Ron Kok plukt de bittere vruchten van risicovol beleid. Terwijl zijn hightechbedrijf OTB eind vorig jaar tot Technology Pioneer for 2004 werd uitgeroepen, maakte de onderneming het slechtste jaar in zijn bestaan door. De voormalige tankreparateur kan niet anders. Hij wil ‘only the best’.
Het is een plezier om met Ron Kok, oprichter en algemeen directeur van OTB, door de Eindhovense productiehallen van het bedrijf te wandelen. “Kijk deze,” zegt hij terwijl hij met zijn handen naar een van de enorme machines wappert. “Daarmee worden in één procesgang zonnecellen gemaakt. Terwijl iedereen riep dat dat niet kon.” Een onbegrijpelijke kluwen draden en schuifpanelen verbergt het wonder van de zonnecellen. Als een trotse teamcoach die zijn kampioenselftal aanprijst, is Kok alweer doorgelopen naar een andere machine. “Deze vervangt een cleanroom waar twaalf mensen werken. De machine kost een fractie, en er is maar één werknemer voor nodig.” Bij een derde, Kok is nauwelijks bij te houden: “Uit dit laatje komen elk etmaal 45.000 dvd’s!” De machines zijn Koks kinderen. In 1986 bouwde de voormalige tankreparateur de eerste, toen een Amerikaanse klant hem uitdaagde. De klant wilde cd’s gaan produceren. Kok, die enkele jaren bij Philips had gewerkt, beweerde dat het mogelijk was om dat in één procesgang te doen. Cd’s werden in die dagen gemaakt in kostbare cleanrooms waar de werknemers in maanpakken rondliepen. Kok bouwde een apparaat niet veel groter dan een bestelbusje, waarmee de verschillende onderdelen van de fabricage werden teruggebracht tot één proces. Voordeel: het stof is in zo’n kleine ruimte beter te reguleren en de fabricage verloopt zo snel, dat de stofdeeltjes geen tijd krijgen om op de cd’s neer te slaan. Geen superschone ruimtes en astronautenpakken waren meer nodig. Met verbijstering in de ogen kwam de cd-wereld naar Brabant om met eigen ogen te controleren of wat de brutale uitvinder verkondigde, werkelijk waar was. De kosten van de cd-productie werden teruggebracht van drie euro per schijfje tot niet meer dan enkele dubbeltjes. Kok verkocht zijn machines aan grote internationale cd-producenten, daarnaast namen talloze producenten van cd-apparatuur zijn ideeën over. Intussen gingen Koks gedachten al weer verder. Wat met cd’s kan, kan immers ook met andere producten. In de loop van de jaren negentig werkte hij samen met Shell aan de zonnecellenmachine. En bij een bezoek aan Johnson & Johnson, producent van contactlenzen, ontwierp Kok een wegwerp-lenzenmachine. Tot op dat moment was een zeventig meter lange productiestraat met veertig werknemers nodig. Op de achterkant van zijn servetje schetste Kok een zes meter groot apparaat dat door slechts vijf operators hoefde te worden bediend. Inmiddels zijn er zeventien van verkocht.
Rommelige loopbaan
Het sleutelwoord binnen de muren van OTB (‘Only The Best’) is ‘in-line’, wat in dit geval niks met skeeleren te maken heeft. Productie-processen worden teruggebracht tot een enkele ‘lijn’. De productie van cd’s werd aanvankelijk onderverdeeld in aparte stappen, zoals het spuitgieten van de kunststof plaatjes en het aanbrengen van de verschillende flinterdunne laagjes waarin de digitale informatie kan worden opgeslagen. In de machines van OTB wordt daar een razendsnel, geïntegreerd proces van gemaakt. Om dat tot stand te brengen is een technologische helicopter view nodig. “De meeste ingenieurs,” zegt Kok als we stilhouden bij een van de machines, “hebben verstand van hun specifieke gebiedje. Daarom worden fabrieksprocessen vaak gefragmenteerd ingericht. Waar wij goed in zijn, is een stap terug te doen en het overzicht te behouden.” Dat overzicht van Kok (58) is een gunstig bijproduct van zijn – tot achttien jaar geleden – nogal rommelig verlopen loopbaan. Op veertienjarige leeftijd werd de geboren Amster-dammer, zoon uit een gezin met zeven kinderen, van de HBS gestuurd omdat hij liever aan zijn brommer sleutelde. Daarna rommelde hij met allerlei baantjes. In het leger repareerde Kok de tanks. Later werkte hij als servicemonteur van spuitgietmachines. Bij Philips hield hij het nog geen tweeënhalf jaar uit: Koks nieuwe ideeën over de productie van cd’s werden door zijn bazen niet op prijs gesteld. Later nam hij overtuigend wraak op deze bazen. Kok startte zijn eigen bedrijfje, als dealer en reparateur van plasticmachines. Niet lang daarna verscheen de Amerikaanse cd-producent aan de horizon. Zijn technologieknobbel moet een erfelijke eigenschap zijn. Koks vader was een slotenmaker die voortdurend bezig was met productverbeteringen. Hij registreerde een aantal patenten, maar kon daar nooit de vruchten van plukken. Het gezin Kok had het niet breed. Tientallen jaren later trapte zoon Ron gedeeltelijk in dezelfde valkuil. Toen zijn eerste in-line cd-machine klaar was, probeerde hij hem te patenteren. Adviseurs die hij in de arm nam, verklaarden echter dat dat onmogelijk was: ‘Je kunt geen octrooi krijgen op een hele machine’. “Achteraf was dat grote onzin,” zegt Kok. “Je kunt zo’n uitvinding wel degelijk beschermen. Maar dat wist ik toen nog niet.” Kok kreeg meer dan voldoende bestellingen voor zijn machines. Zo veel, dat hij met zijn kleine bedrijfje niet aan de vraag kon voldoen. Concurrenten (met name uit Duitsland en Japan) begonnen klanten weg te kapen. Dat kon immers doordat belangrijke vindingen niet waren vastgelegd. Kok verdiende veel geld met zijn in-line machines, maar het had veel meer kunnen zijn.
