Zolang de scheidsrechter het goedvindt, is alles geoorloofd, zegt judocoach Cor van der Geest. Maar, voegt hockeytrainer Marc Lammers toe, kijk er dan ook niet van op als keer op keer de regels worden aangepast. Deel 3 van een serie tweegesprekken tussen succescoaches.
Net als in het bedrijfsleven gaat het in de sport om presteren. Tópprestaties, bij voorkeur. Maar mag dat ten koste van alles, of zijn er morele grenzen? Is het bijvoorbeeld geoorloofd carrières van anderen te schaden zèlf topprestaties na te streven? En waar komt de grens in beeld van wat nog als sportief wordt ervaren? Marc Lammers, die als hockeycoach jarenlang onder vuur lag van zijn tegenstanders vanwege zijn neiging onaangekondigd nieuwe innovaties in het spel te brengen, vraagt judocoach Cor van der Geest dan ook als eerste wat hij onder ethiek verstaat.
Van der Geest "De normen en waarden bij de dingen die je doet. Is het bijvoorbeeld ethisch verantwoord om kinderen van 10 jaar tien uur in de week te laten trainen? Ik denk van niet. Mijn zoons Elco en Dennis trainden tot hun twaalfde maar twee keer per week. Natuurlijk komt dat ook doordat de piek in het judo niet al op 17- of 18-jarige leeftijd ligt."
Lammers "Aan de andere kant: wij voetbalden in onze jeugd twee, drie uur per dag op straat, en er was toen geen ouder die iets zei over overbelasting."
Van der Geest "Als het spontaan vanuit het kind komt, is het ook geen probleem. Maar als ik een lezing geef, begin ik vaak met de stelling: een carrière van wedstrijdsporter naar topsporter is zónder ouders onmogelijk, en mét ouders een ramp. Iedereen weet dan meteen waar ik het over heb. Kinderen moeten vaak de onvervulde dromen van hun ouders waarmaken. Hoe ver laat je een kind beschadigen om er een grote kampioen van te maken?"
Lammers "Topsporters verleggen de grenzen veel meer in vergelijking met de andere sporters, daarmee onderscheiden ze zichzelf."
Van der Geest "De coaching moet daarbij aansluiten. Als de coach véél verder wil gaan dan de sporter, dan is er iets mis. Het is belangrijk om eerst te weten welke doelen de sporter zélf heeft voor je met hem of haar aan de slag gaat."
PIJN IN JE POTEN
Lammers "In het bedrijfsleven zie je dat leidinggevenden verwachten dat hun werknemers alles precies zo doen zoals zij. Vroeger dacht ik dat als coach ook. Ik vertelde de speelsters dan precies wat ze moesten doen, maar zag dat niet terug in de wedstrijd. Hoe dat komt? Mensen onthouden gemiddeld maar 10 procent van wat je ze vertelt. Als je beelden laat zien, dan onthouden ze al 35 procent, maar van wat ze zélf zeggen onthouden mensen 70 procent en van wat ze zelf zeggen én zelf doen 90 procent. Het is dus de kunst om sporters zélf met oplossingen te laten komen."
Van der Geest "De grootste opdracht voor een coach is inderdaad om de sporter bewust te maken van wat hij zélf wil. Ik ben dan de expert die hij af en toe raadpleegt om tot topprestaties te komen. Als baas moet je vertrouwen geven aan je werknemers. Werknemers moeten af en toe ook fouten kunnen maken. In de topsport is het overigens wel nodig om tegen grenzen aan te werken, soms zelfs over grenzen heen. Als je het ervoor over hebt de rest van je leven met pijn in je poten rond te lopen als dat helpt om je doel te bereiken, prima. Als je het als sporter zélf maar overziet, als je zelf die beslissing maar neemt."
Lammers "Ik geloof ook dat mensen een elastiek hebben. Als je dat in één keer uitrekt, dan knapt het, maar als je het steeds een beetje uitrekt, dan komen ze steeds iets verder. Toegegeven, ethische grenzen zijn het moeilijkst te bepalen op mentaal gebied. Sommige topsporters zijn mentaal zó afhankelijk van hun sport dat ze daar 10 jaar na hun afscheid nog last van hebben."
Van der Geest "Er mag best wel eens narigheid zijn, je mag als sporter best wel eens huilen, als het resultaat maar positief is. Soms moet je eerst wat afbreken om verder te komen, maar het moet niet in hersenspoelen ontaarden."
DE HUID VOL
Lammers "Coachen betekent maatwerk, ook in de opbouw. Ver voor de Olympische Spelen vraag ik aan de speelsters welke regels we willen hanteren om ons doel te bereiken. Vroeger schreef ik zelf die regels op. De speelsters zeiden dan: wat veel regels, zeg. En als iemand een regel overtrad, keken ze allemaal naar mij. Dat ben ik op een gegeven moment anders gaan aanpakken. De speelsters moeten nu in groepjes zelf de waarden, normen en regels vaststellen. En wat blijkt? De lijsten van de speelsters zijn veel langer dan mijn lijst. En ze spreken nu elkáár aan op overtreding van de regels."
