Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

De wondere wereld van Philips

Aan de zuidrand van Eindhoven verrijst een van de grootste hightech-centra van Europa. Hier kijken onderzoekers van Philips tien tot twintig jaar vooruit in de toekomst. “We leggen de nadruk op de relatie mens-technologie.”

Er wordt druk gebouwd op het terrein van de Philips High Tech Campus in Eindhoven. Ditmaal verrijst er geen nieuw kantoorgebouw of laboratorium. Er komen hippe barretjes, leuke restaurantjes, een food court. ‘The Strip’ wordt het hart van de High Tech Campus, waar ook Philips Research is gevestigd. ‘Bringing creative people together’ staat op het bouwbord. Hier gaan de onderzoekers van Philips en andere technologiebedrijven onder het genot van een cafe latte of antipasti de toekomst uitvinden. Waar veel multinationals de r&d op corporate niveau bijna hebben afgezworen, wil Philips juist zoveel mogelijk onderzoekers centraal
bij elkaar brengen. Op de High Tech Campus werken nu 4000 mensen, onder wie de 1250 onderzoekers op het NatLab van Philips Research. Als de High Tech Campus klaar is, moeten er 8000 mensen werken. In z’n eentje is Philips verantwoordelijk voor een kwart van de private r&d-uitgaven in Nederland: één miljard euro. Wereldwijd geeft Philips jaarlijks drie miljard euro aan r&d uit, waarvan het merendeel in de divisies health care en halfgeleiders. De cijfers zijn indrukwekkend. Jaarlijks 3000 patentaanvragen (waarvan de helft in Nederland gegenereerd), een vierde plaats op de Europese wetenschappelijke citatenranglijst (vóór alle universiteiten). En alleen al op het Natlab 30 hoogleraren.

Hondje

De helft van de onderzoekers bij Philips Research houdt zich bezig met doorbraakinnovaties: onderzoek dat op lange termijn – 10 tot 20 jaar – tot revolutionaire nieuwe producten moet leiden, zoals de vinding van de cd of in de nabije toekomst de lichtcomputer. “Wat we hier op onderzoeksgebied doen, is vergelijkbaar met fundamenteel onderzoek bij universiteiten,” zegt Rick Harwig, directeur van Philips Research. “Niet voor niets publiceren Philips-onderzoekers in gezaghebbende tijdschriften als Nature. Maar onze insteek is anders dan op universiteiten. Wij werken in een dynamische businessomgeving in multidisciplinaire teams aan nieuwe producten en technologieën. Op universiteiten wordt juist in monodisciplinaire teams lange tijd onder een hoogleraar in een stabiele omgeving aan één onderwerp gewerkt.” ‘Bello’ is de niet al te originele werknaam van een elektronisch hondje dat mogelijk deel uitmaakt van de toekomst volgens Philips. Bello is bedacht door de gedragspsychologen van het Philips HomeLab en dient als medium waaraan de toekomstig consument zijn opdrachten aan de apparaten in huis kan doorgeven. ‘Bello zet Nederland 1 op’, ‘Bello, mag het geluid zachter’. Uit onderzoek blijkt dat mensen het erg lastig vinden om dat soort commando’s direct aan, pakweg, een anonieme kleurentelevisie, te geven. Het HomeLab is een compleet nagebouwd huis op het terrein van de Philips Campus, waar geselecteerde proefpersonen – aan kandidaten geen gebrek – tot soms vier dagen kunnen doorbrengen. In die proefperiode wordt geobserveerd hoe de consumenten reageren op en omgaan met de nieuwste generatie elektronica. In het twee verdiepingen grote huis met luxekeuken en kinderkamer zijn camera’s weggewerkt in zwarte bollen aan het plafond. In elke ruimte hangen beeldschermen met richtmicrofoons. Een computer houdt bij welke apparaten in het huis wanneer en hoe lang worden ingeschakeld. Het is een soort Big Brother-huis voor onderzoekers. “Maar wij onderzoeken niet het gedrag van de mens, maar leggen de nadruk op het verbeteren van de relatie mens-technologie,” zegt experimenteel psycholoog Boris de Ruyter, die het team leidt dat de proefpersonen in het HomeLab observeert. “We proberen dat in zo’n natuurlijk mogelijke omgeving te doen. Dat is van groot belang. Het is mooi om prachtige apparaten te bedenken; we zullen wel moeten weten hoe mensen ermee omgaan.”

