De tijd dat bedrijven hun R&D heimelijk achter gesloten deuren doen lijkt eindig. Moderne bedrijven vragen de menigte om hulp. "Internet maakt de wereld tot je speelveld".
Op de online marktplaats Innocentive.com vinden seekers en solvers elkaar. Samen lossen ze stevige problemen op, tegen betaling van bedragen van vijfduizend tot één miljoen dollar, afhankelijk van de omvang en de complexiteit van de vraag. Foodconcern Kraft is er op zoek naar een manier om gebakken kaas te verpakken, een farmaceut zoekt naar een orale oplossing om een bruine teint te krijgen. Wie met het antwoord komt, kan twintigduizend dollar verdienen.
Zo zijn er honderden seekers, veelal afkomstig uit bekende en gerenommeerde bedrijven. Het aantal solvers is vele malen groter. Ze komen uit Italië, Frankrijk, Rusland, Canada, India, China, Verenigde Staten – eigenlijk uit alle hoeken en gaten van de wereld. De teller staat nu op ruim 135.000.
Waarschijnlijk levert een head count op uw R&D-afdeling een kleiner getal op. En dan praten we voor het gemak maar even niet over de inhoudelijke kennis. Elke statisticus kan uitrekenen dat de kans op (business)succes met een potentieel van 135.000 groter is dan met een potentieel van – zeg – twintig.
Coproductie
Met marktplaatsen als Innocentive innoveren bedrijven open en bloot, gebruikmakend van de wijsheid van alle aardbewoners (met een internetaansluiting). Dat verandert de aard van bedrijven, vinden de businessconsultants Don Tapscott en Anthony Williams. In hun overigens zeer lezenswaardige boek Wikinomics stellen ze dat oude, monolitische multionationals, die al hun waarde binnen de muren van een hiërarchisch bolwerk creëren, hun beste tijd hebben gehad. "Winnende bedrijven hebben open poorten en concurreren door buiten de muren kennis, bronnen en capaciteiten te koesteren. Liever dan alles zelf te bedenken, gaan ze in dialoog met klanten, partners en derden om producten en diensten te co-produceren."
Gebruik makend van the wisdom of the crowd doen ze aan crowdsourcing, lees: outsourcing to the crowd. "Internet maakt de wereld tot je speelveld".
Goudzoeken
Dat crowdsourcing werkt, bewijst het verhaal van GoldCorp, dat het fenomeen toepaste nog voordat het een naam kreeg. Rond de eeuwwisseling zat het Amerikaanse bedrijf fors in de problemen. De goudmijnbouwer kampte met stakingen, hoge schulden en toenemende productiekosten. Goud was steeds moeilijker te vinden in de mijnen die het bedrijf exploiteerde en zonder hard bewijs van de vondst van nieuwe aders, zou het bedrijf snel het loodje leggen.
Toenmalig CEO Rob McEwen had een wonder nodig om zijn bedrijf te redden. Gefrustreerd door het feit dat zijn eigen analisten en geologen niet in staat bleken de nieuwe goudaders te lokaliseren, deed hij iets dat ongehoord is in de mijnindustrie: hij publiceerde alle kostbare geologische data die hij bezat op het internet en schreef de GoldCorp Challenge uit. Het prijzengeld bedroeg een slordige 575.000 dollar, op te halen door eenieder die de beste methode of voorspelling deed om het goud in de mijnen van GoldCorp te vinden.
Acht miljoen ounces
Elk minutieus stukje data dat McEwen bezat over de ‘55.000 acre's of mine property' zette hij online. In totaal ruim 400 megabyte. Het nieuws van de wedstrijd verspreidde zich als een olievlek over internet en al snel telde de challenge 1.000 deelnemers uit 50 landen.
Na enkele weken stroomden de voorstellen van deelnemers aan de GoldCorp Challenge binnen. Voorstellen van studenten, management consultants, wiskundigen, militaire officieren en een virtueel leger van geologen. "When I saw the graphics, I almost fell out of my chair", zegt McEwen in Business Week.
