Ook op Nyenrode Business Universiteit is een nieuw academisch jaar van start gegaan waarin druk gestudeerd, gedoceerd en onderzocht zal worden. Maar ook, waarin een jaarrekening moet worden gepresenteerd met zwarte cijfers.
Nyenrode is geen gewone universiteit. Niet alleen is ze gevestigd op een fraai landgoed en komen de studenten in stropdas naar college, het is ook een privaat onderwijsinstituut. Een bv in plaats van een gesubsidieerde stichting. Dat betekent zelf de broek ophouden. In de economisch lastige jaren 2001-2005 ging dat moeizaam. Door tegenvallende omzetten raakte Nyenrode in de problemen. Met een nieuwe partner (Hogeschool Inholland), strategie en rector magnificus, Bert de Groot, is de weg naar de zwarte cijfers weer ingeslagen.
Onderdeel van de strategie zijn onder meer de ‘powerhouses’ (themagerichte inhoudelijke specialisaties) en meer aandacht voor internationale uitwisseling van tophoogleraren. Een organisatiestructuur werd ingevoerd waarbij de verantwoordelijken binnen de universiteit zitting kregen in het managementteam. Dus ook de directeuren van de academische clusters: professoren aan de macht.
Geld brengen
Kitty Koelemeijer is hoogleraar marketing en directeur van het academisch cluster dat zich bezighoudt met onderwijs en onderzoek op het gebied van marketing en logistiek. Sinds 1 januari 2006 praat ze elke maand in het mt mee over de strategie, financiën en alle andere facetten van de bedrijfsvoering. Een heel andere rol dan hoogleraren bij andere universiteiten, die het college van bestuur vaak vooral zien als een orgaan dat voor het geld moet zorgen. “Wij bréngen het geld naar het mt”, zegt Koelemeijer. De clusters verdienen geld met hun onderwijs, via leerstoelsponsoring, contractresearch en op andere manieren. Doordat de clusters in het mt vertegenwoordigd zijn, wordt de verantwoordelijkheid voor winst of verlies van de universiteit meegedragen door de hele academische staf.
De economische zelfstandigheid past bij de oriëntatie van Nyenrode, aldus rector Bert de Groot. “Wij staan midden in het bedrijfsleven. We vinden dat we niet alleen aan de hoogste academische, maar ook bedrijfsmatige eisen moeten voldoen.” De meeste studenten vinden na afloop van de studie een baan in het bedrijfsleven of hebben die al. Ook is het bedrijfsleven het onderzoeksobject, bovendien komen daar veel van de hoogleraren en gastsprekers vandaan. “Het is niet meer dan vanzelfsprekend dat we met de hele staf proberen zo veel mogelijk bedrijfsmatig te denken en werken”, aldus De Groot.
Dat de academici meepraten in het mt, heeft wel gevolgen voor de lengte van de vergaderingen. “Het blijven academen”, aldus secretaris Frank Tebbe. Winsten worden zo veel mogelijk teruggepompt in het academisch onderwijs en onderzoek. Niet bij elke universiteit zou het misschien goed gaan, de profs in het mt. Tebbe: “Maar bij Nyenrode werkt vaak een ander type hoogleraar. Mensen met veel ervaring in het bedrijfsleven. Dat communiceert een stuk makkelijker.”