Slimme onderbroek

Het HomeLab is een proeftuin voor ambient intelligence (AI), de verzamelnaam voor de nieuwe generatie elektronica. Denkende apparaten die inspelen op de behoeften van de consumenten, onderling gekoppeld en niet langer aangestuurd door simpele schakelaars. In het HomeLab bestaan ze al. De badkamerspiegel die de beurskoersen toont en door een koppeling met het scheerapparaat (van het merk Philips uiteraard) aangeeft of de man des huizes wel op de goede manier scheert. Beeldschermen die de laatste vakantiefoto’s tonen als een bewoner op de bank met meegebrachte souvenirs speelt. Licht dat zich in kleur en felheid aanpast aan de gemoedstoestand van de bewoner. Gelaatsherkenning die de voordeur opent voor de rechtmatige bewoner.
“Met AI wordt elektronica een geïntegreerd onderdeel van de woonomgeving,” legt professor Emile Aarts uit. Aarts is programmadirecteur bij Philips Research. “De toekomstvisie van AI is een Philips-vinding. We gaan deze visie niet alleen neerzetten, dat doen we samen met andere fabrikanten en overheden, maar Philips wil wel het intellectueel leiderschap hebben. Komend jaar gaan we ons nadrukkelijk op dit gebied profileren. En wie in de markt de dienst wil uitmaken, moet twee vragen kunnen beantwoorden. Kunnen we het maken en kan de consument er iets mee? Dat laatste testen we onder meer in het HomeLab.” Philips heeft van het verleden geleerd. Prachtige vindingen komen er uit het NatLab. De compactdisc, de videorecorder. Technische hoogstandjes, maar niet altijd even gelukkig op de markt. V2000 en cd-i werden geen succes. “Niet alles lukt, maar we hebben in ieder geval het lef om het te proberen, dingen te bedenken,” is het eenvoudige antwoord van Philips Research-directeur Rick Harwig op de traditionele kritiek op Philips. “Bij de videorecorder zijn we uiteindelijk meegegaan in een andere standaard, maar vergeet niet dat er nauwelijks videorecorders zijn gebouwd waar geen Philips-onderdelen in zaten. De cd-i is op de markt mislukt, maar de daarvan afgeleide cd-rom was een fantastisch succes.” Ambient intelligence is een visie op de verre toekomst, maar begint al zijn weg te vinden in de producten van de verschillende divisies. Onlangs lanceerde Philips de slimme onderbroek (of bh). Ondergoed met ingebouwde elektronica die hartstoornissen signaleert en in geval van nood direct contact opneemt met voorgeprogrammeerde callcentra. Het aantal sterfgevallen door hartinfarcten zou er drastisch mee kunnen worden verminderd. “Het mooie van zo’n product is dat het allerlei kennisgebieden van Philips bij elkaar brengt,” zegt Emile Aarts. “Aan de ene kant gaat het om duurzame in kleding geïntegreerde elektronica die verschillende wasbeurten moet overleven, maar er zit ook processing in, en internettechnologie. Het is typerend voor moderne r&d binnen dit bedrijf: multidisciplinair.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Gimmick

Ook Consumer Electronics brengt de eerste AI-achtige producten al op de markt. Een tv die tegelijk spiegel is. Een mooi voorbeeld van embedded elektronica. De mirror tv’s hangen inmiddels in hotels. Daar blijken ze van praktisch nut, ze maken de kamer groter en de tv is uit het zicht. Emile Aarts beseft dat AI een hoog gimmick-gehalte heeft. “Maar het gaat om allesbehalve triviale zaken. Zowel technisch als voor de markt. Een spiegel vereist 100 procent lichtweerkaatsing, een tv 100 procent lichttransmissie. Dat in één scherm combineren is een ingewikkelde opdracht. Wat is de grootste ergernis voor een jogger die muziek wil luisteren? Het gepiel met knopjes om door te spoelen of het geluid te regelen. Het is toch prachtig als je dat met een simpel tikje op de linker of rechter oordop kunt regelen. AI gaat het leven aangenamer maken. Of we daarop zitten te wachten? Tja, dat vroeg men zich ook af bij de introductie van de kleurentelevisie.” AI stelt de gedragswetenschappers van het HomeLab voor interessante vragen. “De mens wil controle houden over zijn omgeving, ook al is hij omringd door slimme apparaten die zoveel mogelijk op ‘m zijn afgestemd,” zegt Boris de Ruyter. “Cd’s staan nu allemaal keurig op alfabet in een kastje. Als je straks een paar duizend muzieknummers in een onzichtbare zwarte doos hebt zitten, hoe organiseer je dat dan? Nieuwe producten gaan het leven van mensen veranderen, al kost dat vaak veel tijd, maar je kunt consumenten geen producten opdringen. De voordelen moeten duidelijk zijn.” Philips heeft de laatste jaren meer dan eens harde kritiek geuit op het wetenschappelijke klimaat in Nederland. Rick Harwig vindt dat Philips, met zijn hoge r&d-uitgaven, alle recht van spreken heeft. “Een bedrijf als Philips is heel goed in het bedenken van toepassingen voor wetenschappelijke vondsten. Maar toegepaste wetenschap is helemaal uit bij Nederlandse universiteiten. De Nederlandse universiteiten zien de charme van toegepaste wetenschap niet meer zo, waardoor het onderzoek dat er plaatsvindt vaak irrelevant voor ons is geworden. Bedrijfs-r&d en universitair onderzoek zijn twee verschillende paden ingeslagen. Die twee moeten weer samenkomen om de innovatiekracht in Nederland te behouden. Daarom ook een initiatief als de open High Tech Campus. Hier willen we een omgeving creëren waar wetenschappers van verschillende bedrijven en universiteiten samenwerken aan nieuwe vindingen.”
Tweederde van het budget van Philips Research is contractresearch voor de verschillende divisies. Eenderde is ‘eigen’ onderzoek. Met de instandhouding van zelfstandig corporate onderzoek wil Philips voorkomen dat Research verwordt tot een uitgebreide ontwikkelingspoot voor de verschillende divisies die uiteindelijk geen eigen vernieuwingen meer brengt. Het rendement van het eigen onderzoek wordt gemeten aan wetenschappelijke publicaties en de hoeveelheid en kwaliteit van de octrooiaanvragen. Daarnaast stimuleert Philips Research zijn onderzoekers om 10 procent van hun werktijd te gebruiken als ‘vrije denkruimte’: het nadenken over nieuwe vindingen binnen of buiten het eigen vakgebied. Harwig: “We willen voorkomen dat onze onderzoekers uitdrogen doordat ze continu met één onderwerp bezig zijn. De druk van de business is vaak zo groot dat dat gevaar dreigt. Er moeten tenslotte nieuwe producten worden ontwikkeld. Voor de mooiste vindingen hebben we een prijs: een steen met inscriptie. Het is typerend voor het onderzoeksklimaat bij Philips dat die prijs een van de meest gewilde onderscheidingen op het NatLab is.”