Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Driewerf hoera voor het business-ecosysteem

Slimme bedrijven benutten de kracht van een breed scala aan partners die stuk voor stuk verschillende vaardigheden, ervaring, capaciteit en netwerken inbrengen en ondertussen lekker samenwerken. Hoera voor het ecosysteem.

Foto: Bruno Costa

Met de komst van nieuwe technologieën, snel veranderende behoeften van klanten en opkomende concurrenten, zien steeds meer bedrijven hun aloude manieren om geld te verdienen bedreigd. Ze merken dat de relevante kennis en de capaciteiten die nodig zijn om te innoveren, verspreid zijn over verschillende spelers. Tegelijkertijd staan ​​bedrijven onder druk om zich te concentreren op minder kernactiviteiten, zodat de kosten dalen en de marges stijgen. Tel daarbij op dat de complexiteit van veel producten en diensten stijgt, en de noodzaak om meer samen te werken is evident.
Grote vraag is dan vervolgens: hoe gaan je samenwerken?

Prachtige manier

Een ecosysteem is een prachtige manier. Het is een uitgebreid systeem van onderling afhankelijke organisaties die nauwe onderlinge relaties onderhouden en als systeem gezamenlijk waarde leveren aan klanten. Deze ecosystemen komen doelbewust tot stand, want de betrokken organisaties kiezen voor deelname aan het ecosysteem en geven het ecosysteem zelf vorm. De meeste ecosystemen worden opgericht om een gemeenschappelijk doel te behalen, zoals de ontwikkeling van een nieuw product of het betreden van een nieuwe markt.

Groot voordeel is dat zo’n ecosysteem experimenten en leren bevordert en helpt bij het slim inzetten van investeringen. ASML is een voorbeeld van zo’n ecosysteem, omdat het bestaat uit meer dan honderd partnerbedrijven die samen bijzonder ingewikkelde chipmachines maken. Negentig procent van de onderdelen van zo’n machine, wordt geleverd door externe partners. ASML is volledig afhankelijk van het netwerk en het netwerk van ASML.

Zoals in de natuur

In de natuur is een ecosysteem een systeem dat bestaat uit organismen en hun abiotische omgeving, en de wisselwerkingen tussen beide, binnen een afgebakende, bijvoorbeeld geografische, eenheid. Een bedrijfsecosysteem is door de OESO als volgt gedefinieerd: Een verzameling samenhangende ondernemende spelers, marktpartijen (bedrijven, durfkapitalisten, business angels en banken), instituties (universiteiten, overheidsagentschappen en toezichthouders), en processen (het aantal snelgroeiende bedrijven), die in hun formele en informele verbindingen van invloed zijn op de prestaties van een lokale ondernemende omgeving.

Maar ook de High Tech Campus in Eindhoven is zo’n ecosysteem. Het is een gemeenschap van meer dan 165 bedrijven met kenniswerkers die samen technologieën voor nieuwe producten en diensten ontwikkelen en vermarkten. Philips stond ooit aan de wieg van de High Tech Campus Eindhoven, opgericht in 1998 om alle eigen nationale R&D-activiteiten op één locatie bij elkaar te brengen. In 2003 werd de Campus opengesteld voor andere technologische bedrijven en onderzoeksinstituten. In 2012 kocht Ramphastos Investments, het investeringsvehikel van Marcel Boekhoorn, al het vastgoed.

Nederlandse Silicon Valley

De High Tech Campus is op zijn beurt weer onderdeel van weer een groter ecosysteem: Brainport Eindhoven, ook wel het Silicon Valley van Nederland genoemd. Brainport is een samenwerkingsverband tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden en wordt gevormd door de gemeenten in Zuidoost-Brabant. In 2011 werd de regio Eindhoven door het Intelligent Community Forum uitgeroepen tot ‘slimste regio ter wereld’. Meer dan 42 procent van de jaarlijkse patentaanvragen in Nederland komt uit Brainport.

Het doel van Brainport is om de kracht en voordelen van lokale samenwerking te combineren met een internationale benadering van markten en talent. Multinationals als Philips, NXP, ASML en Intel, hightech mkb, onderzoeksinstituten, servicebedrijven en techstarters werken samen aan de technologieën en producten van morgen. De tienduizenden onderzoekers, ontwikkelaars en ondernemers zijn hoogopgeleid en afkomstig uit meer dan honderd verschillende landen over heel de wereld. Alleen een bedrijf als ASML telt onder de werknemers al 86 nationaliteiten.

