Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Grenzenloos denken: Wubbo Ockels

Als er iemand in Nederland is die zich in zijn denken weinig door wereldse belemmeringen laat weerhouden, is het de man die zelf de aarde enige tijd verliet: Wubbo Ockels. Op de achterbank van een Prius rijden we met de ex-astronaut, tegenwoordig hoogleraar duurzaamheid en uitvinder, over de Afsluitdijk. Nederland door de ogen van Ockels.

 

Het meisje moet een jaar of negen zijn. Met haar ouders brengt ze de schoolvakantie in een Noord-Hollandse kustplaats door. Nu zijn ze een dagje op en neer geweest naar Texel. Onbekommerd praat ze honderduit tegen de wat oudere heer met vilten hoed op het winderige dek van de veerpont, onbewust van het feit dat hij een beroemde voormalige astronaut is. "Ik kom uit Lunteren", vertelt het meisje. "Daar heb je de zee niet."

"Nóg niet", zegt Wubbo Ockels met een knipoog naar het kind, dat het grapje niet begrijpt. Misschien beter voor haar.

Het broeikaseffect is top of mind bij de 62-jarige hoogleraar duurzame technologie aan de Technische Universiteit Delft. Het afgelopen decennium heeft hij het ruimteonderzoek vrijwel achter zich gelaten. Gewapend met zijn kennis, energie en naamsbekendheid heeft hij zich gestort op milieu en energie, met een serie onconventionele en uitdagende plannen als gevolg. In de toekomst zweven er volgens Ockels energie opwekkende laddermolens kilometers boven ons land en rijden elektrische bussen vliegensvlug tussen Amsterdam en Groningen. En mede hierdoor komt Nederland níet onder water.

Eco-Tactie

Het interview had wat voeten in de aarde. Ockels is niet alleen professor, maar ook ondernemer en een drukbezet mens. "Misschien kunt u me ophalen van Texel waar ik binnenkort moet zijn", had hij gezegd toen we belden. "Ik moet 's middags naar Groningen. Dan praten we in de auto."

Het is een snugger plan. Texel-Groningen is een flinke reis, vooral voor Ockels, die als duurzaamheidsprof zijn missie serieus neemt en de auto's (vier stuks) de deur uit heeft gedaan. Alles gaat per openbaar vervoer: wonen in Amsterdam, doceren in Delft, ondernemen in Groningen en lezingen geven door het hele land. Bij het traject Texel-Groningen praat je over drie tot vier uur bus, trein en overstaptijd. Een lift van Management Team is een klassiek geval van win-win.

Zo komt het dat we met een taxi voorrijden bij het Nioz (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) op Texel, waar Ockels net klaar is met zijn lezing. Niet zo maar een taxi, voor de gelegenheid hebben we de Toyota Prius gehuurd van het bedrijf Eco-Tactie uit Schagen, de duurzaamheidgedachte getrouw. Hans Jong, voormalig wethouder voor de partij Duurzaam Schagen en tegenwoordig taxiondernemer met hybride auto, zal ons persoonlijk naar Groningen chaufferen.

Jong vindt het een hele eer met Ockels op stap te gaan. Ook Ockels is blij met transportmiddel en bestuurder. Hij ziet in Jong een geestverwant. "Iemand die niet aan de gebaande carrièrepaden vastzit en een inhoudelijke sprong durft te maken." Zulke mensen heeft Nederland meer nodig, vindt Ockels.

Zelf is hij niet bang voor een sprong. Zo verkocht hij enkele jaren geleden zijn landhuis in Aerdenhout om een zeilboot te bouwen, de Ecolution. Een schip waar hij vooraf de nodige eisen aan stelde. De boot waarop Ockels met zijn vrouw wil wonen, moet op energiegebied zelfvoorzienend zijn. Het schip moet bovendien (met 26 meter) door één persoon te zeilen zijn. Ockels ontwierp de Ecolution samen met enkele scheepswerven. Met propellers laadt de boot zijn accu's tijdens het varen op. "Na drie tot vijf dagen zeilen kun je een maand aan boord leven", zegt Ockels. Als het varende appartement klaar is moeten er meer Ecolutions worden gebouwd en gaan de patenten die hij op sommige vindingen heeft genomen, zich mogelijk uitbetalen. De fabriekshal in Groningen waar de Ecolution wordt gebouwd, is het einddoel van onze reis.

Groot denken

We rijden door het Noord-Hollandse polderlandschap. Symbool voor de beperkte manier waarop in Nederland met nieuwe ideeën en ambitieuze daden wordt omgegaan. Wat Ockels met de superbus, laddermolens en Ecolution doet mag je gerust groot denken noemen. Is dat lastig in Nederland?

