Ze rijden in hun eigen tank, jagen op wild, flipperen en schrijven toneelstukken. Vier leidinggevenden over hun fijne maar 'vreemde' hobby.
Rob Hartman (59)
Wat: Director strategic technology program
Waar: ASML
Hobby: Rondrijden in een tank
"Ik wilde weer zeilen, maar in Eindhoven is dat geen optie. Op een dag kwam mijn zoon naar me toe, hij wilde met een vriend een tank bouwen. Toen dat niet lukte, zijn we naar een echte tank gaan kijken. We stonden er bovenop en ik dacht: 'verrek, het lijkt alsof ik op het dek van een schip sta'. Twee jaar later vond ik een pantserwagen die tijdens de politionele acties in Indonesië is gebruikt, inmiddels heb ik ook een tank. Het leuke is dat ik zelf heb gezorgd dat ze weer fabrieksnieuw zijn, met behulp van een origineel instructieboek dat bewaard is gebleven. Naast knutselen aan voertuigen, is het rondrijden in parades en het rijden van militaire routes uit de Tweede Wereldoorlog, bijvoorbeeld in Frankrijk, onderdeel van mijn hobby. Ik ben lid van een internationale groep, daarmee heb ik tijdens de zestigjarige herdenking door Normandië gereden, precies zoals het tweede pantserleger van de Verenigde Staten het zestig jaar eerder heeft gedaan. Met de voorbereiding van zo'n tocht zijn we twee jaar bezig. Er wordt een draaiboek gemaakt, op basis van het originele oorlogsverslag wordt alles in detail uitgewerkt. Het is rauw leven in zo'n voertuig, je zit min of meer buiten en ze rijden wel 90 kilometer per uur. In Eindhoven rijd ik mee met de parade op 18 september, de dag waarop de bevrijding van de stad wordt herdacht. Het geeft een kick als ik de markt in Eindhoven oprijd met mijn tank. Veteranen vinden het prachtig, ze staan met tranen in hun ogen te kijken."
Alex Bik (37)
Wat: Technisch directeur
Waar: BIT
Hobby: Flipperen
"Flipperen is iets van een andere generatie, mijn schoonzus van negentien kent het amper. Er staat in bijna geen enkel café meer een flipperkast, maar het is toch niet praktisch als ik elke keer naar de kroeg moet. Dus heb ik zelf drie flipperkasten gekocht; twee kasten staan thuis en eentje op het werk. De charme van het spel is dat het leeft, het maakt herrie en het beweegt. Als je aan het spelen bent denk je nergens aan. Het wordt leuker naarmate je het vaker doet, dan krijg je het soort kast steeds beter door. Het sleutelen is net zo belangrijk als het spelen. Als al mijn bloed, zweet en tranen erin zit, heb ik moeite om afscheid te nemen van zo'n kast. Aan spelen kom ik helaas niet veel toe op dit moment, want ik heb net een café gekocht. Of daar een flipperkast in komt te staan? Ja, natuurlijk."
Robert Jan Heyning (50)
Wat: Creatief directeur
Waar: Zigila
Hobby: Schrijven van en spelen in toneelstukken
"Ik schrijf elke ochtend van 7 tot 9 op kantoor. Het is hard werken, dus ben ik het liefst in een zakelijke omgeving. In 1999 ben ik met acteren begonnen, twee jaar geleden is daar het schrijven bij gekomen. Ik had kritiek op een toneelstuk, de regisseur zei dat ik het dan maar zelf moest doen. Mijn eerste stuk werd een doorslaand succes. Ik werk acht maanden aan één stuk. De eerste twee weken schrijf ik alles, lees het terug en gooi negentig procent weer de prullenbak in. Daarna ga ik schaven. Dat gaat niet altijd goed, soms zit ik vast. Het is een uit de hand gelopen hobby die verplichtingen met zich mee brengt. Verzaken is geen optie, je kunt niet zeggen 'Och, het is maar een hobby'. Als het niet goed is, wordt het gewoon niet gespeeld."
Vanaf 8 mei speelt Robert Jan Heyning met theatergroep Koper in het Rietveld Schröderhuis te Utrecht
