Laat u niet klein krijgen door massaontslag en leer van de laatste recessie. "Maak de werkloosheidsduur kort, behoud ouderen en bevorder scholing."
De hoeveelheid massaontslagen is een slechte graadmeter om te zien hoe het economisch gezien gaat met een land. Dat stelt de Amsterdamse econoom Jules Theeuwes in de februari-nieuwsbrief van Me Judice. "Massaontslagen zijn er ook in economisch goede jaren. Ook tijdens een hoogconjunctuur gaan bedrijven failliet en worden afdelingen gesaneerd." Het grote verschil daarbij is volgens Theeuwes dat er in economisch betere tijden uiteindelijk meer banen bijkomen dan er verdwijnen.
Lessen trekken
Begin deze eeuw hadden we de internetbubbel. Nederland kwam in een recessie terecht en het werkloosheidcijfer liep hoog op. De WRR en het CBS brachten onlangs een rapport uit over de werknemers die hun baan kwijt raakten gedurende de massaontslagen in 2001 en 2002. Volgens Theeuwes komt dit rapport op het perfecte moment, "hoe triest het onderwerp ook is. (…) Uit de ervaringen van die mensen zijn lessen te trekken voor wat er kan gebeuren met de werknemers die in de volgende maanden in een massaontslag betrokken raken."
Verdringen
Het onderzoek brengt twee verrassende resultaten in kaart, ontdekt Theeuwes. "Ten eerste blijkt dat de meeste werknemers die in een massaontslag terechtkomen relatief snel weer een baan vinden." Dat is apart, omdat men zou verwachten dat de vele tegelijkertijd ontslagen werknemers elkaar verdringen op de locale arbeidsmarkt. "Deze werknemers verliezen hun baan in een periode dat de arbeidsmarkt in een langdurige recessie zakt, en ze zoeken met velen tegelijk naar schaarse banen en desondanks vindt 67 procent een baan binnen de zes maanden. Dat is hoopvol voor de werknemers die dit en volgend jaar vermalen worden in een massaontslag."
Meer salaris
"Ten tweede laat de studie zien dat ook de inkomensontwikkelingen na massaontslag gunstiger zijn dan men a priori zou verwachten", stelt Theeuwes. "Bijna de helft van de mensen gaat er niet in inkomen op achteruit vergeleken met wat ze zouden hebben gehad zonder het massaontslag. Drie jaar na het massaontslag zijn er wat betreft inkomen uit arbeid meer stijgers dan dalers. Vooral bij jongeren herstelt het inkomen vrij snel na ontslag. Sommige jongeren hebben zelfs een aanmerkelijk hoger inkomen in hun nieuwe baan dan dat ze zouden gehad hebben in hun oude baan."
Drie lessen
Hoewel het nu lijkt alsof massaontslag iets positiefs is, zijn er natuurlijk genoeg kanttekeningen te maken, onderkent Theeuwes. Alleen al het persoonlijk drama dat erbij gepaard gaat. In zijn artikel ‘massaontslagen hoeven niet te ontaarden in massawerkloosheid' geeft Theeuwes drie lessen om de schade bij massaontslag zoveel mogelijk te beperken.
Les 1. Van korte duur
UWV, CWI en soortgelijke instanties moeten zich voornamelijk concentreren op het zo snel mogelijk bemiddelen voor de werkzoekenden, bepleit Theeuwes. "Veel werkzoekenden vinden op eigen kracht nieuw werk. Voor al die anderen moet de inzet zijn om de hulpmiddelen van het arbeidsmarktbeleid zo in te zetten dat zo snel mogelijk na ontslag werk wordt gevonden. De werkloosheidsduur moet kost wat kost worden geminimaliseerd. Uit eerder SEO-onderzoek blijkt dat het zo snel mogelijk beginnen in een uitzendbaan daarbij ook helpt. Dan blijven mensen betrokken bij het arbeidsproces en een uitzendbaan is vaak een opstap naar een reguliere baan."
Les 2. Ouderen eerst
Vooral jongere werknemers vinden snel nieuw werk, blijkt uit het onderzoek. Hooguit een derde van de vijftigplussers vindt een baan en meer dan een derde gaat met vervroegd pensioen. Hoewel begrijpelijk dat iedereen in tijden van crisis snel teruggrijpt naar speciale regelingen zoals de VUT, is dat niet wenselijk, stelt Theeuwes. "Iedereen begrijpt waarom naar dit middel gegrepen wordt bij massaontslag en vermoedelijk willen de meeste oudere werknemers ook niets liever. Maar het was met het oog op de lange termijn en de vergrijzing toen al geen verstandige oplossing en dat is het nu nog minder." Het is daarom volgens de hoogleraar belangrijk om beleid te voeren om de kansen op werk voor vijftigplussers te vergroten. "Iemand die nu 55 jaar is, blijft nog tot 2019 op de arbeidsmarkt. Dan is de crisis al jaren afgelopen en zullen we blij zijn dat hij of zij nog werkt."
Les 3. Scholing
De meerderheid van de ontslagen werknemers komt heel ergens anders te werken dan in de sector waar het ontslag plaatsvond. Volgens Theeuwes is die grote intersectorale mobiliteit relevant voor het beleid. "Er wordt om- en bijscholingsbeleid gevoerd dat gericht is op functies en vaardigheden voor de eigen sector. (…) Gegeven de onderzoeksresultaten is les nummer drie is dat het misschien nog wel belangrijker is om hen te scholen voor vaardigheden die relevant zijn in een andere sector. Leer ze vooral algemene vaardigheden die in veel sectoren bruikbaar zijn en geen sectorspecifieke vaardigheden. Laat ze eerder een groot rijbewijs halen dan dat je ze leert plasmalassen."
Lees het hele artikel ‘Massaontslagen hoeven niet te ontaarden in massawerkloosheid' op Me Judice.nl