De managers van morgen zijn ambitieus, getalenteerd en vol verwachting over de toekomst. Management Team sprak vijf business-studenten die net aan een masteropleiding begonnen zijn over hun studie, hun aspiraties en hun helden.
Een student die later als manager aan de slag wil, kan kiezen uit een groot aanbod van opleidingen. Het ouderwetse bedrijfskunde heeft aan veel universiteiten plaats gemaakt voor opleidingen met flitsende namen als ‘strategisch management’, ‘internationaal informatiemanagement’ en ‘verandermanagement’. Door de opdeling van het hoger onderwijs in bachelor- en masteropleidingen, is het aantal bedrijfskundevarianten enorm toegenomen. Universiteiten en hogescholen beconcurreren elkaar met Engelstalige, internationaal georiënteerde programma’s. Ook de master of business administration (mba) wordt door steeds meer universiteiten en instituten aangeboden – ondanks de kritiek van de Amerikaanse managementgoeroe Henry Mintzberg, die meent dat managers met een mba-opleiding nauwelijks in staat zijn tot zelfstandig denken.
Management Team sprak vijf business-studenten over hun studie, hun toekomstverwachtingen en hun helden. De studenten zijn begonnen aan de laatste fase van hun studie: de masteropleiding. Ze zijn ambitieus, getalenteerd en vol verwachting over de toekomst. Hoewel ze daar niet hetzelfde over denken. De één is ‘niet bang om toe te geven dat ze macht wil’, de ander wil best hard werken, maar ‘ontbreekt het aan de drive om ceo te worden’. Helden lopen uiteen van Gerrit Zalm tot de coole Steve Jobs van Apple. Echt zorgen over hun toekomst maken ze zich niet. De economie trekt aan, daar zijn ze zeker van.
Rob Grootendorst (1984)
International master of economics and business, Universiteit Utrecht
“De combinatie van bedrijfskunde en economie in deze master spreekt mij aan. Je bestudeert hoe bedrijven zich staande houden in de internationale economie. Vooral het werken met economische modellen waarin geen enkele uitkomst van tevoren vastligt vind ik een uitdaging. Ik heb altijd al een zwak gehad voor cijfers. Vanaf mijn tiende jaar ben ik fan van Gerrit Zalm. Hij heeft zijn trendmatig begrotingsbeleid mooi neergezet, daar moeten we hem dankbaar voor zijn.
“In mijn bijbaan ben ik ook analytisch bezig; voor een groot computerbedrijf voer ik een statistische analyse uit van de klantgegevens. Aan zo’n baan heb je meer dan aan biertjes tappen in de kroeg. Ik ben ook al een paar jaar verantwoordelijk voor de redactie van het blaadje van mijn studievereniging. Dat soort activiteiten vergroot je kansen op de arbeidsmarkt.
Leidinggeven gaat mij prima af. Als manager wil ik het liefst tussen mijn medewerkers staan, niet boven ze. Als je laat blijken dat je je meer voelt dan je medewerkers ben je niet goed bezig. Het liefst ga ik straks aan de slag bij een groot bedrijf, welke sector maakt me niet uit.
“Over de arbeidsmarkt maak ik me geen zorgen. De economie trekt weer aan, dus bedrijven gaan op zoek naar jong personeel. Ach, ik ben sowieso positief ingesteld.”
Gijs Halm (1984)
Master of science in management, Nyenrode “Ik wil deze zestien maanden aan Nyenrode gaan knallen. Me onderscheiden van andere studenten. Er is hier veel aandacht voor je persoonlijke ontwikkeling, zelfs met een vak ‘Leadership and Personal Development’. Welke richting ik straks uit ga weet ik nog niet precies. Ik wil mijn opties openhouden. In ieder geval ga ik mijn tijd hier aan Nyenrode goed benutten. Actief deelnemen aan het verenigingsleven, een paar commissies oppikken, en veel lezingen en andere activiteiten bezoeken. Als je dat niet doet, misgun je jezelf een hoop. Bovendien heb je door bestuursactiviteiten veel contact met mensen uit het bedrijfsleven. Zo krijg je alvast een beetje zicht op die wereld.“Samen met een vriend ben ik druk bezig een studiekeuze site op te zetten: www.kiesjestudie.nl. Dat begint nu vorm te krijgen. Op de site willen we een overzicht geven van alle universitaire bachelor- en masterstudies. Studenten kunnen zelf een recensie schrijven van hun opleiding, zo ontstaat een reëler beeld dan op sites van de instellingen zelf. We willen ons onderscheiden van sites met gesponsorde informatie. “Ik zie mezelf later wel leidinggeven aan een groep mensen. Of werknemers nu onder of naast je staan, dat is maar hoe je het ziet. Als je zo jong bent als ik moet je je niet autoritair opstellen, dan demotiveer je mensen. Ik merk dat ik dingen kan, en wil er uithalen wat erin zit. Hard werken, maar wel voor een baan waar ik fluitend naartoe kan.”
