Innovaders wil ondernemers stimuleren tot duurzaam ondernemen. En dat doen ze door ‘opvoelen, opculten en vooranderen’. Pardon? Op de fiets langs de bedrijven voor een goed advies.
Tuurlijk, adviseurs kunnen best zonder pak, stropdas en lease-auto. Dat vinden ze in elk geval bij Innovaders in Amsterdam. In een wollen trui rijdt Innovader Pepik Henneman (33) in zijn oude rode Fiat Tempera naar Den Helder. Naast hem collega Jeroen Weijs (33), evenmin dressed for succes. Ze zijn op weg naar twee klanten op Texel, maar de oude Fiat gaat niet mee naar het waddeneiland. “Te veel gedoe,” vindt Henneman. Bij de boot zwaait de kofferbak open en komen een paar Brompton-vouwfietsen tevoorschijn. Feloranje gespoten, met het bedrijfslogo op het frame. Een half uur later peddelen Henneman en Weijs onder een stralend voorjaarszonnetje door de weilanden met schapen, grutto’s en reigers. “Zeg nou zelf,” zegt Jeroen Weijs. “Dit is toch veel leuker dan de auto nemen?” Geef het tweetal eens ongelijk. Waarom zou je niet genieten van een dagje uit op Texel? Werken doe je immers voor je plezier. Vinden ze bij Innovaders. Het bureau werd vijf jaar geleden opgericht door vier Delftse ingenieurs, die in hun studententijd bij elkaar in huis woonden. Jeroen Weijs studeerde industrieel ontwerpen. Pepik Henneman, Arno van Wayenburg (36) en Gernout Erens (36) deden werktuigbouwkunde. Na de studie ging ieder zijn weg, maar het echte plezier bleef uit. Henneman werkte als productietechnicus voor Shell en vloog van olieveld naar olieveld. Hij zag collega’s verstrikt raken in het carrièrestramien en wilde niet zijn ‘hele leven op reis zijn om ooit een mooi huis met zwembad te kunnen kopen’. Ook de andere Innovaders hadden veelbelovende banen. Maar met Henneman deelden ze het gevoel dat ze niet deden wat zij echt graag wilden. In 1998 organiseerde Pepik Henneman met zijn oud-huisgenoten een workshop over holistisch ondernemen. Het viertal raakte enthousiast over het plan voor een eigen adviesbureau. Een jaar en nog een workshop later, hakten de ingenieurs de knoop door. Arno van Wayenburg was de eerste Innovader die in april 2000 het nieuwe kantoor betrok. De rest zegde even later hun baan op.
Opvoelen
Geen stropdas. Genieten van je werk. En dat kan allemaal in een bescheiden gebouwtje in het westelijk havengebied in Amsterdam. Want om consultant te zijn, heb je geen duur kantoor aan de Zuidas nodig. Links een opslagloods, rechts een vervallen kantoorgebouw en voor het raam de kapotte vrachtwagen van de buren, die tot verdriet van de Innovaders al twee jaar lang het uitzicht op de havens bederft. Het pand was vroeger een showroom voor vloeren en plafonds en de Innovaders hebben geen moeite gedaan om dat te verhullen. Tussen de propvolle bureaus staat een grote tafel met een opzichtige lamp. Dat is de brainstormtafel. ‘s Middags doet die dienst als kantinetafel. Dan lunchen de Innovaders met bruin brood, kaas, worst en thee uit mokken zo groot als soepkommen. Behalve als het mooi weer is, want dan komen de klapstoelen tevoorschijn en verhuizen de heren naar buiten. Innovaders is geen doorsnee adviesbureau, zoveel is duidelijk. Maar wat is Innovaders dan wel? Wat is het doel, wat is de missie van het bureau? Daarover discussieerde het viertal in de begintijd de tongen rauw. Het had iets te maken met duurzaamheid en innovatie. Met creativiteit en frisse ideeën. Met verantwoord ondernemen. Vele liters koffie later rolden de mission statements van de brainstormtafel. Innovading, dat is ‘opvoelen, opculten en vooranderen’. Samenvoegingen van ‘opvoeden en gevoel’, ‘culturele opwaardering’ en ‘veranderen voor anderen’. En de opdrachten kwamen. Voor bedrijven uit de kunststofketen organiseerden de Innovaders een workshop over recycling van transportfolie. Voor het Amsterdamse Afval Energie Bedrijf bedachten ze een systeem om afval per schip te transporteren. Niet in dure containers, maar in geperste balen die in een bulkschip passen. Bij Nike en DHV voerden de Innovaders pilots uit met een papierloos kantoor. En voor de gemeente Amsterdam werken de ingenieurs aan Mobile City: een tijdelijke inrichting van braakliggende stukken havengebied met mobiele gebouwen. Duurzaamheid blijkt inderdaad een rode draad in de opdrachten, maar de oorspronkelijke missie is naar de achtergrond verschoven. “We waren behoorlijk idealistisch in het begin,” zegt Arno van Wayenburg een week eerder in Amsterdam. “We hadden echt het idee dat we mensen moesten overtuigen. Daar zijn we wel wat van teruggekomen. Het werkt niet als je als dominee op de kansel gaat staan. Nu proberen we mensen te laten zien wat ze met duurzaamheid kunnen. We proberen te inspireren, meer niet. Het is hun eigen zaak of ze er iets mee doen.” Sommige klanten hebben zelfs die inspiratie niet nodig. Zij lijken de Innovaders op het lijf geschreven. Zoals Marc van Rijsselberghe, de enthousiaste eigenaar van de biologisch-dynamische zuivelboerderij St. Donatis op Texel. Pepik Henneman en Jeroen Weijs parkeren hun vouwfiets op het erf. Ze wandelen door de forse stal met tachtig koeien, door de productiehal voor kwark en yoghurt en het winkeltje voor de verkoop van biologische producten. Sinds drie jaar komen de Innovaders bij St. Donatis over de vloer. Van Rijsselberghe had een probleem met de glazen verpakking van de zuivel. Het retoursysteem rendeerde niet meer, hij wilde overstappen op plastic. Maar dan wel zó dat het de milieubewuste klant niet zou afschrikken. Of de Innovaders iets konden bedenken? Dat konden ze. Arno van Wayenburg en Jeroen Weijs ontwierpen voor de plastic verpakkingen een retoursysteem. Niet alleen wordt het ingezamelde plastic hergebruikt, bovendien gaat een deel van de opbrengst naar een goed doel. Inmiddels zijn de eerste twaalf pallets met in plastic verpakte zuivel verkocht. Jeroen Weijs wil weten hoe het loopt. In het magazijn toont Van Rijsselberghe twee pallets met ingezamelde bakjes. Twee van de twaalf. Valt tegen, vindt Pepik Henneman. Maar Jeroen Weijs is optimistisch: “Het loopt nog pas enkele weken. We moeten gewoon afwachten.” Het aardige van Innovaders, zegt bioboer Marc van Rijsselberghe, is dat ze rare dingen bedenken. Rare dingen? “Rare dingen ja. Toen ik met Arno nadacht over een inzamelsysteem, kwam hij aanzetten met een buis van de Gamma. Daarvan hebben we uiteindelijk het retoursysteem voor de plastic bakjes gemaakt. Niks duur design met een gouden randje, maar gewoon een grijs stuk rioolbuis uit de Gamma.” Eenvoud, geen poeha, dat bevalt Van Rijsselberghe wel. Hij zou beslist niet met elk bureau zee gaan. “Ik heb het niet zo op externe adviseurs. Ze lopen rond voor 350 euro per uur en verkopen luchtbellen. Maar dat gevoel heb ik bij deze jongens niet.” Idealistische en voortvarende ondernemers zoals Van Rijsselberghe, daarvan mogen er van de Innovaders veel meer zijn. Vijf jaar geleden, toen Innovaders het levenslicht zag, wees alles er op dat hun aantal aanzienlijk zou groeien. Het ene na het andere bedrijf afficheerde zich met duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. De wereld leek open te liggen voor adviesbureaus als Innovaders. Maar wat is er over van dat aanvankelijke enthousiasme? Op die vraag blijft het, een week voor de trip