De deelnemers wezen 110 plekken aan op de eigendommen van GoldCorp en bij meer dan 80 procent van de plekken werd daadwerkelijk goud gevonden. Sterker: sinds de wedstrijd is er acht miljoen ounces goud uit de grond gehaald, een waarde vertegenwoordigend van meer dan drie miljard dollar. Geen slecht rendement op een investering van pak ‘m beet een half miljoen dollar.
Op dit moment plukt GoldCorp de vruchten van zijn radicale keuze. McEwens bereidheid om nieuwe manieren te vinden om goud te delven hebben het bedrijf ook nieuwe technologieën en meer geavanceerde methoden van geografisch zoeken gebracht. Mede daarom is de omzet van het bedrijf gekatapulteerd.
Idee van Dell
Gelukkig zijn er ook recente voorbeelden. Computerbouwer Dell ontdekte crowdsourcing als een manier om te leren van – in dit geval – klanten. Nadat Dell het monopolie op het build-to-order-computers verloor (aanvankelijk was de Texaan de enige, nu doet iedereen het), heeft het nauwelijks onderscheidende elementen meer. Vooral nu Apple en Sony met modern design de computer mooi maken, verliest Dell marktaandeel.
Begin 2007 startte oprichter en CEO Michael Dell daarom Dell 2.0, een reeks van activiteiten die de computerproducent weer op de kaart moeten zetten. Zijn eerste actie? De klant advies vragen hoe Dell-producten verbeterd kunnen worden. In de hoop dat de collectieve wijsheid enkele unieke inzichten bieden die het bedrijf er bovenop helpen.
Op 16 februari lanceerde Dell IdeaStorm, dat in concept lijkt op de populaire website digg.com. Dell-klanten kunnen er ideeën posten en gebruikers kunnen dat idee waarderen. Hoe meer stemmen een idee heeft, hoe hoger het idee in de lijst staat. Niet meer dan vijf dagen na de start, toonde IdeaStorm 1.348 ideeën. Daarbij was er 122.388 keer gestemd. Meest populaire post: geef de klant de keuze tussen Windows en Linux als OS.
Consumenten kunnen voortaan een OptiPlex-desktop, Lattitude-notebook of Dell Precision Workstation kopen met – u raadt het al – Linux.
Strijd
Ook Nederland doet inmiddels een duit in het zakje. De marktplaats BattleOfConcepts.nl kopiëert de intelligentie en vult die met een oer-Hollandse marktbenadering en dito content. BattleOfConcepts.nl richt zich uitsteluitend op studenten. Bedrijven die op zoek zijn naar een goede slogan, een pakkende marketingactie of een inspirerende webomgeving kunnen daar de creativiteit en het intellect van studenten aanboren. Een battle kost een bedrijf meestal vijftienduizend euro, de student met de leukste en/of beste oplossing ontvangt daarvan vijfduizend euro.
Bij het ter perse gaan van dit blad had BattleOfConcepts 185.000 euro aan prijzengeld in kas.
Uitvinder
De term crowdsourcing werd in juni 2006 voor het eerst geïntroduceerd door journalist Jeff Howe. In zijn aritkel The rise of crowdsourcing (Wired Magazine) noemt hij de eerste voorbeelden van hoe internet kennis en kwaliteit bij elkaar brengen en zo bestaande bedrijfstakken het vuur aan de schenen leggen.
Don Tapscott en Anthony Williams schreven met hun boek Wikinomics een adembenemend vervolg. De titel Wikinomics is afgeleid van het internet-fenomeen Wiki waarmee mensen gezamenlijk documenten kunnen produceren.
Howe deed daar voegde daar onlangs het boek Crowdsourcing: Why the Power of the Crowd Is Driving the Future of Business aan toe.
Weblog Jeff Howe: http://crowdsourcing.typepad.com/
Wikinomics: http://www.wikinomics.com/book/