Michal Wolf (1984)
Master of science in business administration, Vrije Universiteit Amsterdam
“Ambitie is bij mij in ruime mate aanwezig. Presteren vind ik leuk. Ik heb al kennis gemaakt met een paar recruiters en heb voor de studievereniging een introductie voor de nieuwe studenten georganiseerd. Waarschijnlijk ga ik nog een tweede master doen, accountancy of een andere specialisatie. Het lijkt me leuk om een groep optimaal te laten functioneren. Mensen zijn toch de belangrijkste asset van een bedrijf. Aan de VU werken wij veel in groepjes, en ik merk dat ik goed ben in het inschatten van de capaciteiten en kwaliteiten van mensen.
“Slecht 1,6 procent van de topmanagers in Nederland is vrouw. Ik wil me niet scharen bij de massa’s vrouwen die alles opgeven voor een gezin. Helaas is het in Nederland nog steeds zo dat van vrouwen verwacht wordt dat zij hun carrière opgeven om voor de kinderen te gaan zorgen. Ik weet niet hoe dat bij mij loopt, maar zeker is dat er nog heel wat stereotypes en rolpatronen moeten worden doorbroken.
“Ik ben best bereid om straks veel te werken, maar mijn werk moet mijn leven niet overnemen. Het liefst begin ik bij een groot bedrijf, waar je veel mogelijkheden krijgt om door te groeien en verschillende facetten van het bedrijfsleven te leren kennen. Daarna kun je naar een kleiner bedrijf, waar je je kunt specialiseren. Ik vind het leuk als kleine bedrijven het dankzij een bijzondere visie helemaal maken. Neem Richard Branson, die heeft dankzij zijn charisma en inventiviteit een heel imperium opgezet. Dat maakt indruk.”
Ida Rydland Malterud (1981, Noorwegen)
International master of business administration, Erasmus Universiteit Rotterdam
“Toen ik vijf jaar oud was vroeg iemand aan mij wat ik later wilde gaan doen. Ik antwoordde: ‘Ik wil naar Oxford om economie te studeren.’ Dat was voor mij vanzelfsprekend. Mijn ouders zijn beide zakenmensen, mijn oudere broer ook.
“Na mijn middelbare school in Noorwegen heb ik een bachelor management en economie gedaan in Toulouse. Daarna ben ik een jaar naar Canada gegaan, naar een Engelstalige universiteit in Quebec. Ik ben nu een paar weken in Rotterdam. Wat mij aanspreekt in deze master is de flexibiliteit; je kunt je vakkenpakket voor een groot deel zelf samenstellen en je eigen specialisatie en stage kiezen. Ik richt mij op de combinatie van strategisch management en marketing. Je kunt nog zo’n fantastisch product hebben, maar zonder marketing en een doordachte strategie red je het niet.
“Er moeten meer vrouwen in de top van het bedrijfsleven. Mannelijke topmanagers van de oude stempel zijn heel erg gericht op het maken van winst. Vrouwen hebben meer aandacht voor de menselijke verhoudingen in een bedrijf, de dynamiek. Ik ben dan ook niet bang om te zeggen dat ik macht wil. Mijn moeder is voor mij een voorbeeld, zij zit op het niveau van een vice-president. Mijn broer en ik hebben daar nooit onder geleden. Integendeel, ik vond het juist geweldig om met een sleutel om mijn nek rond te lopen.”
Robert Teunissen (1980)
Master of science in business studies, Universiteit van Amsterdam
“Dit is een éénjarige master. Wat mij betreft zou twee jaar beter zijn. In een jaar kun je maar een paar vakken doen en een scriptie. In het buitenland lachen je uit met zo’n master. Een stage is geen onderdeel van het programma. Toch ga ik er één doen, zelfs al krijg ik er geen punten voor. Een stage voegt een hoop toe aan je studie, het geeft je de mogelijkheid om in een bedrijf rond te kijken.
“Na mijn afstuderen probeer ik een traineeship te krijgen bij een groot bedrijf. Ict vind ik interessant, maar voor hetzelfde geld beland ik in de baggerindustrie. Als ik genoeg ervaring heb opgedaan wil ik voor mijzelf beginnen. Natuurlijk, ik ben ambitieus, maar ga me niet doodwerken. Werkweken van zeventig uur zijn niks voor mij. Het ontbreekt mij aan de drive om een belangrijke ceo te worden. Carrière maken is niet het belangrijkste in het leven.
Een voorbeeld voor mij is Steve Jobs, hij leidt niet alleen Apple, maar ook Pixar, twee grote bedrijven. En hij heeft zijn eigen stijl. Tijdens een presentatie krijgt hij met simpele taal de hele zaal plat. Andere ceo’s verbleken naast hem. Ik houd van de informele bedrijfscultuur van Apple. Dat spreekt mij meer aan dan een archaïsch bedrijf met een topdown organisatie. Ik ben zelf niet erg autoritair. Problemen probeer ik netjes op te lossen, door kalm uit te leggen wat er moet gebeuren, niet door mijn stem te verheffen. Dat neemt niet weg dat ik mijn eigen mening doordruk wanneer ik denk gelijk te hebben.”