We moeten terug naar de oude Romeinen, en wel om twee redenen. Ten eerste deden ze niet aan ideologieën. Ten tweede beleden ze de Slaven aan de Macht-theorie. Er is trouwens nog een derde reden: Brood & Spelen. Houd het volk zoet met amusement, laat wat bloed vloeien en bouw er een kooi omheen, dan heb je er geen kind meer aan. Dat heet voetballen.
De Romeinen stonden alle goden toe, mits dit niet tot heilige oorlogen leidde. Dus geen Taliban, geen kruistochten, geen Inquisitie, geen spiritueel terrorisme, maar gewoon een grote pantheïstische zandbak waarin iedereen naar hartelust mocht spelen. Al die Albanese Macedoniërs, Baskische bommenwerpers, Bushes, Hell's Angels, Feyenoorders, Jomanda's, kortom iedereen met een principe zou van harte welkom zijn in het oude Rome, maar wel de wapens inleveren. Een imperium onder de duim houden en liefst uitbreiden, is een vorm van management. In dat opzicht kan onze eeuw nog alles leren van de liberale Caesars.
Mijn tweede argument is de Slaven-aan-de-macht-theorie, ook wel Macht aan de Slaven. De Romeinen hielden slaven. Niet in de ouderwetse Negerhut van Oom Tom-betekenis, maar veel subtieler. Ze bezaten slaven die slaven hielden die spaarden voor sub-slaafjes. Sommigen van hen verwierven de status van popster, topsporter of zelfs Wijze Man. Er zijn slaven opgeklommen tot senator en generaal. Geslaagde slaven konden een bungalow aan de Tiber bouwen met wel drie blanke bazen onder zich om het multiculturele werkvolk aan te moedigen.
Wat de Romeinen zelden of nooit deden, was een slaaf zomaar afranselen. Ze waren pragmatisch. Wij gaan ook niet tegen onze nieuwe auto schoppen, en we brandmerken onze laptop niet; alleen een slechte manager mishandelt zijn assets.
Toch heerste er frustratie onder het slavenvolk, precies zoals op elke werkvloer. Af en toe brak een opstandje uit dat moest worden onderdrukt, hetgeen remmend werkte op de productie. De rellen waren een gevolg van de al te hoog oplopende druk. Vergelijk het met een hogedrukpan: daarop zit een stoomafblazertje. Als het onder de deksel sist en brult, werkt dat ding als een ontluchter. De druk op de ketel vermindert, er vindt geen explosie plaats, kortom win-win.
Die theorie pasten de Romeinen toe op hun slaven. Eens per duizend jaar gaven ze de macht aan de machtelozen, gedurende een hele dag. Die mochten schelden en ranselen, aandelen uitschrijven, beursgangen becomplotteren, snoepreisjes declareren, vergaderingen voorzitten, blunders afdekken, maar zinloos doden was verboden.
Na een dag was het feestje voorbij. De managers die een dag slaaf waren geweest wisten hoe het voelde, en de slaven die gedurende 24 uur de wereld naar hun hand hadden mogen zetten, kropen opgelucht weer onder de schapenvellen om de volgende dag weer zingend de olijven te gaan oogsten.
Ik geef één voorbeeld, niet meer, maar dan begrijpt u de bedoeling. Meneer Huisinga van de NS, geef al die collectieven gedurende drie uur het recht om een dienstregeling te verzinnen voor het traject Deventer-Uddelermeer – en voer dan het rondje om de kerk in. U zult geen mens meer horen klagen.