Ockels: "Laat ik zo zeggen, het is niet makkelijk. Bij een nieuw idee denkt de Nederlander als eerste waarom het níet kan. We hebben er geen bewondering voor. Als je in Amerika met een nieuw idee komt is de eerste reactie: ‘Wow! Looks great!' Dat geeft energie. Het inspireert."

Is er een bepaalde reden voor die houding?

"We hebben in Nederland te maken met een bepaalde burgerlijkheid die te ver is doorgeslagen. We polderen en vergaderen over elk onderwerp, maar nemen geen verantwoordelijkheid. Iedereen mag overal een mening over hebben. Wat ik mis is een bepaalde inhoudelijke diepgang. Pas als je écht snapt waar de problemen over gaan, kun je iemand waarderen die met een oplossing komt."

Hoe werkt dat bij u?

"Ik heb weinig hindernissen om dingen te bedenken. Daarnaast heb ik natuurlijk een bepaalde wetenschappelijke bagage. Soms denken mensen dat ik maar wat verzin. Hij roept maar wat. Zoals bij de superbus: ‘Hoe kun je nu met zo'n voorstel komen? Je hebt toch helemaal geen studie gedaan?' Ik ga op mijn intuïtie af. Dan blijk ik meestal goed te zitten."

Elektrische bussen die je via internet kunt bespreken en met 250 kilometer per uur naar het noorden rijden, het is een futuristisch plan. Hoe kwam u er op?

"Ik word hoogleraar in Groningen en ga met de trein op en neer vanuit Amsterdam. Op een dag ben ik 's ochtends vier uur bezig en 's middags vijf. Bij elkaar negen uur. ‘We gaan terug in de tijd', dacht ik. Dan leun ik achterover: ‘Wat kan ik verzinnen? Stel ik ben passagier van het meest ideale vervoermiddel, hoe zou dat er uit zien?'"

Waarom geen hogesnelheidslijn?

"Ik wist dat we hoog moesten inzetten op comfort, want je moet concurreren met de auto. Verder wist ik dat rails weinig voordelen bieden als je hard rijdt. Dan gaat het namelijk vooral om de luchtweerstand. Bovendien als een trein niet verder kan, is meteen het hele traject onbruikbaar. Eigenlijk zijn rails ouderwets. Kortom, zo redenerend kwam ik bij de superbus uit. Dat het dan helemaal nieuw blijkt te zijn was voor mij bijna net zo'n verrassing."

Er kwam weerstand, zelfs binnen uw eigen universiteit in Delft. De universiteit zou zich niet bezig mogen houden met prestigieuze commerciële projecten maar zich moeten beperken tot onderzoeksvragen.

"Waarom zou dat niet mogen? ‘Wacht even! Ockels heeft geen wetenschappelijke aanvragen gedaan!' Maar dat hoefde helemaal niet, ik kreeg geld uit andere hoek. Het is een vorm van burgerlijk management. Mensen willen vooral de regeltjes toepassen. Precies de manier om initiatief tegen te houden."

Wat vindt u van de beroemde Nederlandse overlegcultuur?

"Die moet maar weer eens op de schop. Ik denk dat ze gedegenereerd is. Er waren misschien goede redenen voor, in het verleden. Een gesloten cultuur is ook niet goed. Maar het gevaar bij te veel overleg is dat geen verantwoordelijkheid wordt gevoeld. In groepsverband is het heel moeilijk om diepgang te krijgen, dat lukt haast niet. Je vergeet makkelijk waar het werkelijk om gaat. In een groep ontstaat vaak een gemeenschappelijk gevoel van wat we allemaal héél belangrijk vinden, wat er in feite totaal niet toe doet."

Een kleine groep is beter dan een grote?

"In een grote groep is het heel moeilijk om geconcentreerd bezig te zijn. Voor diepgang heb je concentratie nodig. Je moet de stukken goed lezen, goed discussiëren, diep nadenken. Met twee of drie mensen lukt dat, met vier wordt het al moeilijker. Als je tien of twintig mensen rond de tafel zet, wordt de inhoudelijke waarde van het gesprek bijna tot nul gereduceerd. Dan gaat het vooral over de onderlinge verhoudingen, over wie de macht heeft, over gevoelens. Niet meer over de zaak."

Dus bedrijven moeten bij de belangrijkste problemen vooral kleine teams inrichten?

