven tegelijkertijd een brandbrief aan de directeuren van alle zorgverzekeraars, waarin ze aankondigden ermee te stoppen als er niet iets veranderde. Dat was wat zwaar aangezet, want met een kostenniveau van een paar honderd euro per maand zouden ze het nog wel even uit kunnen zingen. Maar het hielp: ze kregen een gesprek op het ministerie en langzamerhand meldden zich zorgverzekeraars met interesse. Op dit moment is een opstelling van het systeem te vinden bij twee optometristen in Leiden en Amstelveen en staan twee grootschalige pilots op het programma in Drenthe en Schiedam.
Gotspe
Gezien de moeite die het kost om een dergelijke simpele innovatie doorgang te laten vinden, lijkt zoiets gigantisch als het Elektronisch Patiënten Dossier een gotspe. Nu heeft de overheid begin dit jaar het NICTIZ (Nationaal ICT Instituut in de Zorg) opgericht. Een instituut dat jaarlijks 10 miljoen euro krijgt om juist die grootschalige projecten eindelijk eens door te laten breken. Volgens woordvoerder Frans van Drimmelen van het NICTIZ, dat er vooral op uit is om bedrijfsleven en overheid te laten samenwerken onder centrale afspraken, wil iedereen heel graag, maar is het samenspel taai. “Vergeet niet, de belangen zijn enorm. En omdat er tot nu toe geen goede regie was, is iedereen maar zelf gaan klussen. Huisartsen hebben wel systemen, maar die zijn allemaal anders. Hetzelfde geldt voor de verzekeraars; allemaal uitstekend geautomatiseerd, maar ook allemaal verschillend.” En ondertussen zitten de spelers in het bedrijfsleven zowel de overheid als elkaar nauwgezet in de gaten te houden, wachtend op het epd – misschien wel de grootste automatiseringsklus van de komende jaren. Volgens Van Drimmelen zal in 2004 in een aantal regio´s een Elektronisch Medicatie Dossier beschikbaar zijn, waarin van elke patiënt diens medicatie-overzicht te zien is. In 2006 moet dat systeem landelijk operationeel zijn. Van Drimmelen: “Dan ligt de infrastructuur er en kunnen we het epd verder aankleden.
Sweder van Wijnbergen, ex-topambtenaar en tegenwoordig ceo van het bedrijf Infomedics, dat de facturen in de medische wereld wil automatiseren, helpt het hem hopen: “Het probleem met de overheid is dat, als ze in actie komen, ze te veel in één keer willen. Je moet het hele proces niet van bovenaf willen regisseren, maar kleine deelgebieden nemen en daar efficiency-winsten bewerkstelligen. Daarnaast is zo´n NICTIZ niet alleen bezig met het neerzetten van standaarden, maar ook met het implementatietraject voor zo´n epd. En dat laatste moeten ze nou juist aan de vrije markt overlaten; die IT-bedrijven tegen elkaar op laten bieden. Ik denk dat ze nog een jaar bestaan en dan is het afgelopen. De overheid heeft de afgelopen tien jaar tientallen, misschien wel honderden miljoenen aan dit onderwerp verspild en ze zijn geen steek verder gekomen.”
Van Drimmelen vindt dat 'kinnesinne van het verkeerde soort'. We doen het zoals Van Wijnbergen suggereert we concentreren ons eerst op de medicatie en als dat draait, komen de volgende fasen in zicht. Juist onze regisseursfunctie is belangrijk, anders gaat iedereen voor zichzelf zitten knutselen. Maar ik geef toe dat het zo langzamerhand wel de hoogste tijd is dat er resultaten komen. Alle ogen zijn gericht op kwatta.”
Sweder van Wijnbergen – Infomedics
Infomedics
www.infomedics.nl
Ceo Sweder van Wijnbergen
Begonnen
januari 2001
Wat doen ze?
Infomedics heeft de mogelijkheid gecreëerd voor zorgaanbieders om via internet rechtstreeks te declareren bij de zorgverzekeraars. Eind september is de eerste echte factuur verstuurd, naar verzekeringsmaatschappij Ohra.
Wat levert het op?
Het zal de medische sector enkele honderden miljoenen euro's per jaar aan besparing opleveren. Daarnaast schat van Wijnbergen dat de gemiddelde arts een halve dag per week minder aan zijn administratie zal hoeven besteden.
