Een wankel vertrouwen.
Een beproefde methode met problemen is ze gewoon maar te negeren, in de hoop dat ze vanzelf overgaan. Met deze methode beleefde de Amerikaanse economie tien mooie jaren. Schulden werden opgelost met nieuwe leningen, waarschuwingen van geleerden werden overstemd met de oproep om te kopen, kopen, kopen. Iedereen was gelukkig met zijn subprimehypotheek en zijn gefinancierde SUV voor de deur, tot juni vorig jaar.
Inmiddels is de kredietcrisis anderhalf jaar oud, of jong, zoals pessimisten zeggen; de ellende zou pas net zijn begonnen. Het ergste komt nog. Van zulke pessimisten zijn er steeds meer. Dat is slecht voor het vertrouwen, waardoor herstel uitblijft en de crisis verergert. Het proces versterkt zichzelf. Nu banken en verzekeraars ook in Europa omvallen kan de crisis niet meer, zoals een jaar geleden, worden afgedaan als een alleen Amerikaans probleem. Negeren helpt niet meer.
Het fundament van de kredietcrisis is al in de jaren negentig van de vorige eeuw gelegd, zegt Jaap Koelewijn, hoogleraar finance aan de Business Universiteit Nyenrode. De aandelenmarkten werden overgewaardeerd, er was de internethype, renteverlagingen maakten geld goedkoop. Het gebeurde in een tijd waarin schijnbaar eeuwig stijgende aandelenkoersen altijd nieuw geld genereerden en de Nieuwe Economie ervoor ging zorgen dat de voorspoed eeuwig zou duren. De risicopremies van kredieten daalden, speculeren met geld werd een volkssport, bedrijven toonden prachtige, opgepompte balansen.
Het ventiel sprong eruit aan de onderkant van de Amerikaanse hypotheekmarkt, en terugstoppen kon niet meer. In de financiële wereld bleek alles via luchtkanalen verbonden met onderdelen die zelf ook allemaal loszittende ventielen hadden.
Het Amerikaanse systeem van kredietverstrekking had perverse aspecten, zegt Koelewijn. Het beloonde verkopers op basis van targets, waardoor die kopers overtuigden met een te rooskleurige voorstelling van zaken. In de hypotheekvoorwaarden zat de verwachting verwerkt dat huizenprijzen bleven stijgen. Soepeler kredietvoorwaarden leidden tot stijgende huizenverkopen en stijgende huizenprijzen, ook dit proces hield zichzelf in stand, tot de rente steeg en de huizenprijzen daalden.
Iedereen zit erin
De crisis raakt iedereen, iedereen zit erin, zegt Koelewijn, bedrijven, overheden, landen, hedgefondsen, pensioenverzekeraars. Het is heel moeilijk om te begrijpen hoe het werkt, en nog lastiger te voorspellen hoe het zal verlopen. Door de wol geverfde bankiers laten zich door de ontwikkelingen verrassen, zoals de bestuurders van Fortis overkwam.
"We zullen het proces in moeten van het verwerken van al die verliezen, banken zullen moeten worden geherkapitaliseerd, het kan twee jaar duren, maar ook vijf jaar, of langer."
Het woord ‘risico' komt weer op de agenda van banken, zegt Koelewijn. "Banken zullen zich weer gaan afvragen wat de prijs van kredieten is, of er voldoende risicodekking in zit. Een bedrijf als Aegon verstrekte eeuwigdurende leningen met 0,1 procent risicopremie. Dan geef je het geld in feite weg. Bedrijven die geld willen lenen, zullen een gewone vergoeding voor risico moeten betalen."
Vanwege bestaande afspraken met klanten waren banken nog niet begonnen met het dichtdraaien van de kredietkraan naar het bedrijfsleven, zei president Nout Wellink van De Nederlandse Bank. Dat kwam nog.
Het is veel ingewikkelder dan de internetcrisis van 2001, de gevolgen zijn veel groter; de kredietcrisis gaat vergezeld van crises op het gebied van olie, andere grondstoffen, voedsel, het wordt een enorme crisis, de vergelijking dringt zich op met de grootste crisis van allemaal, die van 1929, en met de Grote Depressie die volgde.
Er zijn twee scenario's mogelijk, zegt Koelewijn. In het zwarte scenario onderschatten we de ernst van de situatie; in Amerika komen meer huiseigenaren in problemen, de huidige maatregelen van banken zijn onvoldoende, er zijn meer steunmaatregelen nodig, de inflatie loopt op, de economie stagneert, alles wat fout kan gaan gaat fout. Dat is scenario één, niet voor niks het zwarte.
Dan het tweede, "waarin ik meer geloof," zegt Koelewijn. In dat scenario komen we er met pappen en nathouden langzaam weer bovenop; aandelenemissies en steun van centrale banken en overheden hebben de verliezen in de financiële wereld gecompenseerd, er volgt geleidelijk herstel, waarna de situatie stabiliseert. "Dat is het meest realistisch."
Koelewijn heeft zijn uitspraken nog niet gedaan als alweer een paar grote Amerikaanse zakenbanken van het toneel zijn verdwenen – waarmee de sector van private zakenbaken in de VS in feite ophoudt te bestaan – en de grootste Amerikaanse verzekeraar is genationaliseerd. Kranten schrijven over de ‘implosie van het kapitalisme', geen kleinigheid. De Amerikaanse regering poogde de bankensector in de beste socialistische traditie te redden met een gigantisch, 700 miljard dollar belastinggeld kostend noodfonds.
"Het vertrouwen is wankel," zegt Koelewijn. "Je ziet dat de markt paniekerig reageert op geruchten en berichten. Het is een sfeer waarin er weinig voor nodig is of iedereen begint te fladderen."
Baken van rust
Zo bezien is de MT100, samengesteld op basis van een in juli en augustus gehouden onderzoek, een baken van rust. Het vertrouwen in de financiële sector is groot, kredietcrisis, opkoop- en opknipoperaties en woekerpolisaffaires ten spijt. Tot en met de laatste in de rij, verzekeraar Ohra, halen alle financiële instellingen een ruime voldoende, ze scoren zelfs goed vanaf nummer 28, Delta Lloyd, dat onlangs een regeling met woekerpolis-gedupeerden trof. Staalbankiers, Van Lanschot, Deutsche Bank en DSB, ze doen het uitstekend, vindt een aanzienlijk percentage geënquêteerden.
Je zou zeggen dat als de financiële sector in beslag wordt genomen door het eigen overleven, als de aandacht gericht is op interne problemen, dat dat ten koste zou kunnen gaan van de kwaliteit van de dienstverlening. Die zal allicht afnemen, zegt Koelewijn. "Maar zolang banken je geld geven, vind je een hoop goed."
Klachten oplossen, de financiële instellingen zullen er de komende tijd de handen aan vol hebben, planning, budgetbewaking, inhoudelijke kennis, ze zullen het nodig hebben. Net als wijsheid, hier niet in het onderzoek opgenomen.