Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Europa in rep en roer

Diverse sectoren protesteren in Brussel tegen de voorgenomen vrije handel tussen Europese landen en met de rest van de wereld. Deze week worden een aantal belangrijke besluiten genomen door het Europese Parlement.

Externe markt
– De Europese veehouders, slachterijen en veevoeder bedrijven -samenwerkend in ´het Europese Vlees Platform´- zullen niet kunnen concurreren met vlees van buiten Europa, en zullen failliet gaan zodra de importbeperkingen worden opgeheven. De Europese vleesproductie heeft strengere normen voor dierenwelzijn, duurdere arbeid en strengere milieuvoorschriften en kan daarom niet concurreren met vlees uit met name Latijns-Amerika. Als importheffingen verlaagd worden, verwacht deze sector een verlies van 1,45 miljoen banen in Europa in 2014 (volgens het Europese Platform in het Financieele Dagblad).
– Suikerbietentelers krijgen minder subsidie. In het huidige voorstel zal de suikersector in vier jaar worden vrijgemaakt van subsidie. De garantieprijs voor bieten zou met 39 procent dalen. Velen verwachten het einde van suikerfabrieken en -telers in Europa.

Interne markt
– Havenarbeiders betoogden afgelopen maandag tegen de EU havenrichtlijn. Zij willen niet dat (goedkopere) werknemers uit andere Europese lidstaten de schepen kunnen gaan laden en lossen. De vervoerscommissie van het Europees Parlement heeft dinsdag de havenrichtlijn verworpen maar de richtlijn moet ook nog door de Europese Commisie besproken worden

– De dienstensector protesteert tegen de Europese dienstenrichtlijn. Het voorstel van Frits Bolkenstein houdt in dat bedrijven volgens lokale richtlijnen en salarissen diensten mogen uitvoeren in andere landen van de Europese Unie.

Links en rechts door elkaar

Liberale partijen verwachten dat de vrijhandel uiteindelijk meer banen zullen opleveren. Onderzoeksbureau Copenhagen Economics heeft becijferd dat invoering van de dienstenrichtlijn leidt tot een stijging van minimaal 0,8 procent van het gezamenlijke nationale inkomen van de lidstaten en 600.000 nieuwe banen. Dhr. Pelkmans, lid van de WRR (Wetenschappelijke Raad voor de Regering) in Nederland stelt dat “Grotere marktopening in bijvoorbeeld de zakelijke dienstverlening leidt tot sterkere concurrentie en daarmee betere bediening van de klant en grotere welvaart”.

 

De liberaliseringen doorkruisen de traditionele links-rechts tegenstellingen. Zo zitten in het ‘vrije markt blok’  de liberalen, christelijke partijen en de linkse partijen uit de nieuwe Oostbloklanden.
In de oppositie zitten de linkse partijen van de oude EU15. Maar zij worden soms ook bijgestaan door liberalen of christelijken.

Deze oppositie wil dat niet alleen de wetgeving in het oorsprong land, maar ook de geldende regels in het ontvangende land mogen worden opgelegd aan het bedrijf. In het huidige voorstel van Bolkenstein mag het land namelijk alleen de eigen regels opleggen aan het Europese bedrijf om openbare orde, veiligheid en volksgezondheid te waarborgen, maar niet om financiële redenen. De oppositie wil meer bescherming van werknemers van het ontvangende land. Een ander punt van discussie is welke sectoren uitgezonderd moeten worden van de vrije dienstenrichtlijn. In principe moeten onderwijs, gezondheidszorg, audiovisuele diensten en de energiemarkt buiten de richtlijn vallen, maar het is onduidelijk wat er gebeurt indien deze diensten niet door de overheid worden georganiseerd.
Op dinsdag 22 november doet de commissie interne markt van het Europese Parlement uitspraak over de dienstenrichtlijn.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.