Geen producten in de winkelwagen.
De gemiddelde Europese burger verdient 10 procent meer dan zonder de Europese eenwording het geval zou zijn geweest. Dit stelt het Centraal Planbureau in een persbericht.
In het rapport ´Europe´s financial perspectives in perspective´ berekenen de onderzoekers wat de lidstaten betalen en wat ze ervoor terugkrijgen. De balans valt voor alle landen positief uit, zelfs voor Nederland die relatief het meest betaalt aan Europa.
Volgens het Centraal Planbureau (CPB) is het gemiddelde loon van Europese ingezetenen hoger geworden door de volgende factoren:
– toename van handel tussen Europese landen onderling.
– minder overlap van beleidsinspanningen van verschillende nationale overheden.
– minder concurrentie tussen overheden om bedrijven aan zich te binden.
Gemiddeld betalen landen 1 procent van hun bruto nationaal inkomen aan Europa. Dit geld wordt vooral gebruikt voor het landbouwbeleid en steun aan armere Europese landen (het ‘cohesiebeleid’). De uitgaven voor de Europese instellingen zelf, zoals de Europese Commissie en het Parlement, bedragen 0,05 procent van het nationaal inkomen van de lidstaten, en maakt 5 procent uit van de Europese begroting.
Het Centraal Planbureau (CPB) stelt voor om de Europese uitgaven op het gebied van landbouw te halveren. Landbouwers krijgen vaak een toeslag, (in plaats van het systeem van gegarandeerde prijzen in het verleden). Het CPB stelt dat Europa alleen geld zou moeten uitgeven aan zaken die direct Europees belang hebben. “Boerenbedrijven die in stand gehouden worden door middel van toeslagen en in ruil daarvoor het landschap beheren, werken in het nationaal belang en niet in Europees belang,” zegt Jacqueline Timmerhuis, woordvoerder van het CPB.
In het rapport wordt een beleid voorgesteld waarin de landbouwregio’s in de rijke landen niet meer gesteund worden. Dit zou leiden tot een halvering van landbouwtoeslagen. Omdat de Europese Unie zo minder uitgaven heeft, zal ook de nationale bijdrage aan Europa omlaag gaan. Van het zo uitgespaarde geld zou de nationale overheid zelf de eigen landbouwgebieden kunnen ondersteunen.
Het landbouwgeld dat wel wordt uitgekeerd aan de armere Europese landen, wordt bij het cohesiebeleid gerekend. Er wordt dus eenmaal genivelleerd en vanuit deze positie moeten de landen zelf hun landbouwregio’s wel of niet ondersteunen, aldus het CPB.
