Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Hip tassenmerk verovert Azië

De Rotterdamse tassenproducent Hi-di-hi wil dit jaar grootschalig uitrollen in Japan en China. "De eerste megaorder van 20.000 stuks kan ieder moment binnenrollen."

 

 


Het gaat er om spannen voor commercieel directeur Jeroen Herms (29). Sinds vorig jaar is hij bezig voet aan de grond te krijgen in Japan. Na samen met designer en creatief directeur Sylvia Krens (40) eind september op een beurs in Tokio gepitched te hebben zijn de ontwikkelingen in een stroomversnelling geraakt. Twee grote Japanse warenhuizen willen hun vrolijke tassen in de schappen. Herms: “De eerste megaorder van 20.000 stuks kan ieder moment binnenrollen.”

Niet dat hij daar thuis op gaat zitten wachten. Donderdagavond stapt hij alweer in het vliegtuig naar het Chinese Quanzhou. Daar bevindt zich het productiekantoor van Hi-di-hi. Onderweg maakt hij een tussenstop om een volgende belangrijke deal te sluiten. Die moet Hi-di-hi toegang tot de Chinese consumentenmarkt verschaffen. Herms: “Ik heb een paar uur om een testorder met een verkoopagent rond te krijgen.” De agent werkt voor een winkelketen met twintig kledingzaken in het Noordoosten van China en zou via lokale partners ook het “meer welvarende Zuiden” kunnen ontsluiten.


Japan

Voor China is Japan aan de beurt. Dat doet Herms samen met een ‘gepensioneerde Japanner’ met jarenlange ervaring in de distributiesector – het is zijn persoonlijke vertaler/handelsagent en een contact van zijn investeerder Finmar, die voor enkelen tienduizenden euro’s is ingestapt. Hi-di-hi start de Japanse verkoop bij Loft – een soort Bijenkorf van Japan. De tassen liggen inmiddels in drie van haar 150 winkels. Een ander warenhuis – met 300 vestigingen – rammelt inmiddels aan de poort. Herms zegt grote aanloopkosten in Japan te hebben. Dat is nodig om later een goede marge te kunnen pakken. “Onze agent vangt alleen een commissie op de verkoop. Wij dragen het risico op de voorraad en alle rekeningen van distributeurs gaan ook naar ons.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.


Lastige start

Hi-di-hi beleefde een hobbelige start. Het bedrijf is in 2006 opgericht door Sylvia Krens nadat ze op verzoek van haar zoontje een tas in elkaar had gezet, die bleek aan te slaan op het schoolplein. De eerste productie in China was een fiasco en ook in Nederland wilde de verkoop Nederland niet echt van de grond komen. Herms zag de potentie en maakte samen met Krens en ‘wat eigen geld’ een nieuwe start. Herms: “Ik heb de productie gestroomlijnd en ben in de eerste maanden als een gek gaan rondrijden langs allerlei winkels. Sylvia is zich gaan richten op de productuitbreiding.”
Inmiddels liggen de felgekleurde tassen in zo’n driehonderd winkels in Nederland, België, Duitsland, Luxemburg, Portugal en Frankrijk. “De focus ligt de komende jaren echter op Azië.”
 

Omzet

De omzet groeit gestaag. Van 30.000 euro in 2007 naar 400.000 euro in 2009. De marktintroductie in Japan moet de omzet dit jaar door het miljoen drukken. De focus op Azië wordt gesteund door Hi-di-hi’s investeringsmaatschappij Finmar – zij financieren de groei. Herms: “Zij zijn ons klankbord en hebben veel ervaring met internationale distributie. We kijken stap voor stap of er meer geld nodig is.”