Grootste struikelblok
“De onderhandelingen met verzekeraars en ziekenhuizen. Er is enorm veel onderling wantrouwen, wat verlammend werkt. Op de achtergrond speelt ook wantrouwen van de overheid. Die vertrouwt de markt niet en wil alles zelf centraal regelen. Wat onmogelijk is. Als je alle partijen bij elkaar zet, heb je een Poolse landdag.”
Financiering
Zeven miljoen euro, met een toezegging voor nog eens drie, verschaft door IT-bedrijf ABZ en 'een grote Nederlandse bank, die zich niet bekend wenst te maken.' Al met al zijn we gefinancierd tot ruim in het volgend jaar, maar voor die tijd verwachten we cashflow-positief te gaan draaien.
Waar staat Infomedics over twee jaar?
“In 2004 moeten we winstgevend zijn. Ons systeem draait al bij het AMC en het Reinier de Graaf ziekenhuis en wordt getest bij de VU en het UMC. Binnenkort zal de helft van de Nederlandse tandartsen, een kleine tien procent van de huisartsen en een kwart van de huisartsenposten zijn aangesloten en van de verzekeraars hebben we nu al de grootste drie VGZ, Delta Lloyd/Nuts/Ohra, de Multizorg Combinatie en waarschijnlijk Univé, terwijl we in gesprek zijn met Agis en Achmea. Straks gaan we kijken naar de huisartsen, fysiotherapeuten en wat later apotheken. Als het systeem hier in Nederland stabiel draait, gaan we naar het buitenland kijken. Maar dat zal nog wel even duren. Eerst maar eens leren lopen.”
Michael Abràmoff – EyeCheck
EyeCheck
www.eyecheck.nl
ceo Michael Abràmoff
Begonnen
Augustus 2001. Het idee stamt van januari dat jaar.
Wat doen ze?
EyeCheck biedt netvliescontrole (screening) aan voor diabetici. Patiënten hoeven daardoor niet meer naar het ziekenhuis en de specialist kan volstaan met het bestuderen van de digitale foto´s. Netvliesaandoeningen bij diabetici zijn de grootste oorzaak voor blindheid in ons land en het aantal diabetici zal de komende tien jaar stijgen van 600.000 naar 1 miljoen.
Wat levert het op?
Per patiënt kost een screening via EyeCheck ongeveer een derde van wat het kost in het ziekenhuis. Verschil: zo´n 60 euro. Maar de technologie maakt mogelijk dat straks alle diabetici gecontroleerd kunnen gaan worden. Dat levert in eerste instantie weer een kostenstijging op, maar voorkomt blindheid.
Grootste struikelblok
“De zorgverzekeraars. De molen waar je in terecht komt als je met hen rond de tafel gaat zitten, is veel te traag. De een noemt het een zorgvernieuwingsproject, de ander een Flexizorgproject, de ander laat niets meer van zich horen, maar er gebeurt in eerste instantie helemaal niets. Verder het feit dat er geen CTG-tarief is voor onze behandeling. Geen tarief betekent geen vergoeding.”
Financiering
De vijf leden van het management team hebben het bedrijf zelf gefinancierd voor een bedrag van 240.000 euro.
Waar staat EyeCheck over twee jaar?
“In Nederland screenen we dan zo´n 200.000 diabeten per jaar en hebben we de eerste stap gemaakt naar de Verenigde Staten. Over de vraag of we in Europa de grens over gaan is het management team nog verdeeld.”
Jos van Adrichem – Zorgdomein
Zorgdomein
www.zorgdomein.nl
ceo Jos van Adrichem
Begonnen
Oktober 2000
Wat doen ze
Zorgdomein verschaft aan huisartsen een nieuw, gestandaardiseerd verwijstraject naar het ziekenhuis via internet. De wachttijd voor een patiënt wordt daarbij niet afgestemd op de agenda van de specialist, maar op de aard van de klacht.
Wat levert het op
Tot 60 procent minder herhalingsbezoek. Een herhalingsbezoek kost alleen al aan facilitaire voorzieningen voor het ziekenhuis gemiddeld 17 euro. Daarnaast wordt de patiënt actiever bij het verwijstraject betrokken. Hij of zij krijgt vooraf meer informatie en komt voorbereid naar het ziekenhuis, zodat daar meteen met de diagnose kan worden begonnen. De papierstroom tussen huisarts en ziekenhuis neemt enorm af, wat een grote efficiencyverbetering is voor de huisarts.
