Amper zat Kleisterlee op het pluche of de bom ging af. Dacht hij: dat lukt me wel? Dagobert Boonstra schuddebuikte.
Die voorkennis had hij natuurlijk wel. Ik bedoel niet in bed, maar daarbuiten, in de directiekamer. Hij was niet de enige. Opvolger Kleisterlee wist precies dat hij een gouden tijdbom had geërfd. Eerst rijdt Boonstra zijn laatste kroonprins rond in de Gouden Koets, na zich te hebben laten huldigen vanwege zijn enorme verdiensten: eerst miljardenwinsten claimen en alleen een beetje zeuren over die 7 miljard aandeeltjes zonder rendement. "Niet dat we ze morgen nodig hebben," zegt-ie nog in Management Scope. Maar amper is het pluche onder Kleisterlee wat opgewarmd, of daar komt de downturn. 6000, 7000, wie weet straks 8000 banen kwijt, een koersduikeling, faillissementen in het kielzog van het bedrijf, uitverkoop, mobiele telefonie lamgelegd, consumentenelektronica in de rode cijfers, rampzalige ontwikkelingen bij Componenten, Amerika en China haken af, kortom een bloedbad. De loopgraven liggen vol lijken en Kleisterlee mag opruimen. "Kleisterlee hoeft alleen nog maar een beetje de groeimarkten te continueren," had de baas nog gezegd.
Ik vind het niet erg dat topmanagers cynisch zijn. Liever dat dan naïef. Het kan me niet schelen of er boven of onder de dekens met voorkennis wordt geshopt. Koningen doen niet anders sinds Sophocles en Shakespeare. Het hoort bij het vak. Het gaat om overleven, en als de onderneming er wel bij vaart, zul je mij niet horen klagen. Kleisterlee schijnt best goed te zijn in zijn vak, heeft zijn moeder verteld. Dus hij moet hebben geweten, tot op de laatste eurocent, dat hij een fragmentatiebom ter grootte van tien Fireworks in zijn handen gedrukt kreeg. Waarom neem je dat ding dan aan?
Misschien hoopte Gerard dat hij niet zou afgaan. Misschien redeneerde hij wel als een rund dat met miljoenklappers stunt. Maar zo kinderlijk kan iemand die gepokt en gemazeld is in de Philips-koningsdrama's niet zijn. Dus die mogelijkheid sluit ik uit.
Kleisterlee wíst het. Ik neem even aan dat hij geen masochist is. Misschien rekende hij op de nog steeds enorme kapitaalkracht van Philips. Misschien ging hij ervan uit dat de winkel van meneer Frits in het verleden wel vaker voor hete vuren had gestaan. En misschien was het gewoon zijn alles verterende ambitie. Ja, dat moet het zijn. Ik ken niet één manager die zegt: Ik ben te stom voor mijn vak. Of te eerlijk. Of te lief. Nee, hij begint bescheiden, dankt zijn voorganger, al vervloekt hij hem inwendig vanwege alle winkeldochters en wanbesluiten waarmee deze hem heeft opgezadeld, en treedt daarna met opgeheven hoofd en bevend hart de ruimte binnen waarvan Dante heeft geschreven: "Laat alle hoop varen." De hel. Waarom? Omdat hij denkt dat hij het wél kan. Het Messias Syndroom van de nieuwe ceo. Dan komen de nieuwe cijfers en de prognoses, vervolgens de publieke déconfiture van het bedrijf, en daarna gaat Kleisterlee misschien denken: Och, was ik maar bij moeder thuis gebleven. Ondertussen ligt Dagobert Boonstra te rollen van het lachen in zijn schatkamer, samen met zijn schat die ook niet uitgelachen raakt, terwijl in Eindhoven de gloeilampen langzaam doven.