Van der Geest "Een goede coach moet weten hoe de mensen met wie hij werkt in elkaar zitten. Ik zie niets in coaches die alleen met rugnummers werken. Als een van mijn sporters ruzie heeft met zijn vriendin, hoef ik niet te weten waarover die ruzie gaat, maar ik moet wel weten dát ze ruzie hebben. Anders scheld ik ze misschien ten onrechte de huid vol."
Lammers "Het gaat er in een teamsport om wat je met elkaar communiceert. Ik train met het team vooral op de dingen waar speelsters goed in zijn. Vroeger liet ik in mijn videoanalyses tien dingen zien die niet goed gingen en één ding dat wel goed ging. Dat heb ik op een gegeven moment omgedraaid. Ik ben vanuit kracht gaan werken om te voorkomen dat het accent veel te zwaar op de zwakke punten zou komen te liggen."
Van der Geest "Daar ben ik het mee eens. Het gaat erom de sporter positief te motiveren. Je moet ruimte creëren om fouten te kúnnen maken."
ROLLENSPEL
Lammers "Ik werd op het WK in 2002 van onsportiviteit beschuldigd door de Argentijnse coach. Eén van mijn speelsters schopte, zonder dat ik het wist overigens, bij elke strafcorner de palen iets naar binnen, zodat het doel nét iets kleiner werd. Bij de rust schopte ze de palen dan iets naar buiten, zodat de Argentijnen na de rust een nét iets groter doel hadden. En wat gebeurde er? De Argentijnen schoten tijdens de halve finale een bal tegen onze paal. Mede hierdoor wonnen wij de wedstrijd. Toch twijfelde ik wel of dit nog binnen de ethische grenzen lag. Ik heb tegen de Argentijnse coach maar gezegd dat het de taak van de scheidsrechter is om de doelen te controleren. En wat deden de Argentijnen? Die begonnen in de volgende wedstrijd zélf de palen naar binnen te schoppen. Daar hebben wij toen de scheidsrechter op gewezen, die vervolgens een streep zette op de plek waar de palen moesten staan."
Van der Geest "Dat is het rollenspel dat we met elkaar spelen in de topsport. Veel sporters zullen in een Olympische finale de grenzen graag iets oprekken om te kunnen winnen. Als het van de scheidsrechter mag, dan is wat mij betreft alles geoorloofd."
Lammers ‘Tot waar het doel de middelen heiligt, ligt voor iedereen anders. De één vond het belachelijk dat die palen tegen Argentinië naar binnen werden geschopt, de ander vond het heel slim. Tegenwoordig worden de doelpalen met pinnen in de grond gezet. Het spelregelboekje is sinds een jaar of 10 een stuk omvangrijker geworden.'
Van der Geest "In het judo zijn mensen kampioen geworden doordat ze de slip van hun mouwen met zeep insmeerden. Als je dan gaat zweten, dan heeft de tegenstander minder grip. Zoiets vind ik ethisch op het randje, of misschien zelfs erover. Doorgetrokken naar het bedrijfsleven, zeg ik dan: als iets níet in regels vastligt maar je weet dat het de maatschappij schade kan berokkenen, dan heb je als bedrijf altijd nog je eigen verantwoordelijkheid. Dat is ook ethiek.'
Lammers ‘Inderdaad, ondernemers in Nederland klagen erover dat er zoveel regels zijn, maar ze roepen dat ook over zichzelf af. Elke keer worden er weer grenzen verlegd, in het bedrijfsleven en in de sport. Dat dwingt een regering of een sportbond om innovatief om te gaan met het vaststellen van regels. Met als gevolg dikke spelregelboeken en een woud aan overheidsregels, het is niet anders."
Marc Lammers (40)
was bondscoach van de Nederlandse dameshockeyers die op de Olympische Spelen zilver wonnen in 2004 en goud in 2008. Zelf hockeyde hij 16 jaar in de Nederlandse hoofdklasse en speelde vijf interlands. Hij is bekend vanwege zijn innovatiedrift en introduceerde onder meer de videobril, nieuwe sticks, de ‘oortjes' en cooling-down-vesten in het hockey.
Cor van der Geest (63)
is Nederlands succesvolste judocoach en sinds februari 2009 technisch directeur van de Nederlandse judobond. Van der Geest werkte met topjudoka's als zijn eigen zonen Elco en Dennis, Claudia Zwiers, Guillaume Elmont en Jenny en Jessica Gal. Onder zijn leiding haalden judoka's onder meer 3 wereldtitels, 9 Europese titels en 5 Olympische medailles.