Grootste struikelblok
“Lastig is dat elke huisarts vanuit zijn eigen huisartsinformatiesysteem wil werken, en daar zijn er nogal wat van. We kunnen de software van Zorgdomein nu naadloos laten aansluiten op om en nabij 80 procent van de systemen in de markt. Dan is de beveiliging van de gegevens een grote uitdaging geweest. Patiëntengegevens zijn zeer privacygevoelige informatie. Maar daar zijn we nu voor gecertificeerd. Het grootste struikelblok op dit moment is dat we letterlijk 'in de wachtkamer' zitten. Het besluitvormingsproces duurt per regio minimaal een jaar. We rollen nu in drie ziekenhuisregio´s de methode uit: in Amsterdam (OLVG), Leiden en Deventer.”
Financiering
Zorgdomein is voor zo´n 750.000 euro gefinancierd door de twee initiatiefnemers, de Plexus Groep van Jaap Maljers en medisch softwarebedrijf LCN in Nijmegen.
Waar staat Zorgdomein over twee jaar?
“Dan wordt een vijfde à een kwart van de Nederlandse ziekenhuispatiënten doorverwezen via Zorgdomein en zijn we winstgevend. We denken nog niet aan het buitenland. Eerst willen we een stevige basis hebben hier in Nederland.”
Ivar Siccema – Medicast
Medicast
Een consortium van bedrijven en zorginstellingen onder leiding van datamining-softwarebedrijf KiQ. Verder zijn aangesloten: Medisch kennisbedrijf Medecs, medisch hardwarebedrijf Dräger, INAD Medical Software, de medische instellingen het Diakonessenhuis, Catharina Ziekenhuis, Anesthesie Korsten, Maatschap Anesthesiologie Catharina Ziekenhuis, Maatschap Anesthesiologen Diakonessenhuis en tot slot de Technische Universiteit Eindhoven.
Woordvoerder Ivar Siccama (data-analist KiQ)
Begonnen
Augustus 2001
Wat doen ze
Medicast helpt medisch specialisten bij het nemen van beslissingen met behulp van predictive datamining software. Bijvoorbeeld kan het risico van een bepaalde operatie op basis van historische gegevens voorspeld worden. Zo werd met behulp van deze technologie een bepaalde groep patiënten gevonden (20 procent van het totaal) die een vijf keer zo hoge kans als gemiddeld heeft op misselijkheid na een operatie.
Ander voorbeeld: twee onderzoekers waren twee maanden bezig geweest om te achterhalen welke combinatie van genen verantwoordelijk is voor het ontstaan van een bepaald soort kwaadaardige tumoren. Met behulp van de technologie van Medicast werd deze combinatie binnen een uur gevonden.
Wat levert het op
Financieel gezien is dat nog moeilijk te zeggen. In ieder geval zal het aantal verkeerde diagnoses drastisch afnemen, zal de specialist efficenter kunnen werken en zal de kwaliteit omhoog gaan. Uiteindelijk moet de totale behandeling sneller, goedkoper en individueler kunnen plaatsvinden.
Grootste struikelblok
“Het grootste probleem is dat de data waarmee gewerkt moet worden overal verspreid zijn, in verschillende systemen en zelfs nog in handgeschreven archieven. Daarnaast hebben we te maken met moeizame acceptatie; het not-invented-here syndroom is in de medische wereld nogal groot. We werken met vooruitstrevende specialisten die voor ons als ambassadeurs functioneren.”
Financiering
“Voor het hele project is een subsidie bemachtigd van 2,3 miljoen euro, verdeeld over de deelnemers. Daarnaast investeren de deelnemende bedrijven en instellingen zelf in het project.”
Waar staat Medicast over twee jaar?
“Voorspellen kunnen we al, en het combineren van verschillende gegevens ook. Volgend jaar willen we in een Nederlands ziekenhuis een decision support systeem operationeel hebben.
In de daarop volgende jaren zal decision support gerealiseerd worden op vele plaatsen in ziekenhuizen, binnen allerlei bestaande applicaties. Daarmee zal de omgeving voor het medisch personeel echt veranderen. In de toekomst kan – toegevoegd aan internet applicaties zoals bijvoorbeeld een platform voor Nederlandse zorginstellingen – decision support van groot belang zijn.”