Onderscheiden

Tijdens de Elsevier Economielezing pleitte Philips-ceo Frans van Houten ervoor vijf of zes ecosystemen te ontwikkelen waarmee Nederland zich kan onderscheiden, op gebieden als voedsel- en landbouw, kunstmatige intelligentie, cloudtechnologie en hightech. ‘Ik denk dat we het voorbeeld hebben gegeven met Brainport’, zegt hij daarover tegen De Telegraaf, ‘en persoonlijk ben ik in Rotterdam betrokken bij de samenwerking tussen de universiteiten in Delft en Rotterdam. Ik zie daar wel een ecosysteem komen rond medische technologie en een cluster rond biotechnologie in Leiden. En misschien is onderwijs dat je hebt gehad tot je 18e niet meer genoeg om tot je 65e mee te werken. Dus laten we investeren in een leven lang leren.’

Brainport is anno 2020 een belangrijke aanjager van de Nederlandse economie. Maar ook de regio Ede-Wageningen (Veluwe), met onder meer het agro-foodkenniscluster rond de WUR, behoort tot de succesregio’s, zeggen Rabobank-economen Otto Raspe & Frits Oevering. En Zwolle wil (na Rotterdam, Amsterdam en Eindhoven) de vierde sterkste stad van Nederland worden. Ook door een intensieve samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen.

Kenmerken

Wat zijn de kenmerken van zo’n ecosysteem? In de literatuur vinden we er zes.

  1. Niemand is eigenaar
    Niemand is eigenaar van een ecosysteem, maar er moet wel een initiator zijn. Het ecosysteem vormt zich rondom een platform waaraan partners waarde kunnen toevoegen. De lead firm moet zorgen voor een duidelijke, gedeelde visie, strategie en doelen, zodat het ecosysteem zich kan ontwikkelen naar een volgende fase.
  1. Vertrouwen is cruciaal
    Het ecosysteem staat of valt bij onderling vertrouwen en dat is tegelijkertijd het moeilijkste wat er is in een competitieve markt. De keten van leveranciers moet een crisis kunnen doorstaan. Partners staan zowel competitief en collaboratief tegenover elkaar, dus dat maakt onderling vertrouwen moeilijk, maar noodzakelijk. Dit concept werkt omdat er een wederzijdse afhankelijkheid is. Het voortbestaan en verdere ontwikkeling van het hele ecosysteem is in ieders voordeel en ligt in ieders handen.
  1. Gebruik uniforme taal en tooling
    Voor het soepel functioneren van een ecosysteem is het erg belangrijk dat alle partners dezelfde taal spreken; dezelfde databases gebruiken, toegang hebben tot dezelfde informatiebronnen en gebruikmaken van dezelfde certificeringen. Ook een gedeelde bedrijfscultuur is belangrijk.
  1. Communiceer veel en volledig
    Op het operationele niveau, voor het delen van informatie over processen en gebruikte materialen. Op tactisch niveau, voor het delen van doelen en het maken van afspraken over de samenwerking. En op strategisch niveau, voor het onderling afstemmen van de groeiambities.
  1. Betrek elkaar in het gehele proces
    Om een kortere ontwikkelperiode, een hogere productkwaliteit en een kortere time to market te realiseren, loont het om de leveranciers en partners in een zo vroeg mogelijk stadium te betrekken in het proces. Leveranciers hebben immers veel kennis over de onderdelen die zij leveren en die kennis is nuttig voor de hele keten. Wanneer is een onderdeel bijvoorbeeld verouderd? Hoe snel kan de productie opgeschaald worden? Wat zijn de precieze specificaties? Al die factoren hebben gevolgen voor de totale productietijd.
  1. Blijf verbinden
    Het zakelijke ecosysteem moet bij elkaar worden gehouden en daarom is het belangrijk dat er voortdurend nieuwe connecties tussen de onderdelen worden gemaakt. Benoem daarom één individu of organisatie binnen het ecosysteem en maak hem of haar verantwoordelijk voor het actief leggen van verbindingen tussen organisaties binnen het ecosysteem en met andere ecosystemen. Het gaat hierbij om meer dan alleen een projectmanager. Deze persoon herkent kruisverbanden, jaagt samenwerking aan, faciliteert dialogen en handelt doelgericht. Deze ‘spin in het web’ wordt ook wel een ‘webber’ genoemd.

Lees ook: We kunnen niet meer terug, cocreatie is onstuitbaar

Een veelvoorkomende belemmering voor samenwerking in ecosystemen is de angst om met concurrenten samen te werken. Kortetermijndenken en niet bereid zijn om kennis, expertise en middelen te delen met één of meerdere concurrenten, ligt hieraan ten grondslag. Maar alleen door samenwerkingen aan te gaan, te profiteren van elkaars kwaliteiten en genoeg body te creëren kan unieke klantwaarde en onderscheidend vermogen worden gecreëerd.

Voor dit artikel zijn verschillende studies geraadpleegd, waaronder die van Arnoud de Meyer (Stanford) en Chris Huxon. Ook lazen we verschillende artikelen.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.