Nek uitsteken
Richard van de Sanden, hoogleraar lage-temperatuur plasmafysica aan de Technische Univer-siteit Eindhoven, werkt veel samen met OTB. “Ook internationaal gezien heeft het bedrijf zeer hoogwaardige technologie in huis,” oordeelt hij. Onder andere bij de productie van zonnecellen lopen er samenwerkingen van de TUe en OTB. “OTB is ook een onderneming met een mooie bedrijfsfilosofie,” vindt Van de Sanden. “Men durft zijn nek uit te steken om nieuwe technologieën te ontwikkelen. Het is nou bepaald geen bedrijf dat eerst op subsidies gaat zitten wachten.” Ron Kok heeft rond zich een team van uitstekende ingenieurs opgebouwd, waaronder chief technology officer Marc Evers. Daarnaast is het bedrijf relatief klein gebleven, wat voor Van de Sanden een belangrijk voordeel is. “Als ik met Philips te maken heb, moet elke beslissing door drie lagen managers heen. Met OTB kun je veel sneller uit de voeten.” Het is een nadeel dat overigens voor alle grote bedrijven geldt, vindt Van de Sanden. “De techniek voor de productie van zonnecellen was bij ons al acht jaar geleden in huis. We hebben toen met mensen van Shell gepraat, maar zij wilden er niet aan. Als ze het hadden gedaan, hadden ze nu een enorme voorsprong op hun concurrenten gehad. Met OTB heeft het niet meer dan anderhalf jaar geduurd voordat ze de techniek volledig onder de knie hadden. Ik vond het indrukwekkend.” Silaangas en ammonia worden bij deze techniek gemengd en in plasmavorm in flinterdunne laagjes op de ondergrond aangebracht. Het procédé is tien tot honderd keer zo snel als de conventionele technieken, en daarmee geschikt voor in-line machines. “Zonne-energie is schone energie,” zegt Van de Sanden. “Waarom hebben we geen zonnecellen op ons dak? Omdat de productie van de cellen altijd te duur was. Met dit soort machines kan het wel.” Het in-line principe voor de bouw van stofvrije productiemachines sloeg in de loop van de jaren negentig aan. OTB leverde aan talloze bedrijven, waaronder Bayer, HP en verschillende Aziatische bedrijven. Er werden verkoopkantoren geopend in Hongkong en Californië. In 1994 verkocht Kok een deel van het bedrijf aan een investeerder, die het een jaar later overdeed aan het Zweedse Toolex. Als meerderheidsaandeelhouder van OTB stoomde Kok de Quote 500-lijst binnen, met nog in 2001 een 149e plaats met een vermogen (volgens Quote) van 86 miljoen euro.
Toen de aanslagen op het WTC in New York de wereld opschudden, braken ook voor OTB moeilijke tijden aan. Toolex zat in een faillissement, OTB werd benaderd door de curatoren om een deel van de technologie terug te kopen. “We kregen van de banken maar tien dagen om de zaak goed te onderzoeken,” zegt Kok somber. “Er stonden voor tientallen miljoenen aan debiteuren en voorraden op de balans.” Het bleek een kat in de zak. OTB had stelselmatig zijn winsten teruggevoerd in het bedrijf, in de vorm van nieuwe r&d-investeringen. De mislukte Toolex-deal tastte de financiële positie aan. Vervolgens deed de recessie de rest. In de loop van 2003 moesten er zestig mensen worden ontslagen. “Tot mijn grote ergernis,” zegt Kok.
