E-business leeft. In tegenstelling tot de heersende opinie gaat het Nederlandse bedrijfsleven stug door met het ontwikkelen van intranet, verkoop via internet en crm. De IT-budgetten nemen dit jaar zelfs toe.
"We zijn door het dal heen," verzucht Wim Bens met enige opluchting. Bens is directeur van Media Plaza, het centrum in de Utrechtse Jaarbeurs dat zichzelf 'The e-business marketplace van Nederland' noemt. Media Plaza initieert en organiseert workshops en seminars over ebusiness, maar verhuurt haar ruimtes ook aan bedrijven die bijvoorbeeld hun personeel willen trainen in het gebruik van internettoepassingen. De Stichting Media Plaza vond het zinvol om na zes jaar haar bestaansrecht te evalueren, zeker gezien het huidige negatieve sentiment rond internet en e-business. Zij liet daarom onderzoeksbureau NIPO in de afgelopen maanden een onderzoek uitvoeren onder 350 managers die binnen hun bedrijf, van Unilever tot DSM en van ING tot het ministerie van Onderwijs, verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van e-business.
De uitkomsten zijn inderdaad bemoedigend, niet alleen voor Media Plaza of voor de IT-sector, maar ook voor het Nederlandse bedrijfsleven. Even leek de anti-hype namelijk om te slaan in apathie: blijf zitten waar je zit en verroer je niet. En dat terwijl de mogelijkheden van internet nog nauwelijks ontdekt zijn, laat staan ontgonnen. De komende jaren zullen bedrijven in toenemende mate via internet zaken doen. Orders zullen door het interne erp-systeem gegenereerd worden en automatisch doorgezonden naar de leverancier. De informatie over de klant zal dusdanig gespecificeerd en uitgebreid zijn, dat een bedrijf (bijna) op maat zijn producten kan fabriceren. De informatiestromen binnen de onderneming zullen veel beter gestroomlijnd zijn, zodat er minder overlap of waste van activiteiten plaatsvindt. Het zal geen 'Brave new world' zijn, zoals de eerste internetadepten wellicht nog geloofden, maar het bedrijfsleven kan er in ieder geval flink kosten mee besparen.
Vakantiedagen
Maar we kunnen gerust zijn. Het Nederlandse bedrijfsleven heeft niet alle IT-projecten op 'hold' gezet. Van de ondervraagden geeft 42 procent zelfs aan dat het budget voor e-business in 2002 ten opzichte van 2001 is toegenomen. Slechts 6 procent geeft een daling aan. "Er wordt nog steeds geïnvesteerd in e-business," zegt Bens. "Maar nu gefundeerd: de e-businessmanager zal nu eerst goed moeten uitleggen waar het voor is en welke voordelen er voor het bedrijf in zitten. We staan wat dat betreft gelukkig weer met beide benen op de grond."
Waar worden die budgetten dan aan gespendeerd? De ondervraagde managers hebben voor zichzelf een interessant prioriteitenlijstje opgesteld. Bovenaan staat e-commerce, de verkoop via internet. Ondanks de negatieve berichten over e-commercebedrijven als Amazon.com of Boo.com, zijn de Nederlandse managers blijkbaar nog steeds vann dit model overtuigd. En ook crm, customer relationship management, heeft ondanks de negatieve berichten in de media nog niet afgedaan. Ten derde hrm, dus bijvoorbeeld het bijhouden van de vakantiedagen via het intranet. En als vierde prioriteit noemen zij recruitment, het werven van personeel via internet. Opvallend is dat onderwerpen als logistiek, inkoop of supply chain management veel lager op het acitiviteitenlijstje staan, terwijl dit toch veel genoemde voorbeelden zijn van gebieden waar internet enorme besparingen kan opleveren.
Media Plaza hanteert een model aan de hand waarvan bedrijven kunnen nagaan hoe ver zij gevorderd zijn met de ontwikkeling van een bepaald gebied. Het onderscheidt daarin een viertal fases: strategische ontwikkeling, conceptontwikkeling, uitvoer en operationeel. Eventueel is daar tussen uitvoer en operationeel nog aan toe te voegen: implementatie, draagvlak en test. Opvallend in dit onderzoek is het grote percentage bedrijven dat zegt reeds operationeel te zijn. Let wel: het gaat hier om thema's waarvan de ondervraagde manager aangeeft er intensief mee bezig te zijn. Blijkbaar bezorgt het genoemde thema hem toch nog de nodige kopzorgen, bijvoorbeeld in de uitvoering en het verkrijgen van voldoende commitment binnen de organisatie.
Begin
Hoe ver is het Nederlandse bedrijfsleven eigenlijk gevorderd met het ontwikkelen van internettoepassingen? Alle bedrijven die aan het onderzoek deelnamen, hebben een website, want daar zijn ze op geselecteerd. 60 procent van de bedrijven heeft ook een intranet, een besloten site voor de eigen medewerkers. Opvallend is hier het grote aandeel van de overheid: daar is het percentage 76 procent. Een extranet, een externe maar besloten site waarop je alleen toegang krijgt met een password, wordt door 21 procent van de ondervraagden gebruikt. 59 procent heeft interactieve elementen op zijn website, dat wil zeggen dat de bezoeker informatie kan opvragen of prijzen vergelijken. En 27 procent verkoopt via de site rechtstreeks aan de klant.
Volgens de ware poldertraditie biedt maar liefst 48 procent van de bedrijven in dit onderzoek derden een kijkje in de keuken, dat wil zeggen inzicht in de interne processen. Bij de overheid is dat zelfs 68 procent. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het controleren van de voortgang van een project of het traceren van een bestelling. De koppeling met de backoffice is nog niet je van het: 14 procent heeft dit geautomatiseerd. Een magere 10 procent heeft een geautomatiseerde koppeling met externe partijen. Het is nog niet veel. Maar het is een begin.