Als auto’s met hun omgeving en met elkaar communiceren, voorkomt dat files, aanrijdingen en meer ellende. NXP en andere Nederlandse techbedrijven zien de technologie bovendien als mooi exportproduct.
Rekeningrijden werd in Nederland misschien een kostbare flop, de technologie erachter is gelukkig niet verdampt. Die draagt inmiddels bij aan een hoger doel dan belastinginning: de doorstroming en veiligheid op de weg. Chipfabrikant NXP liet onlangs in Eindhoven al zien hoe dat kan werken. Het bedrijf rustte twee Toyota’s uit met zend- en ontvangstmodules en liet ze vóór en achter een vrachtwagen rijden, in kolonne. De achterste Prius bleek dwars door de truck heen te kunnen kijken; op elk moment was met een flikkerend puntje de positie van de koploper op een navigatiescherm te zien. Het project is Car2x gedoopt en het had nog wat weg van een peilsysteem à la Bassie en Adriaan, maar de demo is ook een knappe prestatie: het bewijst dat NXP en zijn Australische partner Cohda auto’s draadloos met elkaar kunnen laten communiceren.
Een wereldprimeur
De speciale wifi-standaard die vorige zomer voor voertuigen werd vastgesteld, is niet zomaar inzetbaar: de snelheid van de auto maakt verbindingen onbetrouwbaar. De prestatie van NXP is dat het bedrijf erin is geslaagd een robuuste verbinding tussen auto’s te bouwen, die het aanvult met gps- en gsm-chips, zodat een auto overal en altijd is verbonden met de buitenwereld en zo zelf weet waar hij zich bevindt. “Dit is echt een wereldprimeur,” verzekert Kurt Sievers van NXP. “Voor het eerst is er een betaalbaar, zuinig en betrouwbaar systeem voor communicatie tussen auto’s.”
De toepassing van deze technologie gaat natuurlijk verder dan het flikkerende puntje op het Priusscherm. Koppel er actieve veiligheidssystemen aan en auto’s kunnen zelf remmen om een aanrijding te voorkomen, zodra ze het onheil zien aankomen; het systeem kan immers dwars door gebouwen heen en om de hoek kijken.
Communiceren met stoplichten
Uiteindelijk is het de bedoeling dat de auto ook praat met stoplichten en zenders op regelmatige afstanden langs de weg. Hij is dan opgenomen in een zogenoemd Intelligent Traffic System (ITS). Doordat de auto communiceert met de buitenwereld en alles wat zich daarin voortbeweegt, kunnen bijvoorbeeld ambulances laten weten dat ze eraan komen. En wegbeheerders kunnen bij wegwerkzaamheden een signaal geven, dat auto’s geleidelijk laat afremmen.
Die zelfremmende auto laat nog wel een paar jaar op zich wachten, geeft Sievers toe. “Wij kunnen de techniek leveren, maar in hoeverre het wordt ingevoerd, hangt ook af van wat bestuurders willen. Autorijden is natuurlijk emotie, maar aan een cruise control die zelf afstand houdt, zijn we al gewend, dus het is niet ondenkbaar dat consumenten overstag zullen gaan. Ik denk dat in 2015 de autofabrikanten het op redelijke schaal zullen aanbieden.” Als 10 procent van de auto’s is uitgerust met een actief Car2x-systeem, zou dat de kans op files al aanmerkelijk verkleinen. Maar hoe zit het met de privacyzorgen? De communicerende auto geeft toch wel een zekere openheid over zijn verblijfplaats, én die van de bestuurder. Sievers: “De security hebben we tot het hoogste niveau gewaarborgd, onder meer door smartcardencryptie tot het niveau van bankpassen.”
Geld voor slimme verkeerssystemen
Tot nu toe krijgt de voertuigcommunicatie van NXP vooral steun van overheden. In 2009, het dieptepunt van de crisis, pompte het Rijk 25 miljoen euro in een onderzoeksprogramma voor slimme verkeerssystemen: Spits, kortweg Strategic Platform for Intelligent Traffic Systems. Dit programma, waaraan onder meer TNO, DAF, IBM en Rijkswaterstaat meedoen, draait om de communicatiemodules van NXP, de boordkastjes van TomTom en de backoffice-systemen van Logica, die samen de pijlers vormen onder allerlei veiligheidssnufjes en andere nieuwe diensten rond de auto. Zo kunnen elektrische rijders via hun TomTom doorkrijgen waar ze een laadpaal kunnen reserveren, hét middel tegen range anxiety; de vrees om zonder stroom komen te staan. Autodeelbedrijven kunnen de nieuwe systemen gebruiken voor hun pay-per-use-model, verzekeraars om hun tarieven afhankelijk te maken van hoe en waar de klant rijdt.
e-Callsysteem
Zo komt er nog veel goeds uit het geslachte rekeningrijden, niet in het minst voor allerlei Nederlandse bedrijven. NXP dingt intussen nog mee naar een grote opdracht voor rekeningrijden in Singapore, terwijl de Europese Unie graag zo snel mogelijk een e-Callsysteem wil verplichten; een verplichte noodknop op het dashboard, die na een crash zelf 112 kan bellen. De pratende auto kan zo al met al wel eens een mooi exportproduct worden. Maurice Geraets, vice president strategy & software partnerships bij NXP, begrijpt ook wel waarom het idee aanslaat. “Rekeningrijden is iets wat je verplicht oplegt. Hier kiezen bestuurders zelf voor: de baten op het gebied van veiligheid zijn meteen duidelijk.”
Lees ook:
- Technologie die de wereld gaat veranderen
- Deze technologie breekt dit al jaar al door
- Kinect biedt ook zakelijke kansen