Met de van Toolex teruggekochte technologie kunnen moederplaten voor cd’s en dvd’s worden gemaakt. De techniek bleek minder waardevol dan gedacht. “Helaas vlakte de markt voor voorbespeelde cd’s sterk af,” zegt Leo van Doorne, vice-president bij OTB en collega-aandeelhouder van Kok. Net als platenmaatschappijen had OTB indirect te lijden onder de lagere cd-verkopen. Uiteindelijk kon eind 2003 een nieuwe koper voor de technologie worden gevonden, in de vorm van het Duitse Singulus. Niet alleen de productie van moederplaten, ook een aantal zeer waardevolle patenten voor de razendsnelle spuitgietprocessen moesten van de hand worden gedaan. “Maar we hebben royaltyvrije gebruiksrechten bedongen,” zegt Van Doorne.
Het verkoopbedrag bij de deal met Singulus werd niet bekend gemaakt. Ongeveer honderd werknemers gingen mee in de overgang. In het OTB-gebouw tegenover Eindhoven Airport zijn nu nog ongeveer 120 mensen in dienst van het bedrijf. Een jaar geleden waren het er nog meer dan driehonderd. Net zo snel als hij er binnenstormde, is Kok weer uit de Quote 500 geduikeld.
Oled
Kok is aangekomen bij de laatste kamer in de gang. “Deze machine is belangrijk voor ons,” zegt hij. “Als je hightech wilt zien, geloof me: dit is hightech.”
De machine maakt licht emitterende diode displays, oled’s. Kleine beeldschermpjes net als lcd-schermpjes, die echter in tegenstelling tot lcd’s geen backlight nodig hebben. Daarom zijn oled’s superieur op het gebied van helderheid en contrast, bovendien vragen ze minder stroom. Tot nu toe was de productie van dit soort schermpjes te duur, maar door het in-line principe moeten de productiekosten omlaag kunnen. De machine die hier staat is een prototype. Binnen de machine is geen zuurstof meer, alleen stikstof. Onder meer met behulp van geavanceerde vormen van inkjetprinting worden patronen gemaakt met een dikte van tachtig nanometer, een fractie van een haar. “Links gaat het glas naar binnen,” zegt Kok. “Rechts komen de displays eruit.” OTB heeft één klant. In augustus 2003 werd een contract getekend met Innoled, een dochter van Eastgate Technology uit Singapore. OTB heeft ongeveer een jaar de tijd om de prototype te veranderen in een werkende machine, die de oledjes in grote aantallen kan uitspuwen. De deadline ligt in oktober dit jaar.
Kok ziet een enorme groeimarkt. “Elk jaar worden er zestig miljoen auto’s verkocht, in elke auto komen vijf tot tien beeldschermen. Tel maar uit.” Volgens onderzoek zal de markt voor oled-displays de komende vier jaar elk jaar met 65 procent groeien. “We hebben een flinke voorsprong op dit gebied,” zegt Kok. Als het lukt met de oleds wil Kok zich vervolgens bovendien op de lcd-productie gaan storten. “Ik ben ook nog bij Philips geweest met mijn ideeën,” zegt Kok. “‘Welk track record heeft u?’ vroegen ze. ‘Geen enkele?’ Ik werd er recht in mijn gezicht uitgelachen. Nou, binnenkort staat hier een machine waar duizend displays per uur uitkomen.” Toch is er één maar: de oled-machine is een prototype, er is geen enkele garantie dat komend najaar een kant-en-klare machine aan Innoled kan worden geleverd, laat staan dat er de komende jaren meer van dit soort machines kunnen worden verkocht. De opbrengst van
de technologie die het afgelopen jaar aan Singulus werd verkocht, wordt door OTB gebruikt om de oled-machines te bouwen. In de toekomst moeten daar de vruchten van worden geplukt. Maar het is en blijft een gok. “Hier zie je nu de hele filosofie van OTB samengevat,” zegt hoogleraar Van de Sanden van de TUe. “De bestaande technologie wordt van de hand gedaan, om met de opbrengst nieuwe technologie te financieren. Dat is precies de dadendrang die je bij Ron Kok tegenkomt.”
Zelf blijft Kok er laconiek onder. “2004 wordt een cruciaal jaar voor ons. De machine moet komend najaar klaar zijn. Het wordt erop of eronder. Maar of het lukken zal, weet je nooit helemaal zeker.” Hij ligt er niet wakker van. Als de deadline naderbij komt, zal alles op zijn plaats vallen. “Onder druk wordt alles vloeibaar.”
Geld is voor Kok niet de belangrijkste drijfveer. Hij heeft zijn dure sigaren en een dure auto, maar zijn passie blijft in de eerste en laatste plaats de techniek. “Ik blijf tot mijn zeventigste werken,” zegt hij monter. “Dus ik heb nog twaalf jaar.” Of hij in die tijd veel of weinig verdient is van ondergeschikt belang. “Daar doe ik het toch niet voor?”