Banken en beleggingsinstellingen liggen in toenemende mate onder vuur van beleggers die verhaal komen halen. Krijgen we Amerikaanse toestanden in de Nederlandse financiële wereld?
Beleggend Nederland heeft de afgelopen twee jaar miljarden verloren. Een risico dat erbij hoort, zou je zeggen. Maar steeds meer gedupeerde particulieren weten de Klachtencommissie van het Dutch Securities Institute (DSI) te vinden en dreigen met schadeclaims.
Zo zijn er de gedupeerden van de Winstverdriedubbelaar van LegioLease, een dochter van Dexia Bank. Aandelen leasen betekent beleggen met geleend geld. Als het goed gaat kun je veel winnen, maar gaat het mis, dan verlies je (drie)dubbel. En dat laatste gebeurde massaal.
Een student van de Erasmus-universiteit had tijdens zijn stage onderzoek gedaan naar de praktijken van LegioLease en geconcludeerd dat het bedrijf op zijn zachtst gezegd geen gunstige beleggingsstrategie voor zijn klanten had gevolgd. Voor Tros-programma Radar reden genoeg om er op 25 maart een uitzending aan te wijden. Het protest nam UPC-achtige vormen aan en er werd een stichting opgericht – Leaseverlies – waarin zich inmiddels ruim 6000 Legio-klanten hebben verenigd. Advocaat William Schonewille van Barents & Krans werd in de hand genomen en een rechtszaak is in de maak. Ondertussen distantieerde de Erasmus-universiteit zich op 11 april met een persbericht van de conclusies die Radar aan het onderzoek van de student had verbonden. Maar daarmee was voor LegioLease de kous niet af. Een LegioLease-klant heeft op individuele titel gehoor gevonden bij de Klachtencommissie van het Dutch Securities Institute. De Klachtencommissie vond dat LegioLease haar zorgplicht in diens geval had verzaakt en het volledige ingelegde bedrag moet terugstorten. LegioLease is in hoger beroep gegaan bij de Commissie van Beroep van het DSI, maar de andere 6000 klagers ruiken bloed en Schonewille – samen met bankier Tom Loonen auteur van een recent verschenen boek over de zorgplicht voor banken en beleggingsinstellingen – wil wel beul zijn.
De dupe
Navraag bij de Klachtencommissie leert dat het aantal klachten al enkele jaren stijgende is (zie kader). Vooral in 1999 en 2000 (Worldonline) nam het aantal onstuimig toe. Volgens Frank 't Hart, directeur juridische zaken & compliance bij SNS Reaal groep, is het een goede zaak dat die rechtsgang er is. Alleen bespeurt hij langzamerhand een neiging naar slachtofferschap dat beloond wordt en dat is toch nooit waar het in de beleggingswereld om te doen is geweest. “Uiteindelijk neemt een cliënt zelf de beslissing of hij wil beleggen. De zorgplicht is belangrijk, maar het gaat erom dat de klant juist geïnformeerd is. Het is niet een garantie dat er geen verlies geleden kan worden.” Volgens 't Hart is de zorgplicht van de banken nog lang niet helder genoeg omschreven. Hij mist met name heldere normen die aangeven tot hoe ver de zorgplicht van de financiële instellingen gaat en waar de verantwoordelijkheid van de belegger begint. “Daar hebben we nu jarenlange ervaring mee en dat nu moet maar eens op papier komen te staan.” En dan voor elke vorm van financiële dienstverlening; vermogensbeheer, beleggingsadvies en financiële planning. “Op dit moment ligt er een set regels en moeten financials zelf uitzoeken welke regels waarop van toepassing moeten zijn. Dat maakt de situatie er niet simpeler op.”
Dat de verhouding bank-belegger enige aanscherping behoeft, blijkt wel uit de zaak-Pronk. Leen Pronk besloot in 1998 400.000 euro – z'n oudedagsvoorziening – te beleggen via ING. Maar de beleggingsadviseur van de bank joeg dat bedrag er binnen een half jaar doorheen en Pronk eindigde uiteindelijk met een schuld van ruim 300.000 euro. Hij diende een klacht in bij wat toen nog de Klachtencommissie Beursbedrijf (nu DSI) heette. Maar die deed uitspraak op basis van een intern onderzoek naar de gang van zaken, uitgevoerd door de accountants van ING. Op één keer een dekkingsfout na was er niets onreglementairs gebeurd met Pronks centen, zo luidde het oordeel.