"Een methode die bij de Nasa wordt gebruikt is dat de mensen die verantwoordelijk zijn aan tafel zitten, met daar omheen ruimte voor belangstellenden. Je wordt aangemoedigd om mee te luisteren bij de vergadering, maar het is niet de bedoeling dat je je mond opendoet. Geen overlegcultuur maar een educatieve cultuur. Waarbij de verantwoordelijkheden duidelijk blijven. Als er iets misgaat, word je ontslagen. Dat verantwoordelijkheidsdenken is in Nederland verwaterd, heel jammer. Ik word als hoogleraar verantwoordelijk gehouden voor mijn leerstoel, maar dan moet ik ook autoriteit hebben over hoe het geld wordt uitgegeven. En niet afhankelijk zijn van een of ander overleg. Dat geeft altijd spanning."

Inmiddels hebben we op onze achterbank de Afsluitdijk bereikt. Bij het monument nemen we een drankje in de lunchroom. Ockels bestelt rooibosthee en bestudeert de kaarten die langs de muur hangen. Hij wandelt naar het standbeeld van een van zijn grote voorbeelden, ingenieur Lely.

Grote plannen

Ook voor de Afsluitdijk heeft Ockels grote plannen. Niet uit eigen beweging, hij werd gevraagd door het ministerie om mee te denken. Door het broeikaseffect en de verwachte zeespiegel moet de dijk tachtig centimeter worden opgehoogd. Ockels was deelnemer aan een van de brainstormsessies waar werd nagedacht over hoe de dijk er in de toekomst uit moet zien.

Ockels: "Begin december zei ik tegen mijn vrouw: ‘Ik zit nu in zo veel grote projecten, voorlopig moet ik maar even niets nieuws bedenken.' Twee dagen later was ik bij het ministerie en even later stond mijn plan overal in de krant. Zo gaat dat."

Ockels was maar weer eens achterover gaan leunen. Stel je legt een nieuwe dijk aan, enkele kilometers in het noorden in de Waddenzee. Geen dijk, maar een nieuw waddengebied compleet met duinen waar recreatie mogelijk is. De huidige dijk hoeft dan niet te worden opgehoogd. Het tussenliggende meer kan als valmeer worden gebruikt voor het opwekken van energie. Langs de oude dijk komt een strook zonnepanelen en als bonus kunnen extra rijstroken worden aangelegd voor Ockels eigen superbus. "Kijk, daar zie je de nieuwe dijk dan net boven de horizon uitsteken", zegt hij en wijst over het water naar het noorden.

"Deze dijk", zegt Ockels, terug op de achterbank van de Eco-Tactie, "is 75 jaar oude techniek. Maar als je de techniek van nu neemt, zoals in Dubai, kun je gewoon zeggen: wij willen een compleet nieuw Waddeneiland hier. Dat soort dingen kun je doen tegenwoordig."

U wordt wel de ‘Nederlandse Al Gore' genoemd. Vindt u dat prettig?

"Het is strelend natuurlijk. Al Gore, dan noem je nogal een naam."

Hoe verklaart u het ‘Al Gore'-effect in Nederland?

"Vanuit zijn achtergrond van grote politieke en industriële belangen heeft Gore zich afgevraagd wat hij kon doen. De conclusie was, ik moet naar de mensen toe. En dat heeft hij consequent gedaan, duizend lezingen, tweeduizend lezingen, ga maar door. Toen hij in het najaar van 2006 in Nederland was, maakte ik mee dat hij de première hield van zijn film. De volgende ochtend hebben we met een aantal mensen bij Gore ontbeten. Als je ziet wat hij om zich heen aan energie teweeg kan brengen, dat is zeer indrukwekkend."

Wat is de sleutel? Volhouden? Overtuigd zijn van je gelijk?

"Je moet er in geloven. Het is precies het tegenovergestelde van de burgerlijkheid waar ik het over had. Als je een visie hebt en ervoor gaat, kun je enorm veel bereiken. Daarnaast moet je goed weten waar je over praat. Je moet met kennis van zaken de discussie voeren. Daarom maak ik me ook zo'n zorgen over het onderwijs in Nederland."

Vindt u ook dat we in Nederland een zesjescultuur hebben?

"Die is duidelijk te zien. Het komt doordat we het onderwijs hebben laten versloffen met alle herstructureringen. Wat maakt het uit of een school groot of klein is of hoeveel uren er worden gedraaid? Waar het om gaat is dat de leerlingen bewonderd worden en dat er een goede leraar staat. De rest is flauwekul. De leerlingen moeten kennis en vaardigheden opdoen, de school is geen crèche. En de docent moet de baas zijn. Als iemand uit de klas wordt gestuurd, moet dat ook erg zijn. De studies tonen gewoon aan dat het zo beter werkt. Dat betekent dus dat we ontzettend onzorgvuldig zijn geweest. We ontwikkelen meningen over het onderwijs, in vergaderingen, in plaats van dat we gewoon de stukken lezen."