naar Texel, oorverdovend stil aan de brainstorm-annex kantinetafel bij Innovaders. “Het is toch erg moeilijk om bedrijven aan duurzame producten te krijgen,” begint Gernout Erens voorzichtig. “Ze willen wel verbeteren, maar dan met hun bestaande producten. Echt vernieuwen, daarmee is slechts 5 procent van de bedrijven bezig. En die 5 procent moeten wij zien te vinden.” Dat valt niet altijd mee. Ondernemers als Van Rijsselberghe, idealistisch en bevlogen als de Innovaders zelf, zijn dun gezaaid. Niet dat er geldproblemen zijn – integendeel. “We kunnen er met z’n vieren goed van leven,” zeggen de Innovaders. Maar het zou ruimer kunnen zijn, beseffen ze. Als ze bijvoorbeeld meer multinationals als opdrachtgever zouden hebben. Maar dat is lastig. “Bij grote bedrijven zie je vaak dat één iemand duurzaam ondernemen als taak heeft,” zegt Henneman. “Die durft niet met ons in zee te gaan. We zijn te onbekend. Dus gaan ze toch maar weer samenwerken met een groot bureau. Bij het mkb ligt dat anders. Daar is de directeur zelf verantwoordelijk voor duurzaam ondernemen. En die kiest iemand uit die hij vertrouwt.” Het budget van veel mkb-bedrijven is echter beperkt. Veel projecten van de Innovaders draaien dan ook deels met subsidie. Dan doen ze liever niet, zeggen de Innovaders. Maar als het niet anders kan, dan maar met subsidie.
Liefdewerk
De grootste rem op hun eigen winst zetten de Innovaders echter zelf. De inkomende geldstroom zou groter kunnen zijn wanneer ze, bijvoorbeeld, hun opdrachten wat minder nauw zouden toetsen aan de d van duurzaam of de v van verantwoord. Maar dat is nu net wat ze niet willen, de Innovaders. Als people en planet er niet mee zijn gediend, dan ook geen profit. Ook zouden ze meer kunnen verdienen wanneer ze minder tijd zouden stoppen in dingen die vooral erg leuk zijn. Zoals het project in
het Afrikaanse landje Benin. Daar helpen de Innovaders een groep ondernemers bij het ontwikkelen en vermarkten van lokale producten. Pepik Henneman en Arno van Wayenburg zijn er inmiddels naartoe gereisd om het project op poten te zetten. “We verdienen er wel iets mee, maar het is toch vooral liefdewerk,” zegt Henneman. “Een bewijs dat bij ons de eurotekens niet voorop staan. Het is eerder andersom. Bij elk nieuw idee denken we eerst: dat gaan we doen! En dan pas: hoe verdienen we hier geld mee?”
Gewauwel
In Den Burg, de hoofdstad van Texel, parkeren Henneman en Weijs hun fietsen bij Hotel de Lindeboom, het tweede adres voor die dag. Een maand geleden hadden de Innovaders een brainstormsessie met hoteleigenaar Bouke Weber. De sessie was een opdracht van de Texel Academie. Innovaders ontwikkelt voor de Academie een training ‘duurzaam innoveren’ voor ondernemers in de recreatiebranche. Hotelmanager Weber is een van de potentiële deelnemers. Zo vlot als de Innovaders het vertouwen van biologische boer Van Rijsselberghe wonnen, zo moeizaam ging het bij Weber. De broodnuchtere middenstander, keurig in pak, windt er geen doekjes om. De eerste bijeenkomst met de Innovaders vond hij ‘helemaal niks’: “Veel te veel gewauwel”. Pepik Henneman: “Toen hij dat zei, vroeg ik hem: mogen we dan bij jóu de pilot doen? Want als het daar slaagt, dan is het goed.” Weber liet zich overhalen, al bleef hij aanvankelijk sceptisch. “Ik was bang voor nóg meer vaag gewauwel,” zegt hij. “En daar heb je niks aan. Je moet wel omzet draaien.” Zijn inzet tijdens de brainstorm was dan ook: hoe verhoog ik mijn bezettingsgraad? Maar daarmee maakten de Innovaders meteen korte metten: ‘Vergeet die omzet. Dat maakt je niet creatief!’ Het resultaat van de sessie ligt nu op een terrastafeltje bij het hotel: een kleurig, dertig-pagina’s tellend ideeënboek rond de nieuwe missie van De Lindeboom. Het rustieke, oudste hotel van het eiland wil ‘opnieuw het hart van Texel worden’. Tot Hennemans verrassing heeft de hoteleigenaar al een aantal ideeën uitgevoerd. Inmiddels stroomt er authentiek Texels bier uit de tap en staan er Texelse streekproducten op het menu. “Hoho,” roept Henneman vermanend. “Het is een ideeënboek, geen lijst met actiepunten!” De aanvankelijke terughoudendheid van Bouke Weber is verdwenen. Want tot zijn eigen verbazing kreeg hij tijdens de brainstorm de ene na de andere inval. “Ze leren je anders denken,” zegt hij achteraf over de adviseurs. “Ze weten het echt uit je te trekken. In mijn eentje heb ik ook wel ideeën, maar dan denk ik meteen: ‘dat wordt toch niks’. Maar met hén erbij kom je tot iets. Het was perfect.” Henneman is zichtbaar opgelucht. “Want,” zegt hij eerlijk: “we hebben wel peentjes gezweet!” Duurzaamheid mag dan het handelsmerk zijn van de Innovaders, de echte kracht van het bureau zit hem de onbevangenheid en de frisse blik, in het vermogen om ‘out of the box’ te denken. En in de uiteenlopende kwaliteiten en karakters van de ingenieurs, die elkaar goed aanvullen. Zo is Pepik Henneman de idealist van het stel, de man van de dromen en de duizend-en-een ideeën. Het organiseren van ‘een diner ter bevordering van vrolijkheid’, bijvoorbeeld. Hij is goed in mensen enthousiasmeren, zegt hij zelf. Gelukkig hebben we maar één Pepik in huis, verzuchten de anderen. Ze zouden horendol worden. Vormgever Jeroen Weijs lijkt daarentegen haast zijn tegenpool. Kalm, nuchter en een pietje precies. Jeroen is niet alleen een inventief vormgever, maar ook een echte communicatieman, zeggen zijn collega’s. Geen brief mag de deur uit zonder dat Jeroen hem heeft gezien. En kijk eens wat een fantastische bedrijfswebsite hij heeft gebouwd. Dat ze na vijf jaar nog met zijn vieren samen zijn, daarover zijn ze zelf soms een beetje verbaasd. Vier kapiteins op een schip, dat is een unicum. Het schip ligt nog altijd op koers, al heeft elke Innovader wel z’n eigen ideeën over hoe die koers eruit moet zien. Terug in de rode Fiat, de vouwfietsen weer in de kofferbak, mijmert Jeroen Weijs over een volgende fase. “Ik zou graag zien dat we een BV worden. Dan kunnen we geld steken in een eigen productiebedrijf.” Ook Pepik Henneman heeft zijn droom. “Ik ben veel met nieuwe initiatieven bezig, waarvan ik vantevoren nooit weet of het wat wordt. Dat pionieren, daar zou ik een product van moeten kunnen maken.” Alles is mogelijk bij Innovaders. Zo lang het werk maar leuk blijft.
Innovaders in actie
S-Lab > Virtuele en fysieke plek waar Innovaders elke zomer met bedrijven en studenten duurzaam ondernemen verkennen. In S-Lab 2002 hebben drie mba-studenten uit Rotterdam een triple p decision tool ontwikkeld voor een multinational.
Mobile City > Tijdelijke inrichting van braakliggende terreinen in Amsterdam-Noord.
CIMO > Openingsfeest Centrum voor Innovatie en Maatschappelijk verantwoord Ondernemen.
Afval Energiebedrijf Amsterdam > Overlaadstation voor transport van afval over water zonder extra kosten maar wel 40 procent minder CO2 uitstoot.
Bowlingbaanvloeren > Toepassingen van reststukken high pressure laminate.
Waddenzuivel > Retoursysteem voor kunststof zuivelverpakking, inclusief marketing, inzamelunit en afvoer van kunststof naar het recyclingbedrijf.
HEMA > Workshops met medewerking van kunststofproducenten, recyclebedrijven en ontwerpers om tot duurzame oplossingen te komen voor het gebruik van transportfolie in de distributiecentra van de HEMA.