Pronk zocht steun bij Ton Bazelmans, de Rabobank-medewerker die in de Doetinchemse zaak rond beleggingsclub d'n Anwas de praktijken van zijn werkgever publiekelijk aan de kaak had gesteld. Bazelmans heeft het onderzoek van de ING-accountants nog eens over gedaan en geconcludeerd dat van het rapport niets deugt. Volgens Bazelmans was de dekkingswaarde van Pronks portefeuille minimaal 52 (waarschijnlijk 127) dagen te laag om nieuwe aankopen te doen. Daarnaast constateerde hij dat ING met de 400.000 euro inleg van Pronk een omzet heeft gemaakt van zo'n 90 miljoen euro, wat betekent dat Pronks geld meer dan 200 keer is omgeslagen, terwijl de Klachtencommissie heeft uitgesproken dat 8 keer extreem hoog is. Daarboven is sprake is van provisiejagen ofwel churning. Voor elke transactie ontvangt een bank namelijk provisie, dus hoe meer transacties, hoe beter voor de bank. Bazelmans heeft nu – voor de eerste maal in Nederland – het bindend advies van de Klachtencommissie in de zaak-Pronk aangevochten. Op 19 juni wordt de uitspraak verwacht. Als het College van Beroep Bazelmans en Pronk gelijk geeft, is er een belangrijke verdedigingslinie van de financiële wereld tegen schadevergoeding eisende beleggers weggenomen.
Schuldigen
Als er sprake is van een opkomende claimcultuur in de Nederlandse financiële wereld, zou dit te zien moeten zijn aan het aantal aansprakelijkheidsverzekeringen waarmee de financiële wereld zich indekt tegen de gevolgen van verwijtbare financiële missers. Clemens Nieuwenstein, manager financiële instellingen bij de in dergelijke polissen gespecialiseerde Amerikaanse verzekeraar Chubb, kan bevestigen dat de vraag naar verzekeringen tegen beroepsaansprakelijkheid in de financiële wereld flink aan het toenemen is. “Die trend is nadrukkelijk aan de gang. In het verleden sloten alleen de grote financials dergelijke verzekeringen af, maar nu ook steeds meer kleine vermogensbeheerders en tussenpersonen. Voor Nieuwenstein is het zo klaar als een klontje: “Al die jaren waarin door iedereen bakken met geld werden verdiend, was toezicht niet zo noodzakelijk. Maar nu krijg je de tegenbeweging: What goes up, must come down.”
Frank 't Hart wil vooropstellen dat excessen als in de zaak-Pronk bestreden moet worden. Maar het moet in zijn ogen niet zo zijn dat banken onder dreiging van mogelijke claims hun dienstverlening gaan beperken. “Dexia is nu al gestopt met advies. Als alle banken dat zouden doen, is er uiteindelijk maar één de dupe en dat is de klant zelf.”
Dat het aantal klachten toeneemt, is logisch volgens 't Hart. “Als er verliezen geleden worden, gaat men op zoek naar de schuldige. Tijdens de vette jaren waren er nauwelijks fouten mogelijk.” Dat de banken zich er sinds die tijd al te makkelijk van af hebben gemaakt, wil er bij 't Hart echter niet in en aan de geldende moraal binnen de beroepsgroep heeft hij ook geen twijfels. “Als je ziet hoe wij bij SNS nu met onze beleggingsklanten omgaan en hoe dat tien à vijftien jaar geleden ging, dan is er een enorme ontwikkeling geweest, met name sinds de krach van 1987. Op het gebied van de zorgplicht hebben we met z'n allen enorme vooruitgang geboekt.”
Dat standpunt zou Ton Bazelmans, jarenlang beleggingsadviseur bij de Rabobank en nu dus actief in naam van gedupeerde beleggers, niet willen onderschrijven. “De financiële wereld zal alleen maar competitiever worden, dus de druk op beleggingsadviseurs om veel omzet te maken met beleggingsgeld wordt alleen maar groter. Kijk naar hoe het ging met Nick Leeson bij Barings. De top zei: 'We wisten wel dat het fout moest gaan, maar niemand durfde een stok in het commerciële vliegwiel te steken'. Dat is gewoon de cultuur.” Bazelmans is van plan om met zijn nieuw opgerichte adviesbureau Santema & Blonz de werkwijze van beleggingsadviseurs en hun superieuren aan de kaak stellen. Op no-cure-no-pay-basis wil hij mensen als Leen Pronk steunen in hun zoektocht naar gerechtigheid. “In een zaak als die van Pronk is de zorgvuldigheid van ING ver beneden de maat geweest. En dat soort dingen zullen banken blijven doen.” Hoop op gedragsverandering heeft Bazelmans niet, maar hij is wel vast van plan om een lastige luis in de pels van de financiële wereld te worden. “Over vier jaar wil ik 40 procent van deze markt controleren.” Dat de banken niet blij met hem zijn, is al gebleken. “Ik had nog niet zo lang geleden een hele hoge mijnheer van een hele grote bank aan de lijn, die zei dat, mocht ik ook maar één fout maken, ze me dan zouden vermorzelen.”
Aantal ingediende klachten bij de Klachtencommissie DSI
1997 – 169
1998 – 196
1999 – 273
2000 – 369
2001 – 381
Bron: Dutch Securities Institute