In hoeverre is uw manier van denken beïnvloed door het feit dat u astronaut bent geweest?

"Je bent altijd het resultaat van je leven. Je weet nooit waar je terecht was gekomen als bepaalde dingen niet waren gebeurd. De ruimtereis heeft mijn mogelijkheden sterk vergroot, want door mijn naamsbekendheid gingen allerlei deuren open. Dan krijg je de kans om jezelf te bewijzen en zo gaat het verder."

Is het zo dat je als je eenmaal boven bent geweest, anders tegen dingen aankijkt?

"Ik geloof van wel. Je ziet problemen duidelijker. Voor mij is de bol waarop we leven gewoon een bol, daarbuiten is niks. Daar kun je niet leven. Je bent je meer bewust van de begrensdheid. Maar ook van het feit dat het anders kán, dat problemen oplosbaar zijn. De zon schijnt 8000 keer meer energie op aarde dan we nodig hebben. Dus hebben we een energieprobleem?"

Wat u doet is out of the box denken, maar dan letterlijk.

"Dat komt mede omdat ik de box niet ken. Als er gezegd wordt dat iets niet kan, wil ik er eerst drie keer zelf over nadenken."

Een ander woord is eigenwijs.

 "Waarbij ik ook wel trots ben op het woord wijs. Mijn eigen wijsheid. En ik ben altijd optimistisch. Ik wil optimistisch zijn, daar dwing ik mezelf toe. Kan iets niet? Misschien kan het wél!"

Afsluitdijk

Het planvan Ockels voor de Afsluitdijk is nog vers. Drie kilometer ten noorden van de huidige dijk wordt een nieuwe, hogere waterkering gemaakt, in de vorm van een duinenrij. De huidige Afsluitdijk hoeft niet te worden opgehoogd. Tussen de twee dijken ontstaat een meer dat kan worden gebruikt voor energiewinning, door in- en uitstroom van water. Langs de huidige dijk wordt bovendien een ‘wall of solar' aangelegd, een lange strook zonnepanelen. Natuurbeschermers hebben tot nu toe gemengd gereageerd op het plan

Laddermolen

Op hogere luchtlagen in de atmosfeer waait meestal een harde en constante wind. De laddermolen is een vinding van Ockels om energie te winnen. Als een vlieger wordt een constructie van schoepenmolens opgelaten, waarmee 100 megawatt aan energie op te wekken zou zijn. Voorwaarde is wel dat de molen kilometers omhoog gaat. Het op- en neerlaten en het gewicht van de kabel waarmee de laddermolen wordt verbonden, vormen nog aanzienlijke technische uitdagingen.

Superbus

De superbus wordt dit voorjaar getest op een snelweg in Friesland, waarna hij, als het goed is, naar Beijing wordt gevlogen voor demonstratieritten tijdens de Olympische Spelen. De elektrisch aangedreven bus, gemaakt van lichtgewicht materialen, moet op een speciale baan een topsnelheid van 250 kilometer per uur halen. In bewoonde gebieden rijdt hij op de openbare weg. Passagiers geven per sms of op de website aan waar ze op willen stappen, zodat voor de verschillende bussen aparte trajecten worden uitgestippeld.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Nuna

Elke twee jaar wordt in Australië de World Solar Challenge gehouden, een 3000 kilometer lange race voor voertuigen op zonne-energie. De Technische Universiteit Delft deed in 2001, 2003, 2005 en 2007 mee met een studententeam, waarbij Ockels optrad als coach en technisch adviseur. Delft won vier keer achter elkaar met de zonneauto Nuna 1, 2, 3 en 4. De topsnelheid van de Nuna 4 was 142 kilometer per uur.

Ecolution

De Eculotion is een 26 lange tweemaster waarvan het eerste exemplaar op dit moment in Groningen wordt gebouwd. Tijdens het zeilen worden accu's opgeladen met onderwaterpropellers, waarmee genoeg energie wordt opgewekt om van te leven. De boot kan zonder extra bemanning door één of twee mensen worden gezeild. Ockels werkt bij dit project samen met No Limit Ships en Marvis Jachtbouw. Het eerste exemplaar wordt naar verwachting in 2009 opgeleverd.