Nederland zet weer een stap richting wereldtop wat betreft concurrentievermogen. Ons land is in de jaarlijkse mondiale concurrentie-index van het World Economic Forum (WEF) gestegen naar de zevende plaats, van de achtste plaats in 2010.
Met dank aan betere samenwerking tussen kennisinstellingen en bedrijven, en de goede infrastructuur in ons land.
Vooral het innovatief vermogen van bedrijven is het afgelopen jaar verbeterd. En dat is belangrijk. Een geavanceerde economie als Nederland moet het hebben van zaken als vernieuwing. Goed nieuws is ook dat de instroom van kenniswerkers is toegenomen. Verder heeft de ingezette liberalisering van markten geleid tot een toenemende bedrijvigheid. Bedrijven zijn meer gericht op het benutten van kennis om de concurrentieslag met opkomende economieën aan te gaan. Ook het Nederlandse onderwijssysteem is een belangrijke pijler voor de kenniseconomie. Knelpunt blijft het gebrek aan flexibiliteit op de arbeidsmarkt en de bureaucratie.
Knappe prestatie in huidige tij
Volgens Henk Volberda, hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en verantwoordelijk voor het leveren van de Nederlandse gegevens aan het WEF, is de stijging van de achtste naar de zevende positie in het huidige tij een knappe prestatie. "De kredietwaardigheid en de economische groei van Westerse economiën, de werking van de financiële markten en de solvabiliteit van banken staan nog steeds onder druk. Hoewel het overheidstekort ook van de Nederlandse economie is toegenomen, is het internationale vertrouwen in Nederland groot en zijn de tekorten minder groot dan in omringende economieën."
Ontwikkelingen van Nederland per deelgebied:
Naar een volwaardige kenniseconomie
Volberda stelt dat de indicatoren duidelijk laten zien dat Nederland langzamerhand aan het verschuiven is naar een hoogwaardige kenniseconomie. Het sterke concurrentievermogen van onze economie is volgens de hoogleraar een afspiegeling van de reële economie en geeft ook veel vertrouwen in de toekomstige groei. Alles bij elkaar maakt Nederland een stap in de goede richting om in de Top 5 van de ranglijst van het WEF terug te keren. In 2000 stond ons land op de vierde plaats, maar maakte in 2002 een duikeling naar de dertiende positie. De index beoordeelt de concurrentiepositie van 142 landen.
Zwitserland superieur
Zwitserland blijft de ranglijst aanvoeren. De uitmuntende kennisinstellingen, hoge investeringen in R&D en de voortdurende gerichtheid op innovatie door samenwerking van Bedrijfsleven en Universiteiten, tezamen met een excellente infrastructuur, een betrouwbare overheid en efficiënte markten staan garant voor een nummer een positie.
Singapore, de aanvoerder van de Aziatische economieën, stijgt dit jaar voor het eerst naar een tweede positie. Singapore heeft niet alleen de meest effectieve overheid, maar excelleert ook in investeringen in infrastructuur en onderwijs.
De Scandinavische landen blijven domineren in de Top 10 door hun hoge investeringen in R&D en onderwijs. Zweden staat op een 3e plaats en Finland is gestegen van de 7e naar de 4e plaats. Naast excellent onderwijs op alle niveaus beschikken deze landen ook over zeer hoogwaardige publieke instellingen, een hoog innovatievermogen en een hoge instroom van hoogwaardige kenniswerkers. Met name Finland is koploper op het gebied van innovatie in Europa.
De mondiale Top 10:
Op de ranglijst van zakenuniversiteit IMD daalde Nederland dit jaar nog. Maar dat was voor de schuldencrisis uitbrak.
Lees ook:
- IMD: Nederland zakt op lijst meest competitieve landen
- Steden claimen grotere rol in innovatiebeleid
- Nederland verliest glans
- 'Scherp integratiebeleid gevaar voor innovatie'
